Samenvatting fundamenten van de
psychologie
Minor inleiding in de Toegepast Psychologie
,Inhoud
Hoofdstuk 1 Wat is psychologie .............................................................................................................. 4
1.1 Een definitie van de psychologie ................................................................................................... 4
1.2 Ontwikkelen die de psychologie mogelijk gemaakt hebben ......................................................... 4
1.3 Het ontstaan van de psychologie .................................................................................................. 5
1.4 de moderne psychologie: drie invloeden op gedrag ..................................................................... 8
Hoofdstuk 3 Waarneming ....................................................................................................................... 9
3.1 Van zintuiglijk gewaarwording naar waarneming ......................................................................... 9
3.2 Van de retina naar de hersenen: bottom-upprocessen .............................................................. 10
3.3 de perceptie verbeteren door informatieopname te sturen: top-downprocessen .................... 12
3.3 Waarneming van diepte en beweging ........................................................................................ 15
3.5 waarneming en actie ................................................................................................................... 16
3.6 Perceptuele capaciteiten van pasgeborenen .............................................................................. 16
Hoofdstuk 4 Conditionering .................................................................................................................. 17
4.1 klassieke conditionering .............................................................................................................. 19
4.2 Operante conditionering ............................................................................................................. 21
4.3 Observerend leren....................................................................................................................... 26
Hoofdstuk 5 het geheugen .................................................................................................................... 29
5.1 de bevindingen van Ebbinghaus in de 19de eeuw ....................................................................... 29
5.2 Het geheugenmodel van Atkinson en Shiffrin............................................................................. 30
5.3 verdere ontwikkelingen in de geheugentheorieën ..................................................................... 31
5.4 informatie oproepen uit het LTG................................................................................................. 35
5.5 herinnering is reconstructie ........................................................................................................ 36
5.6 Amnesie en het impliciete geheugen .......................................................................................... 37
Hoofdstuk 7 Intelligentie ....................................................................................................................... 41
7.1 Wat verstaan mensen onder intelligentie? ................................................................................. 41
7.2 analytische intelligentie............................................................................................................... 41
7.3 praktische intelligentie ................................................................................................................ 46
7.4 sociale en emotionele intelligentie ............................................................................................. 48
Informatie uit de PowerPoint ............................................................................................................ 49
Hoofdstuk 6 motivatie ........................................................................................................................... 53
6.1 Soorten motivatie ........................................................................................................................ 53
6.2 Honger ......................................................................................................................................... 56
6.3 Seks .............................................................................................................................................. 57
6.4 Prestatiemotivatie ....................................................................................................................... 58
Hoofdstuk 9 Psychopathologie.......................................................................................................... 61
, 9.1 Wat zijn mentale stoornissen ...................................................................................................... 61
9.2 Aan een middel gebonden stoornissen ....................................................................................... 64
9.2 Psychotische stoornissen ............................................................................................................ 64
9.4 Stemmingsstoornissen ................................................................................................................ 66
9.5 Angststoornissen en obsessieve-compulsieve stoornissen......................................................... 68
Hoofdstuk 10 Therapieën ...................................................................................................................... 70
10.1 De behandeling van mentale stoornissen ................................................................................. 70
10.2 Biologische therapieën .................................................................................................................. 70
10.3 Psychologische therapieën ........................................................................................................ 72
10.4 Psychoanalytische therapie ....................................................................................................... 72
10.5 Humanistische therapie ............................................................................................................ 73
10.6 Cognitieve gedragstherapie ...................................................................................................... 75
10.7 Huwelijks- gezinstherapie, groepstherapie en gemeenschapvoorzieningen ............................ 79
10.8 De doeltreffendheid van psychotherapieën ............................................................................. 80
, Hoofdstuk 1 Wat is psychologie
1.1 Een definitie van de psychologie
Psychologie: is een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die
gedragsevidentie (identificatie van wat iemand op een bepaald ogenblik doet) gebruikt wordt om
interne processen te begrijpen die aan dat gedrag ten grondslag liggen.
Psychologen proberen menselijk gedrag te begrijpen. Daartoe zullen ze het gedrag op een
systematische manier observeren en kijken hoe het beïnvloed wordt door gebeurtenissen in de
omgeving.
1.2 Ontwikkelen die de psychologie mogelijk gemaakt hebben
Filosofie in het Oude Griekenland: de eerst invloedrijke geschriften over het functioneren van de
mens werden gepubliceerd in de klassieke oudheid, meer bepaald door de Griekse filosofen Plato en
Aristoteles. Typische voor hun benadering was dat antwoorden op deze vragen hun oorsprong
vonden binnenin de mens.
Plato (428-347 v.C.): volgens hem diende een onderscheid gemaakt te worden tussen de ware,
onzichtbare wereld van onveranderlijkheid, ideale vormen en de zichtbare veranderlijke wereld
rondom ons, die een onvolmaakte afspiegeling is van de ware wereld. De menselijke ziel is een deel
van de ware, ideale wereld; zij woont tijdelijk in het lichaam en keert na de dood naar de kosmos
terug. De ziel had kennis van de ideale wereld en de mens kon tot deze kennis toegang krijgen door
gebruik te maken van de rede. Observatie was minder belangrijk want die had enkel toegang tot de
zichtbare, continu veranderende wereld, waarin ook de dieren leefden. Echte kennis kwam voort uit
de menselijke geest. Wiskunde was een ideale wetenschap in het bijzonder bewerking van getallen.
Aristoteles (384-322 v.C.): hechtte meer belang aan observatie dan Plato, maar ook voor hem kon
ware kennis niet op observatie gebaseerd zijn. Om echt kennis te hebben, diende men uit te gaan
van onwrikbare uitgangspunten (axioma’s). Die werden door de menselijke ziel intuïtief als
zelfevident herkend. Dit herkennen noemde Aristoteles een ‘demonstratie’. Wiskunde was een
ideale wetenschap in het bijzonder meetkunde.
De kerk: na de val van het Romeinse Rijk van de rooms-katholieke Kerk de belangrijkste hoeder van
kennis in de westerse wereld. Zij vertaalde de geschriften van Plato en Aristoteles naar de kerkelijke
leer toe. Plato’s wereld van onveranderlijke, ideale vormen waaruit de ziel kwam, stemde overeen
met de hemel en de demonstraties van Aristoteles konden perfect gezien worden als goddelijke
ingevingen. Gaandeweg groeide ook de overtuiging dat de mensheid veel van haar kennis verloren
had en dat echte geleerden dus op zoek moesten gaan naar oude geschriften. In de renaissance
gingen geleerden ook daadwerkelijk op zoek naar de oude Griekse handschriften en de islamitische
commentaren erop.
Wetenschappelijke revolutie: In Europa groeide in de 16de-17de eeuw echter een andere vorm van
kennis vergaring, die uniek is in de wereld, namelijk de overtuiging dat ware kennis gebaseerd is op
systematische observatie en actief ingrijpen in de wereld. Klassieke-religieuze ideeën maken plaats
voor modern-wetenschappelijke ideeën.
Copernicaans revolutie: een belangrijke katalysator voor de wetenschappelijke revolutie was de
vaststelling dat de kalender niet meer bleek te kloppen. Het inzicht dat de aarde niet het centrum
vormde van het heelal.
Julius Caesar had een kalander van 365 dagen en om de vier jaar een schrikkeljaar. Dit bleek niet
kloppen waardoor eind 15de eeuw de wereld 11 dagen achterliep. Er zijn uiteindelijk 11 dagen
overgeslagen en een nieuwe kalander kwam er. Tijdens de zoektocht was echter een belangrijk
axioma ter discussie komen te staan, namelijk de ‘demonstratie’ dat de aarde stilstond in het
centrum van het universum.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kim3690. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.