Rechtsbronnen
Wet: gezaghebbend overheidsbesluit waarin iets wordt verboden, geboden of vastgesteld.
Jurisprudentie: rechtsbron, verzamelnaam voor uitspraken van rechtsprekende instanties
Gewoonte: gedragslijn die gedurende een langere tijd binnen een min of meer vaste kring van
mensen (bijvoorbeeld de veehandel) als juist wordt beschouwd.
Verdrag: internationale overeenkomst tussen twee of meer staten
Wetmatig: overeenkomstig de voorschriften van de wet
Een advocaat is altijd een jurist; een jurist is echter niet altijd een advocaat.
Objectief recht: geheel van de in de maatschappij geldende rechtsregels (rechten en plichten)
De mens is gelijktijdig deelnemer aan verschillende maatschappelijke verbanden. Mensen zullen in
principe de wil hebben om met elkaar in harmonie te leven, maar een samenleving zonder spanning
en strijd is een utopie. Ieder mens heeft belangen die hij probeert te realiseren. In de praktijk blijkt
maar al te vaak dat hij daarbij in botsing komt met belangen van een ander. Volgens de Engelse
filosoof Thomas Hobbes is egoïsme de drijfveer voor al onze daden. Hierdoor kan menselijk gedrag
ten koste gaan van de belangen van anderen. Belangstelling is veelal de basis van al dan niet
omvangrijke juridische problemen.
Eigenrichting: in een geschil je gelijk halen door zelf geweld te gebruiken. Het ‘recht van de
(economisch) sterkste’ geldt dan.
In het algemeen is eigenrichting niet geoorloofd. In het beginsel mag alleen de overheid het recht met
behulp van geweld handhaven. De overheid heeft het zogenoemde monopolie op
rechtshandhaving met behulp van dwangmiddelen, zoals het opleggen van een geldboete of
gevangenisstraf.
Toch is het in het Nederlandse recht denkbaar dat een burger bij hoge uitzondering zijn probleem via
eigenrichting rechtens geoorloofd mag oplossen. Dat is het geval als de wet uitdrukkelijk in een
specifieke situatie de bevoegdheid tot eigenrichting aan de burger geeft. Artikel 5:44 Burgerlijk
Wetboek.
Om onrechtmatige eigenrichting te voorkomen kunnen partijen die een probleem hebben waarbij zij
niet (meer) uitkomen, die veelal voorleggen aan de rechter.
Organisatie rechterlijke macht
In Nederland zijn er lagere rechters en hogere rechters. Deze rechters hebben een eigen terrein
waarop zij rechtspreken. De rechters zijn lid van de zittende magistratuur; we spreken van zittende
magistratuur, omdat de rechters (rechterlijke ambtenaren) in de rechtszaal blijven zitten als zij aan het
woord zijn.
Een juridisch probleem wordt eerst door een lagere rechter om een van de rechtbanken bekeken en
beoordeeld. De rechtbank is het eerste gerecht. De rechtbank kent meervoudige kamers met drie
rechtsprekende rechters, en enkelvoudige kamers met één rechtsprekende rechter (bijvoorbeeld een
kantonrechter of politierechter).
Als een van de partijen het niet eens is met de uitspraak, noemen we een vonnis, van de rechter in
een rechtbank. Kan hij in hoger beroep gaan bij een van de vier gerechtshoven. De rechters bij een
, gerechtshof noemen we raadsheren. In de regel spreekt het gerechtshof recht in een meervoudige
kamer, met drie raadsheren. Eenvoudige zaken worden echter door één raadsheer behandeld.
Als een van de partijen het niet eens is met de uitspraak van het gerechtshof, dit noemen we een
arrest, dan is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om het geschil voor te leggen aan het
hoogste rechtscollege in Nederland, de Hoge Raad; dit heet in cassatie gaan. Ook een rechter in de
Hoge Raad noemen we raadsheer. De Hoge Raad spreekt met 5 raadsheren.
In cassatie gaan bij de Hoge Raad is iets anders dan in hoger beroep gaan bij het gerechtshof. In
hoger beroep kijkt de rechter nog een keer of de rechter in de rechtbank alle feiten goed heeft
beoordeeld, of er voldoende bewijs is en of het recht juist is toegepast. De uitspraak van het
gerechtshof komt in de plaats van het vonnis van de rechtbank. In cassatie wordt door de Hoge Raad
niet opnieuw gekeken of de feiten wel kloppen, hij kijkt alleen of de lagere rechter het recht juist heeft
toegepast. Als de Hoge Raad oordeelt dat het recht niet goed is toegepast, wordt de zaak
terugverwezen naar een lagere rechter, die opnieuw uitspraak moet doen. Het zal duidelijk zijn dat de
lagere rechter het oordeel van de Hoge Raad in acht moet nemen.
Het recht stelt zich ten doel de samenleving rechtvaardig, vreedzaam en efficiënt te ordenen. Daartoe
stelt het recht veelal een sanctie op het niet-naleven van een rechtsregel. Een sanctie is een middel
om naleving van bijvoorbeeld een voorschrift af te dwingen, of is een straf voor een overtreding.
Het college van burgermeesters eb wethouders kan een last onder dwangsom opleggen. Een last
onder dwangsom wil zeggen dat de overtreder voor bijvoorbeeld elke dag dat hij een overtreding niet
ongedaan maak, een geldbedrag moet betalen. Dit is geregeld in art. 5:31d e.v. Algemene wet
bestuursrecht (Awb)
Als de aangesproken partij het niet eens is met het besluit van het college van burgermeesters en
wethouders, kan hij zijn grieven uiteindelijk aan een rechter voorleggen.
Het objectieve recht omvat rechtsregels die door de overheid zijn vastgesteld of erkend met het doel
de samenleving te ordenen, en die – in het beginsel door sancties – gehandhaafd kunnen worden. Het
objectieve recht wordt ook wel aangeduid met positief recht of geldend recht.
Een van de indelingen van het recht is het onderscheid in privaatrecht en publiekrecht. Het belang
van dit onderscheid is dat het privaatrecht (civielrecht of burgerlijk recht) de rechtsverhouding
tussen burgers onderling regelt, terwijl het individueel belang centraal staat. Het publiekrecht regelt
de verhouding tussen de overheid en de burgers. In dit deel van het recht staat het algemeen belang
centraal.
Privaatrecht is het gedeelte van het objectieve recht dat zich bezighoudt met de rechtsverhouding
tussen personen onderling. Onder persoon moet niet alleen de natuurlijke persoon worden verstaan,
maar ook rechtspersoon. Met natuurlijke persoon wordt de mens bedoeld. Gedurende het gehele
leven is de mens drager van rechten en plichten. Een rechtspersoon is een organisatievorm die voor
veel handelingen net als natuurlijke personen aan het rechtsverkeer mag deelnemen. Een
rechtspersoon kan bijvoorbeeld grondstoffen kopen en geld lenen. Een rechtspersoon kan ook
veroordeeld worden om bijvoorbeeld aan een gedupeerde schadevergoeding te betalen. Voorbeelden
van rechtspersonen zijn:
De stichting
De vereniging
Naamloze Vennootschap
Besloten Vennootschap
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper esmeevdwal. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.