College 1.
Introductie + Kenmerken crisis en rampenbeheersing → behoort tot hfst 1&2 crisis management
_________________________________________________________________________________
Oorzaken van rampen en crisis (algemeen)
1. Menselijk handelen en falen (80%).
2. Falen van organisaties (gebeurtenissen in maanden of jaren voorafgaand aan de ramp,
moest wel een keer gebeuren!).
3. Systemen zijn rampgevoelig (geen ruimte voor fouten ontdekken → kleine fouten
en gebreken escaleren snel tot grote problemen).
Voorkomen van rampen en crisis (algemeen)
1. Ergonomie (gericht op personeel; opleiding, vakbekwaamheid, voldoende controle..).
2. Kwaliteitssystemen (binnen bedrijf, vroeg signaleren en goede communicatie).
3. Systemenen uitbannen vanwege inherente risico’s (buffers inbouwen of
ontkoppelen → zorgt voor tussenpozen en check: sluit het aan? doen we de goede
dingen?).
Wanneer noemen we een incident crisis of ramp? → elementen kunnen uitleggen
Ramp:
● Een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis.
● Moet gaan om het leven en de gezondheid van veel personen, het milieu of grote materiële
belangen.
● Dit moet erom gaan dat het in ernstige mate is geschaad of wordt bedreigd.
● Er moet sprake zijn van gecoördineerde inzet van diensten of organisatie van verschillende
disciplines om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.
Crisis:
● Een situatie waarin een vitaal belang van de samenleving is aangetast of dreigt te worden
aangetast.
● Er moet sprake zijn van een bedreiging van het systeem (sociaal systeem; organisatie of
samenleving).
● Er is sprake van geringe beslistijd, hierdoor onder druk!
● Hoge mate van onzekerheid, welke problemen en consequenties zijn onbekend.
● Kritieke beslissingen zijn nodig, om escalatie te voorkomen zijn (snel) maatregelen nodig.
(Ook hoofdstuk 1). Er wordt gesproken over een definitie om de betrokkenen van een ramp of crisis
duidelijk te maken over welk beeld wordt gesproken. Het zal nooit alles dekken, maar zo ontstaat er
wel een gemeenschappelijk beeld, betekenis van signalen en snapt iedereen hoe hij of zij te werk
moet gaan.
Crisismanagement - Management
Management:
Het proces van plannen, organiseren, leiden en beheersen van de inspanning van mensen in een
organisatie en het gebruik van andere bronnen in de organisatie om vastgestelde organisatiedoelen
te bereiken.
Bij crisismanagement spelen andere vaardigheden een rol..
Crisismanagement:
Het proces van plannen, organiseren, leiden en beheersen van de inspanningen van mensen in een
organisatie en het gebruik van andere bronnen in de organisatie erop is gericht de effecten van een
crisis zo veel mogelijk te beperken.
- Kan zich richten binnen eigen organisatie, maar ook op crisis daarbuiten.
,Crisismanagement - veiligheidsketen (overheid) → samenhang uitleggen en iedere stap
begrijpen
Veiligheidsketen kan worden onderverdeeld in: risicobeheersing (pro actie, preventie) &
crisisbeheersing (preparatie, respons, herstel).
● Eerst nagaan of er risico’s zijn en wat je kan doen om deze voor te zijn, zodra zo’n risico
ontstaat actie ondernemen.
Wettelijke context
Crisisbeheersing is geen vrijblijvende activiteit en er zijn allerlei regelingen in de wet genoemd die
verplichtingen bevat, zoals wet veiligheidsrisico’s en politiewet.
Risico en effect(en)
De effecten vertellen ook of er sprake is van een ramp of crisis. Effecten kunnen vooraf
worden berekend (hoe groot is de kans en wat doen we dan?) → kansbepaling.
Bij crisis (acute fase) is vooraf effectbepaling van belang.
Er zijn diverse soorten effecten:
● Directe en indirecte gevolgen;
● Korte en langere termijn;
● Psychische effecten;
● Materiële effecten;
● Imagoschade.
Basisprocessen van een crisisorganisatie
Deze processen dienen minimaal georganiseerd te zijn voor goed functioneren van een
crisisorganisatie - vormen ‘cement’ van het systeem.
1. Melding en alarmering
❖ Krijgen van essentiële gegevens over incident.
❖ Vertalen naar eerste hulp en inzetbehoefte.
❖ Beschikbaar maken hulp.
2. Op-en afschalen
❖ Optimaal inzetten van de eenheden.
❖ Activeren benodigde mensen (diensten) en middelen.
❖ Afstemmen van aansturing over eenheden.
❖ Waarschuwen relevante partners.
3. Leiding en coördinatie
❖ Generieke wijze waarop systeem van incidentbestrijding is georganiseerd.
❖ Wijze waarop verantwoordelijkheden zijn verdeeld en gedelegeerd.
❖ Hoe is het opperbevel en operationele leiding belegd.
4. Informatiemanagement
❖ Zo snel mogelijk verkrijgen van relevante informatie.
❖ Actief beschikbaar stellen aan alle functionarissen in de crisisorganisatie.
❖ Alle onderdelen binnen de crisisorganisatie hebben op elk moment de beschikking
over actuele informatie.
Hoofdstuk 1. Crises, calamiteiten en ander onheil
Zonder eerst naar de basis te kijken is een goed inzicht in crisismanagement niet mogelijk.
Risico
Het gevaar voor schade of verlies (risico = kans x effect - r = k x e). Echter, deze formule zegt niets
over de manier waarop we risico beleven of ervaren, of waarop risico ons gedrag beïnvloedt.
,In de beleving van risico speelt de eigen keuze een belangrijke rol. De perceptie van risico heeft ook
te maken met kennis van een activiteit of de relatie hiermee.
Quantitative risk assessment (QRA)
Een hulpmiddel om de kans op en de effecten van incidenten te bepalen bij het gebruiken, bewerken,
vervoeren en opslaan van gevaarlijke stoffen. Onderscheid tussen:
- Plaatsgebonden risico is de kans dat een denkbeeldig persoon loopt om op een bepaalde
plek dodelijk getroffen te worden door een ongeval.
- Groepsrisico is de cumulatieve kans (per jaar) dat ten minste tien, honderd of
duizend personen overlijden als rechtstreeks gevolg van een calamiteit. →
inrichting van de omgeving speelt hierbij ook een rol.
Bij effectberekeningen wordt in het algemeen gebruik gemaakt van schattingen. We gebruiken dan
vaak een maximaal effect of een verwacht effect.
De kansberekening speelt ook een belangrijke rol. Vooral de vraag of kansen al dan niet
onafhankelijk zijn, of dat moet worden uitgegaan van bepaalde relaties of vooronderstellingen leidt tot
controverse.
- Vaak is de samenhang tussen gebeurtenissen, in tegenstelling tot wat bij de uitgangspunten
werd aangenomen, helemaal niet onafhankelijk waardoor de waarschijnlijkheid van de
uitkomst groter wordt.
- Tevens is menselijk gedrag met geen berekening te voorspellen.
Voor crisisbeheersing lijkt vooral de factor effect van belang. Het effect bepaalt de mate
van gewenste beheersing → scenario bedenken.
Crisis → zie elementen ook college 1.
Een periode van ernstige stoornis. / Een situatie waarin een vitaal belang van de samenleving is
aangetast of dreigt te worden aangetast.
- Vaak is het niet de gebeurtenis zelf die iets tot een crisis maakt, maar hangt het ook af van de
getroffen voorzorgsmaatregelen.
Een ander kenmerk van een crisis is dat op het moment dat een bepaalde situatie
regelmatiger voorkomt, zal er een routinematige respons ontstaan en raakt het systeem
erop ingespeeld. Hierna is een crisis geen ernstige verstoring of bedreiging meer en
houdt het op een crisis te zijn en kan de gebeurtenis binnen het systeem worden
opgevangen. → een gevaarlijk situatie wordt dan als gewoon en ongevaarlijk beschouwd.
Ramp → overheid
Een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veel mensen,
het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd en waarbij
een gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van verschillende disciplines is vereist om de
dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.
Definities
Verstoring: Een gebeurtenis met negatieve consequenties, wijkt af van het normale, maar
geen ernstig letsel of schade → situatie kan binnen het reguliere proces en met het
bestaande systeem worden opgevangen.
Incident: Gebeurtenis met negatieve consequenties en wijkt af van het normale, mogelijk
letsel/schade veroorzaken, maar op beperkte schaal zonder te escaleren → situatie
vraagt speciale maatregelen en verstoort het reguliere proces voor korte duur.
Calamiteit/ramp: Gebeurtenis met negatieve consequenties die afwijkt van het normale,
mogelijk schade/letsel op grotere schaal veroorzaakt, mogelijk escaleren en bedreigend
, → situatie vraagt om het toepassen van een specifiek proces of systeem en ontregelt het
bestaande proces aanzienlijk.
Crisis: Een calamiteit met daaruit voorkomende bedreigingen voor het proces/systeem →
situatie vraagt om het toepassen van een specifiek proces/systeem en ontregelt het
bestaande proces voor aanzienlijk langere tijd.
Hoofdstuk 2. Effecten van calamiteiten en crises
De gevolgen bepalen of iets een calamiteit of crisis is, maar niet elke gebeurtenis met ernstige
consequenties of effecten is een crisis.
De korte-termijn consequenties zijn redelijkerwijs makkelijk in te schatten, maar de lange-termijn
consequenties zijn dit niet. Tevens is het lastig om de psychische effecten en schade van crises te
bepalen (Bijlmerramp).
Wat opvallend hierbij is, is dat nazorg bij een crises vanzelfsprekend is. Echter, wanneer iemand zijn
partner verliest aan een ziekte is dit minder vanzelfsprekend. Ook zijn er vormen van social support
die in bepaalde structuren ontbreken.
Materiële effecten
Materiële schade lijkt betrekkelijk eenvoudig te compenseren, maar dit is niet altijd het geval. Denk
aan foto’s die zijn verwoest door een explosie, of financiële schade als gevolg van de eerder geleden
schade.
Directe effecten van een gebeurtenis kunnen dus leiden tot lichamelijk en geestelijk letsel, directe
schade en gevolgschade. Mensen kunnen echter ook actief reageren of directe signalen en effecten
en vervolgens zelf weer effecten bewerkstelligen.
De rol van mensen bij calamiteiten of crises
Het kunnen voorspellen en sturen van gedrag is een belangrijk aspect van crisismanagement.
Bij crisissituaties hebben we te maken met individuele psychologische aspecten en
groepsdynamische aspecten. Hiermee kunnen we het gedrag van mensen verklaren die een
noodsituatie ondervinden en ook van hen die de situatie moeten gaan beheersen.
Om passiviteit te doorbreken is een juiste aansturing van gedrag van groot belang.
Imagoschade
De drempel voor nieuwswaarde is drastisch veranderd, door de globalisering van de afgelopen paar
jaar. Er bestaan hele nieuwe onderwerpen die dagelijks aan het licht komen.
Bedrijven investeren miljoenen in reclame en het opbouwen van imago. In het communicatieveld
wordt crisiscommunicatie als een synoniem gezien van crisismanagement. Het is dan ook een
belangrijk aspect in het beheersen en beperken van imagoschade.
Bij de ‘klassieke media’ is informatie vaak nog mogelijk te sturen en een dialoog aan te gaan. Bij de
communicatie via internet en allerlei open media is dit vrijwel onmogelijk.
Effecten in fasen
Het vlinderdasmodel geeft aan dat een veelheid van oorzaken en het falen van verschillende
veiligheidsmaatregelen uiteindelijk leiden tot een ongeval of calamiteit. Dit leidt weer tot een
uitwaaierend veld van effecten.
De effecten proberen we te temperen. We kunnen de effecten van de crisis of calamiteit
kunnen zien als de cirkels in het water die ontstaan nadat daarin een steen gegooid is →