Hoofdstuk 5
Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 – 1600 na Christus)
In 1540 sluiten de Franse koning Frans I en de keizer van het Heilige Roomse Rijk,
Karel V, vrede. De vredesbesprekingen waren tot stand gekomen op aandringen van
de paus. Hij vond het raar dat twee katholieke vorsten elkaar bestreden in plaats van
samen de vijanden van de Kerk te bevechten. De verzoening hield helaas niet lang
stand.
Rond 1500 begint een nieuwe periode: de Vroegmoderne Tijd. In deze tijd:
Ontdekten Europeanen nieuwe werelddelen en ontmoeten onbekende volkeren.
Beelden kunstenaars niet alleen het geloof uit maar ook andere onderwerpen.
Architecten bouwden naast kastelen en kerken ook paleizen en villa’s.
Zowel in de kunst als in de architectuur was de klassieke Oudheid een inspiratiebron.
Spanningen die in de Vroegmoderne Tijd leiden tot een opstand van Nederlandse
gewesten tegen het Habsburgse bestuur zijn:
Godsdienstige spanningen: daar waar de Kerk in de Middeleeuwen de relatie
tussen de mensen en God bepaalde, gingen de mensen in de 16 e eeuw het
geloof individueel beleven. De Kerk verzette zich hiertegen door andersgelovigen
te laten vervolgen.
Politiek-bestuurlijke spanningen: vorsten zetten hun centralisatie- en
uniformeringspolitiek door terwijl steden en edelen hun vrijheden en voorrechten
wilden behouden.
Kenmerkende aspecten
Het begin van de Europese overzeese expansie
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van
een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke Kerk in West-
Europa tot gevolg had
§ 5.1 Renaissance en humanisme
KA Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin
van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
KA De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid
De school van Athene, schilderij van Rafaël, met daarop Plato (uiterlijk van Leonardo
da Vinci, wijst naar boven – het bovenmenselijke), Aristoteles (wijst naar beneden –
het aardse). Andere filosofen en wetenschappers zijn Archimedes, Euclides en
Pythagoras (wiskunde en natuurkunde), Socrates (filisoof) en Ptolemeüs (aardbol).
De schilder laat met dit schilderij zien dat er een directe verbinding is tussen de
filosofen en wetenschappers uit de klassieke Oudheid en die van zijn tijd.
Renaissance
In de Middeleeuwen had de Kerk weinig waardering voor kennis uit de Oudheid. Veel
kennis ging daardoor verloren, totdat de kruistochten en de handel ertoe leidden dat
1
,christenen in contact kwamen met Arabische wetenschappers die de kennis goed
bewaard en uitgebreid hadden.
Noord-Italië hadden veel interesse in de kennis over medisch en wiskundig gebied.
Door de welvarende handel genoten rijke Italiaanse burgers van kunst en
luxegoederen. De mentaliteit van de Kerk, die benadrukte dat het hiernamaals
belangrijker was dan het heden, sloot niet goed aan bij de levensstijl van de rijke
burgers. De Grieken en de Romeinen, die de schoonheid en het zin van leven
benadrukten, sloten wel aan bij de levensstijl van de rijke Italiaanse burgers. Dit
verklaart dan ook de belangstelling voor klassieke kennis.
Klassiek erfgoed (= cultuurgoed dat is overgeleverd uit vroegere tijden), zoals
de oude geschriften, werden weer belangrijk. De belangstelling groeide nog meer
nadat Constantinopel in 1453 in Turkse handen viel. Vluchtelingen kwamen uit
Constantinopel naar Italië toe en namen klassieke idealen en denkbeelden mee.
De klassieke kunst, waaronder ook de Grieks-Romeinse bouw- en kunststijlen,
beleefde een renaissance (= wedergeboorte).
Nieuwe gebouwen kregen zuilen en timpanen (versierde driehoeken)
Beeldhouwwerken leken kopiën van klassieke beelden.
Toch zat er een verschil in de kunst; de gezichten op kunstwerken lieten meer
emoties en individuele trekken zien en waren minder streng en ernstig.
Homo universalis: persoon die actief en begaafd is op diverse terreinen, bijv.
architect, beeldend kunstenaar en wetenschapper. Vb.: Leonardo da Vinci en
Michelangelo.
Humanisme
Renaissancekunstenaars en -wetenschappers zagen de Middeleeuwen als een
duistere periode waarin de wetenschap en de idealen van Grieken en Romeinen
verloren was gegaan, het christelijk geloof had het denken beheerst.
Renaissancewetenschappers wilden met hun verstand verschijnselen verklaren, net
zoals in de Oudheid. Het geloof en de bijbel waren niet langer meer de basis van alle
kennis -> humanisme: geestelijke beweging uit de 15e en 16e eeuw die zich
kenmerkte door studie van de klassieke Oudheid en door zelfstandig en kritisch
denken. De mens staat hierin centraal.
Humanistische geleerden discussieerden veel teneinde de wereld te verbeteren. Ook
discussieerden zij over de Kerk. Eén van hen was de Nederlandse humanist
Erasmus. Hij maakte op basis van de oudst overgeleverde Bijbelteksten een
wetenschappelijk verantwoorde Bijbelvertaling. Deze vertaling was anders dan die
van het Vulgaat, de Bijbel die door de Kerk gebruikt werd; dat was een Latijnse
vertaling die verschillende keren was overgeschreven. Door het overschrijven waren
er fouten ontstaan en dat was pijnlijk voor de Kerk. De kerkelijke regels waren
namelijk gebaseerd op het Vulgaat. Als de tekst niet klopte, klopten de regels dan
wel? Met zijn werk zette Erasmus onbedoeld een stap naar kerkhervorming.
Humanistisch onderzoek vernieuwde niet alleen het geestelijke mensbeeld maar ook
het fysieke mensbeeld. Artsen bestudeerden het menselijk lichaam aan de hand van
klassieke theorieën maar volgden deze niet kritiekloos; ze bleven zelf nadenken.
Hierdoor ontdekte de arts Vesalius dat de Grieks-Romeinse arts Galenus in de 2 e
eeuw verkeerde conclusies met betrekking tot het menselijk lichaam had getrokken.
2
, Kernbegrippen
Erfgoed cultuurgoed dat is overgeleverd uit eerdere tijden
Renaissance cultuurstroming in de 15 en 16e eeuw die de mens centraal stelde en
de kunst uit de klassieke Oudheid als voorbeeld nam.
Homo universalis persoon die actief en begaafd is op diverse terreinen
Humanisme geestelijke beweging uit de 15e en 16e eeuw die zich kenmerkte door
studie van de klassieke Oudheid en door zelfstandig en kritisch
denken.
Mensbeeld voorstelling van wat de mens is, zowel in geestelijke als in lichamelijke
zin.
§ 5.2 Ontdekkers van nieuwe werelden
KA Het begin van de Europese overzeese expansie
KA Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin
van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
KA De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid
Monument voor de ontdekkingsreizigers, Lissabon. Op de plek van het monument
werden in de 15e en 16e eeuw de ontdekkingsreizigers uitgezwaaid. Te zien zijn:
prins Hendrik de Zeevaarder, Bartolomeus Diaz (als eerste om de zuidpunt van
Afrika), Vasco da Gama (ontdekte zeeroute naar India), Pedro Cabral (ontdekker van
Brazilië) en Ferdinand Magellaan (bewees dat je om de aarde kon varen maar
overleefde dit niet). Daarnaast gelieerde personen zoals cartografen, missionarissen,
kunstenaars en leden van het koningshuis.
Portugezen gingen als eersten op ontdekkingsreis.
Wereldbeeld rond 1450
Er was in de Late Middeleeuwen volop internationale handel, vooral vanuit Italiaanse
steden. Hierdoor was de topografische kaart van het Middellandse Zeegebied
behoorlijk gedetailleerd. Over het gebied daarbuiten was veel minder bekend.
Wetenschapper Toscanelli combineerde wereldkaarten uit de 1 e eeuw met actuele
Europese en Arabische kennis maar de wereldkaart bleef onbetrouwbaar.
Desondanks leidde het combineren van oude en nieuwe kennis tot een verbreding
van het wereldbeeld (= voorstelling van de werkelijkheid en van de wereld).
Portugezen gaan voor
Arabische en Ottomaanse handelaren leverden o.a. specerijen, zijde en edelstenen
aan Noord-Italiaanse handelaren. Iedereen wilde er iets aan verdienen, waardoor de
producten in bijv. Portugal en Spanje duur waren; zelf handelen was goedkoper.
Over land lukte dit niet omdat de Arabieren en Ottomanen de Europese handelaren
toegang weigerden, zeker na de verovering van Constantinopel was reizen door het
Ottomaanse Rijk onmogelijk. Prins Hendrik de Zeevaarder organiseerde daarom
ontdekkingsreizen langs de Noord-Afrikaanse kust. Met een beetje geluk ontdekten
ze een vaarroute naar Azië en anders namen ze een deel van de handel in slaven,
goud en ivoor over waaraan ze ook goed konden verdienen. Zo ontdekten de
Portugezen de Canarische Eilanden, Madeira, de Azoren en de Kaapverdische
Eilanden. Vanuit deze eilanden gingen de reizen steeds verder, voor plaatsbepaling
gebruikten zij het kompas en het astrolabium (leren kennen via de Arabieren).
Bartolomeus Diaz reisde in 1488 als eerste om Afrika en in 1498 bereikte Vasco da
Gama de westkust van India. Op de route naar India bezetten de Portugezen
3