DOD HOOFDSTUK 1: VOLK OF EXPERT
In een democratie heeft een grote groep mensen met dezelfde mening een grote politieke macht.
Ze kunnen politici kiezen die aansluiten bij hun standpunten en bezwaren indienen tegen
bepaalde ideeën.
Zouden politieke beslissingen (zoals een klimaatbeleid) dan niet beter af zijn in de handen van een
kleine groep mensen met verstand van zaken? Bijvoorbeeld wetenschappers die een jarenlange
studie achter de rug hebben.
Met een regering door experts zouden de politieke besluiten verstandiger kunnen worden, daar zou
de hele samenleving van profiteren.
Aan de andere kant moet je jezelf ook afvragen welke expertise nodig is om goede beslissingen te
nemen en of iemand überhaupt wel zoveel expertise kan vergaren.
DUS:
Zijn we in een democratie wel beter af dan met een regering door experts met verstand van zaken?
PLATO
Een democratie leidt tot onverstandige beslissingen omdat het gewone volk onvoldoende
verstand heeft. De staat zou bestuurd moeten worden door filosofen.
DAHL
Het is onmogelijk om opgeleid te worden tot volmaakt politiek bestuurder. Een democratie is
daarom juist wel verstandig.
MILL
Zelfs de meest deskundige dictator kan in zijn eentje nooit genoeg kennis hebben om altijd de
verstandige beslissingen te nemen.
SCHUMPETER
We overschatten de rationaliteit van het volk, zeker bij het nemen van politieke beslissingen. Een
democratie is niet onverstandig, maar we moeten wel de gekozen politici vertrouwen en hun werk
laten doen.
,PARAGRAAF 1: PLATO WEG MET DE DEMOCRATIE, LANG LEVE DE FILOSOFIE
SOCRATES, PLATO EN DE ATHEENSE DEMOCRATIE
De bekendste en een van de eerste democratieën ter wereld was die van Athene.
Deze democratie was wel anders dan onze moderne democratie.
Volgens de Atheense democratie behoorden kinderen, vrouwen, slaven en vreemdelingen niet
tot het volk, een heel groot deel had dus geen politieke inspraak.
De vrije mannen die wel tot het volk behoorden, hadden directe inspraak op het beleid van de
staat.
Twee keer tussendoor, in 411 en 404 V.C. werd Athene kort bestuurd door brute oligarchische
regeringen. Het was in dit Athene dat twee van de bekendste filosofen ooit leefden; Socrates en zijn
leerling Plato.
Socrates en zijn volgelingen waren geen voorstanders van de democratie.
In het werk ‘De Staat’ wordt onderzocht wat rechtvaardigheid is. Hierin vinden we de opvattingen
van Socrates en Plato over de democratie, maar ook Plato’s bekende allegorie van de grot, waarin hij
zijn opvattingen over een echtere werkelijkheid dan de zichtbare wereld illustreert.
Volgens Plato is de rechtvaardigheid in onze samenleving te belangrijk om toe te vertrouwen aan het
gewone volk. In plaats van een democratie zouden we een regering door experts moeten hebben.
DE ARBEIDER, DE WACHTER EN DE HEERSER
Plato’s mensbeeld is dualistisch.
Dualistisch = de mens bestaat uit twee onderscheidbare delen: een veranderlijk en sterfelijk lichaam
en daarnaast een onveranderlijke en onsterfelijke ziel.
In de ziel herkent Plato drie verdere onderdelen:
De rede (= verstand)
De wilskracht
De begeerte (= behoefte)
Het is de bedoeling dat de rede de baas is over wilskracht en begeerte, maar dat valt niet van
iedereen te verwachten.
Ieder van ons heeft namelijk een ziel die uit deze drie delen bestaat, alleen niet alle delen zijn bij
iedereen even goed ontwikkeld.
In de staat die Plato in plaats van de democratie voorstelt, zijn drie bevolkingsgroepen te vinden:
heersers, wachters en arbeiders.
Rechtvaardigheid komt pas tot stand als iedereen datgene doet waarvoor hij geschikt is.
Plato’s utopie:
Wie zich het meest laat leiden door behoeften/begeerte, komt het best tot zijn recht als
arbeider.
Laat je je vooral leiden door wilskracht, dan ben je wachter. De verdedigt de staat.
Het bestuur laten we volgens Plato over aan de mensen bij wie de rede het meest is
ontwikkeld, de heersers.
, DE FILOSOOF ALS KONING
Plato’s metafysica kent twee werelden:
De schijnbare wereld van materie.
De echte wereld van de Ideeën.
De materiële wereld waarin wij leven, is slechts een afspiegeling van de Ideeën.
In deze Ideeënleer zijn de Ideeën bron en oorsprong van de wereld waarin wij leven.
Ze zijn daardoor echter, zuiverder, puurder.
De hoogste Ideeën zijn het Goede, het Ware en het Schone.
Filosofische kennis van de Ideeën zal zorgen voor rechtvaardig handelen.
Wilskracht en begeerte zijn op het vergankelijke gericht en daarmee geen goede grond om tot
kennis van het goede en het ware te komen.
Daarom zijn ‘koning-filosofen’ volgens Plato bij uitstek geschikt om een rechtvaardige
samenleving tot stand te brengen.
Een kok of meubelmaker is bijvoorbeeld niet geschikt om te regeren omdat:
De technische kennis om een goede saus of een houtverbinding te maken is een praktische
toepassing van de Idee van het Goede, maar vereist geen kennis van de Idee van het Goede op
zichzelf.
Idee van het Goede = deze Idee geeft de bestuurder inzicht in de natuur van de mens en hoe een
samenleving van deze mensen het best geregeerd kan worden.
Plato’s staat wordt geregeerd door koning-filosofen. Dit kunnen zowel vrouwen als mannen zijn. In
Plato’s utopie speelt het onderscheid tussen man en vrouw, in ieder geval in de heersende en
soldatenklasse, een ondergeschikte rol (het is niet van belang).
Plato stelt voor om uit de soldatenklasse die mensen te selecteren die over een sterke rede
beschikken en hen vervolgens onder te dompelen in een jarenlange opleiding tot koning-filosoof.
Een koning-filosoof wordt opgeleid tot expert op het gebied van rechtvaardigheid, wat hem het
meest geschikt maakt om het land te besturen. Zijn ideale samenleving is een aristocratie.
Aristocratie = een staat die geleid wordt door een minderheid die daar dankzij hun karakter en
opleiding het meest geschikt voor zijn.
Wetenschap van regeren In deze wetenschap versmelten filosofische, morele kennis en de kunde
van het regeren, beide afgeleid van Ideeën, tot één geheel.
Koning-filosofen weten wat moreel goed is én beschikken over de kennis en kunde om dat goede
in praktijk te brengen.
MAATREGELEN TOT CURRUPTIE
Echte wijze koning-filosofen laten zich niet zomaar verleiden door hun begeerten. Ze zijn getest op
hun onpartijdigheid en deugdzaamheid.
Toch is het niet uitgesloten dat de macht de heersers corrupt kan maken, zodat alle hoop en
rechtvaardigheid alsnog verloren gaat.