Uitgebreide samenvatting van de hoofdstukken 3 tot en met 10 van de derde editie 'Ethische codes voor Psychologen', geschreven door Karel Soudijn. De hoofdstukken 1 en 2 ontbreken omdat ik daarvoor zelf een samenvatting van iemand geleend hebt.
Weerspiegelingen van tijd en cultuur
Het NIP kent sinds 1960 een beroepscode. Volgens de reglementen van het NIP stelt de Ledenraad
van de vereniging de beroepscode vast. Dit betekent dat regels uit de beroepscode de weergave zijn
van een meerderheidsbesluit.
De APA kent een beroepscode sinds 1953. Regels uit beroepscodes hangen af van de tijd en de
cultuur waarin ze zijn aangenomen of gewijzigd. Wijziging van de codes kan er voor zorgen dat het
beroep meegroeit met de samenleving, of de ontwikkeling daarvan zelfs bevordert.
Voorbeeld 3.1: Het Amsterdamse fobieënproject
In de jaren ’60 gingen steeds meer mensen psychologie studeren. Een Amsterdamse hoogleraar
zette het fobieënproject op. Hierin combineerden psychologiestudenten een praktijkstage met het
schrijven van een onderzoeksverslag. Iedere student kreeg een patiënt met fobische klachten.
Behandelingen waren vaak experimenteel en studenten werden begeleid door een beperkt aantal
docenten.
In 1966 was het heel handig om studenten de rollen van therapeut en onderzoeker te laten
combineren. Ook was het efficiënt om hulpzoekenden als proefpersonen te benaderen. Volgens de
huidige ethiek zou zo’n fobieënproject onacceptabel zijn:
Er wordt tegenwoordig zwaarder getild aan de combinaties van rollen.
Bovendien moet er duidelijker recht gedaan worden aan de keuzevrijheid van cliënten zoals
het recht om op ieder moment te kunnen stoppen met de behandeling.
Tegenwoordig is het minder gewenst om onervaren hulpverleners te laten werken met
behandelingsmethoden die nog in een experimentele fase verkeren. Minimaliseren van
begeleiding past daar al helemaal niet bij.
Voorbeeld 3.2: Sociaal contract met de maatschappij
In de CPA is het eerste algemene principe geformuleerd als respect voor de waardigheid van
personen. De code specificeert bij elk algemeen principe tevens een waardeoordeel.
Bij het eerste principe gaat het waardeoordeel over het sociale contract met de samenleving:
De betekenis van het werk van psychologen wordt kennelijk in sterke mate bepaald door
waarden die in de maatschappij van belang worden geacht.
Canadese psychologen zijn zich bewust van enige ruimte tussen de regels van de
samenleving en hun eigen regels: psychologen behoren de belangen van individuen sterker
te behartigen dan de gebruikelijke samenleving.
Via de eigen praktijk bestaat er de mogelijkheid om de samenleving verder te ontwikkelen.
Zelfbescherming van de professie
Sommige regels zijn bedoeld als zelfbescherming van de beroepsgroep. In artikel 18 (basisprincipe
verantwoordelijkheid) staat:
, ‘Psychologen onthouden zich van gedragingen waarvan zij weten of redelijkerwijs kunnen
voorzien dat deze het vertrouwen in de wetenschap van de psychologie, de
psychologiebeoefening of in collega’s kunnen schaden.’
Uitoefening van kritiek is de motor van de wetenschap, maar volgens het NIP mag deze dus niet te
zwaar zijn. Wetenschap functioneert volgens het principe van tegenspraak, maar het NIP hangt hier
een clausule aan: de geloofwaardigheid van het vak mag er niet onder lijden.
Voorbeeld 3.3: Een professorenruzie
In een publicatie maakt Professor X insinuerende opmerkingen over collega-psycholoog Professor Y.
In de publicatie staan verdachtmakingen zonder bewijzen.
Met twee principes moet rekening gehouden worden in deze casus: de professoren zijn gelijkwaardig
(zolang Y ook de kans heeft X van repliek te dienen in een publicatie). Aan de andere kant zijn
insinuaties geen zakelijke argumenten: er kan al gauw sprake zijn van karaktermoord. Als dat het
geval is, is de klacht gegrond.
In de Duitse beroepscode is alleen zakelijke kritiek toegestaan.
Zelfbescherming krijgt soms de vorm van een inspanningsverplichting. De NIP-code vermeldt dat
psychologen zich actief moeten inzetten om te zorgen dat de beroepsgroep goed functioneert. Tal
van artikelen verplichten de psycholoog om het vertrouwen in de professie te bevorderen.
Een andere vorm van zelfbescherming vind je veel in de APA; het gebruik van ‘redelijke’ en
‘passende’. Deze woorden geven de psycholoog vrijheid om te handelen naar eigen invulling.
‘Redelijk’ is toch vooral datgene wat iedere behoorlijke opgeleide psycholoog in een vergelijkbare
situatie zou doen en ‘passend ’is alles wat iedere behoorlijk geschoolde psycholoog in die situatie
redelijk vindt. Deze termen beschermen vaak ook wanneer er een schadeclaim is ingediend.
Voorbeeld 3.4: Open begrippen in NIP-code
Ook de Nederlandse code bevat open begrippen, maar minder dan de Amerikaanse. Zulke woorden
zijn o.a. ‘redelijkerwijs’ en ‘relevant’.
Marginale toetsing van rapporten
Wanneer er wordt geklaagd over de inhoud van een psychologisch rapport, hanteert zowel het CvT
als het CvB een procedure die wordt aangeduid als marginale toetsing. Het komt er op neer dat
wordt gekeken of een rapport redelijk goed in elkaar zit. Er wordt slechts onderzocht of de hier
gevolgde werkwijze acceptabel is.
De afgelopen jaren zijn er vijf criteria bij marginale toetsing toegepast:
1. Wordt in het rapport op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke gronden de
conclusie van het rapport steunt?
2. Vinden de in het rapport uiteengezette gronden aantoonbaar voldoende steun in de feiten,
omstandigheden en bevindingen van het rapport?
3. Kunnen bedoelde gronden de daaruit getrokken conclusies rechtvaardigen?
4. Beperkt de rapportage zich tot de deskundigheid van de rapporteur?
, 5. Kon de methode van onderzoek om te komen tot beantwoording van de voorgelegde vraagstelling
leiden tot het beoogde doel, of heeft de rapporteur daarbij de grenzen van de redelijkheid en
billijkheid overschreden?
In de herziene beroepscode van 2015 staan vergelijkbare criteria in artikel 97 vermeld. Volgens dit
artikel moet rapportage tegenwoordig minimaal voldoen aan de volgende eisen:
Het rapport vermeldt de feiten, omstandigheden en bevindingen waarop het berust.
Het rapport geeft blijk van een geschikte methode van onderzoek om de voorgelegde
vraagstelling te beantwoorden.
Uit de rapportage moet duidelijk blijken op welke gronden de bevindingen en conclusies
berusten en wat de beperkingen daarvan zijn.
Het rapport vermeldt de bronnen waarop het berust, daaronder begrepen de gebruikte
literatuur en de geconsulteerde personen.
In het rapport wordt melding gemaakt van de vertrouwelijke aard en na verloop van welke
termijn de conclusies redelijkerwijs hun geldigheid hebben verloren.
Rem op uitbuiting
Beroepscodes van psychologen besteden veel aandacht aan het thema ‘vertrouwelijkheid’. Regels
over vertrouwelijkheid zijn te beschouwen als een bescherming van individuen die in een kwetsbare
positie verkeren. Psychologen verplichten zich om zorgvuldig om te gaan met informatie die zij van
anderen krijgen.
Voorbeeld 3.5: Vertrouwelijkheid op z’n Amerikaans
In de Amerikaanse beroepscode staat een artikel over handhaving van vertrouwelijkheid. Het is een
complexe bepaling waarin diverse uitgangspunten zijn samengebald. Aan handhaving van
vertrouwelijkheid wordt een hoge waarde toegekend, want het is een elementaire verplichting. Toch
geldt die verplichting niet in absolute zin. Er kunnen regels en gewoonten bestaan die nóg
belangrijker zijn. Verder hoeven Amerikaanse psychologen niet tot het uiterste te gaan, want zij
moeten slechts redelijke voorzorgsmaatregelen treffen om vertrouwelijkheid te handhaven.
Cliënten worden bij informed consent opgevat als individuen die op rationele gronden beslissingen
kunnen nemen. Psychologen zijn echter verplicht om schriftelijke voorwaarden te scheppen voor het
nemen van rationele beslissingen. Niet iedereen is in staat om weloverwogen beslissingen te nemen,
bijvoorbeeld door ziekte of leeftijd. Beslissingsbevoegdheid gaat dan naar wettelijke
vertegenwoordigers.
In de beroepscode wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘rapportage’ en ‘dossier’:
- Rapportage: verslag over iemand of een groep mensen, dat met een specifiek doel en een duidelijke
vraagstelling is opgesteld.
- Dossier: verzameling aantekeningen en gegevens die de psycholoog zelf bewaart, om het werk met
een cliënt of met een groep mensen goed te kunnen uitvoeren.
De cliënt mag contact met de psycholoog altijd verbreken, tenzij het contact opgelegd is door de
rechter. Oftewel, cliënten hebben over het algemeen recht op het blokkeren van rapportage. Ook
hebben ze het recht op het laten vernietigen van het dossier.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnoukVroegindeweij1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.