Hoofdstuk 5
Paragraaf 1: Liefde voor het vaderland
-Je kunt uitleggen wat er werd besloten op het Congres van Wenen.
Na alle oorlogen en de Franse Revolutie was Europa aan vrede toe. Leiders van landen vonden dat
de Franse Revolutie nooit meer mocht gebeuren. Omdat ze bang waren dat Frankrijk weer te
machtig zou worden, organiseerden ze een grote verandering, het Congres van Wenen. Ze namen
hier 3 belangrijke besluiten:
• Ze keerden de politiek-bestuurlijke situatie van Europa terug naar hoe het voor de
Franse Revolutie was. Dit heet de restauratie. Koningen en vorsten kamen weer aan
de macht. In Frankrijk kwam Lodewijk XVIII aan de macht, een broer van onthoofde
Lodewijk XVI. In Nederland werd Willem I koning.
• Frankrijk werd omringd met sterke landen. Nederland, België en Luxemburg werden
samengevoegd en Duitse staat Pruisen werd versterkt.
• Vorsten hielpen elkaar met het bestrijden van revolutionaire ideeën en bewegingen.
Zo bleef het rustig.
•
-Je kunt aan de hand van voorbeelden uitleggen wat nationalisme inhoudt, zowel op cultureel als
op politiek-bestuurlijk gebied.
In de 19e eeuw kregen steeds meer mensen het gevoel dat ze bij een volk of natie hoorden: een
groep met eigen taal, cultuur en geschiedenis. Voor de 18e eeuw voelden mensen zich meer
verbonden met hun stad of streek.
De liefde voor eigen volk, het nationalisme, kreeg op verschillende manieren vorm. Mensen kregen
meer belangstelling voor de geschiedenis van hun volk en nationalisten vonden dat elk volk hun
eigen staat moest krijgen, wat leidde tot opstanden en oorlogen.
Een ander gevolg van het nationalisme was dat Europese staten allemaal de sterkste wilde zijn, wat
leidde tot concurrentie en de opkomst van militarisme. Het gevolg was dat landen hun legers
uitbreidden en vaak met oorlog dreigden.
-Je kunt met enkele voorbeelden uitleggen hoe de kaart van Europa in de 19e eeuw veranderde.
Nationalisten vonden dat elk volk een eigen staat moest hebben, wat leidde tot veel problemen in
veelvolkerenstaten. In Oostenrijk spraken mensen bijvoorbeeld in sommige gebieden Duits, maar
ook Hongaars, Roemeens of Pools. In het Ottomaanse rijk woonden Grieken en Bulgaren. Zij gingen
in de 19e eeuw strijden voor een land, waardoor Oostenrijk en het Ottomaanse Rijk uit elkaar vielen.
Een van de eerste volken die streden voor een eigen staat waren de Grieken. Veel mensen hadden
sympathie voor de Grieken, omdat zij een Christelijke minderheid waren in het Islamitische
Ottomaanse rijk. Toen de Griekse opstand mislukte, kwamen Rusland, Frankrijk en Groot-Brittannië
helpen en zo verdreven ze de Ottomaanse machthebbers. Terwijl Griekenland in 1830 onafhankelijk
werd, werden de Roemenen en Burgaren pas rond 1900 onafhankelijk.
Soms wilden nationalisten landen juist samenvoegen, wanneer een volk verspreid over verschillende
staten woonde. Bewoners van Duitstalige landen voelden zich bijvoorbeeld verbonden en wilden
één land. In 1848 lukte dit bijna, maar Duitse vorsten wilden hun macht niet afstaan. In 1871 lukte
het Otto Von Bismarck. Hij was een kanselier/regeringsleider van Pruisen en hij stichtte het Duitse
, keizerrijk nadat de Duitsers een oorlog hadden gewonnen tegen de Fransen. Dit land werd, tot
teleurstelling van velen geleid door een keizer, Wilhelm I.
Ook Italië werd rond deze tijd een land. Vanaf 1848 waren hier veel oorlogen die leidden tot de
stichting van Italië in 1861. Italië werd een parlementaire democratie.
-Je kunt uitleggen wat de gevolgen waren van het nationalisme voor Nederland.
In Nederland was het noorden en het zuiden heel verschillend, wat tot veel problemen leidde door
het nationalisme. In het zuiden praatten veel mensen Frans en waren katholiek, in het zuiden waren
veel protestanten en er werd Nederlands gesproken. De geschiedenis was ook heel verschillend en
het zuiden liep economisch voorop. Daar was de industrialisatie in 1820 al begonnen terwijl die in
het noorden nog moest beginnen. De 'noordelijke' koning Willem I wilde de 2 gebieden tot een
eenheid maken door Nederlands als officiële taal in te voeren en de katholieke kerk terug te dringen,
wat leidde tot spanningen. De zuiderlingen hadden het gevoel dat ze tot het Belgische volk
behoorden, waardoor ze een opstand startten in 1830 voor een eigen land en koning. Binnen een
jaar erkende alle andere Europese landen dat België een apart koninkrijk was. Willem I was het hier
niet mee eens en startte in 1831 een kleine oorlog, die België won met behulp van Frankrijk. In 1839
gaf Willem I toe.
Paragraaf 2: Europa gaat de wereld overheersen
-Je kunt beschrijven hoe de overzeese handelscontacten van Europeanen uitgroeiden tot
wereldrijken.
In 1500 hadden Europeanen vaarroutes ontdekt naar Afrika, Amerika en Azië, waar ze goud, zilver,
specerijen, koffie en thee, suiker, ivoor en slaven vandaan haalden.
In Amerika hadden Europeanen in de 16e en 17e eeuw koloniën gesticht om plantages te beginnen.
De oorspronkelijke bevolking was verdreven, onderworpen of gestorven aan ziektes.
In Afrika en Azië had Europa handelsposten aan de kust gesticht, waar ze handel dreven met lokale
vorsten. Het binnenland bleef onbekend tot in de 19e eeuw. Ook in Azië en Afrika begonnen
Europeanen koloniën te stichten. De bevolking moest producten voor de markt verbouwen, zoals
tabak, koffie, thee, katoen en rubber. Ook haalden Europeanen delfstoffen zoals tin en aardolie uit
de grond. Europese landen wilden veel koloniën zodat ze een imperium konden vormen. De periode
tussen 1800 en 1940 wordt ook wel de periode van het modern imperialisme genoemd.
-Je kunt de belangrijkste oorzaken van het modern imperialisme noemen.
Het modern imperialisme had vier oorzaken.
- Fabrieken hadden behoefde aan grondstoffen uit de koloniën, zoals olie of rubber. Het bezit
van koloniën was dus erg voordelig. Ook werden ze gebruikt als afzetgebied: Gebied waar je
producten kan verkopen.
- Door de industrialisatie hadden Europeanen een technische voorsprong. Ze hadden dus
betere wapens en konden makkelijker koloniën veroveren. Ook konden ze met een telegraaf
makkelijk berichten overseinen.
- Europeanen hadden veel aanzien en macht, dus men vond dat ze een groot overzees gebied
verdienden.