Samenvatting inleiding verbintenissenrecht
College 1
Verbintenissen
Rechtsfeiten zorgen voor het ontstaan van rechtsgevolgen:
Ontstaan van een verbintenis
Tenietgaan van een verbintenis
Wijziging van een verbintenis
Rechtsfeiten
Menselijke handelingen Blote rechtsfeiten
Rechtshandelingen Feitelijke handelingen
Rechtsgevolg beoogd Rechtsgevolg niet beoogd
Bv. overeenkomst Bv. onrechtmatige daad
Bv. rechtmatige daad:
- Zaakwaarneming
- Onverschuldigde betaling
- Ongerechtvaardigde verrijking
Rechtsgevolg: verbintenis
Een verbintenis (art. 6:1 BW) is een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij (de
debiteur) verplicht is om een prestatie te leveren, terwijl de andere partij (de crediteur) hier recht op
heeft, dit is een vorderingsrecht. Deze prestatie kan zijn: iets geven, doen of nalaten. Verbintenis ≠
overeenkomst.
Een van de kenmerken van een verbintenis is dat de nakoming ervan kan worden afgedwongen (art.
3:296 lid 1 BW). Mocht de prestatie uitblijven, dan kan degene die er recht op heeft een
rechtsvordering instellen en in rechte nakoming afdwingen, verjaartermijn is 5 jaar (art. 3:306 e.v. BW).
Nakoming afdwingen kan ook d.m.v. een verhaalsrecht door een deurwaarder.
Op grond van art. 6:2 lid 2 BW moeten regels voortvloeiend uit de wet, gewoonte of rechtshandeling
buiten toepassing worden gelaten, als deze niet redelijk en billijk zijn. Daarentegen kan, wanneer
verplichtingen van partijen niet duidelijk zijn omdat zij niet uitdrukkelijk voorvloeien uit de verbintenis,
een beroep worden gedaan op de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.
Pluraliteit van schuldenaren
‘Is een prestatie door twee of meer schuldenaren verschuldigd, dan zijn zij ieder voor een gelijk deel
verbonden, tenzij uit wet, gewoonte of rechtshandeling voortvloeit dat zij voor ongelijke delen of
hoofdelijk verbonden zijn’ (art. 6:6 lid 1 BW).
Hoofdelijk verbonden (art. 6:6 lid 2 BW) = elk van de schuldenaren is, ten aanzien van dezelfde
prestatie, voor de gehele prestatie aansprakelijk. De wijze waarop hoofdelijke schuldenaren moeten
bijdragen in het voldoen van de prestatie wordt ook wel de bijdrageplicht genoemd (art. 6:10 BW).
Wanneer een hoofdelijke schuldenaar meer bijdraagt dan waartoe hij is gehouden, kan hij zijn
medeschuldenaren hiervoor aanspreken. Er zijn 2 mogelijkheden:
1. De schuldenaar kan het te veel gepresteerde op de overige schuldenaren verhalen
2. De schuldenaar kan een van de medeschuldenaren voor het geheel aanspreken.
Er bestaat dus een onderlinge verhaalsmogelijkheid tussen schuldenaren regres.
1
, Pluraliteit van schuldeisers
‘Is een prestatie aan twee of meer schuldeisers verschuldigd, dan heeft ieder van hen een
vorderingsrecht voor een gelijk deel, tenzij uit wet, gewoonte of rechtshandeling voortvloeit dat de
prestatie hun voor ongelijke delen toekomt of dat zij gezamenlijk één vorderingsrecht hebben’ (art.
6:15 lid 1 BW).
Wanneer een prestatie ondeelbaar is of wanneer het recht op een prestatie in een gemeenschap valt,
dan hebben de schuldeisers gezamenlijk één vorderingsrecht (art. 6:15 lid 2 BW).
Art. 6:15 lid 3 BW regelt de situatie dat een schuldenaar er niet van op de hoogte is, en er niet van op
de hoogte hoeft te zijn, dat het vorderingsrecht in een gemeenschap valt. Als de schuldenaar in een
dergelijk geval aan een van de schuldeisers presteert, dan heeft dit bevrijdende werking jegens de
andere schuldeisers.
Natuurlijke verbintenissen
Civiele verbintenis rechtens afdwingbaar
Natuurlijke verbintenis (art. 6:3 BW) rechtens niet afdwingbaar.
Wanneer er uit een natuurlijke verbintenis is gepresteerd, dan is deze prestatie niet een
onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW). Het is namelijk wel een verbintenis, dus er is een plicht
(schuld) en een recht. Een onverschuldigde betaling is het leveren van een prestatie, zonder dat
daardoor een rechtsgrond bestaat.
Voorbeelden van natuurlijke verbintenissen zijn:
Verjaarde rechtsvordering
Gentleman’s agreement nakoming is een sociale verplichting ontstaat uit een overeenkomst
Dringende morele verplichting nakoming is een morele verplichting niet ontstaan uit een
overeenkomst.
Natuurlijke verbintenis:
O.g.v. overeenkomst
O.g.v. de wet
O.g.v. dringende morele verplichting.
Soorten verbintenissen:
Hoofdelijke verbintenis art. 6:6 BW
Alternatieve verbintenis art. 6:17 e.v. BW
Voorwaardelijke verbintenis art. 6:21 e.v. BW
Verbintenis onder tijdsbepaling art. 3:38 BW.
College 2
2