Ontwerpen van leersituaties -
gevorderd
Verantwoording aantekeningen & literatuur
*SV: Alle literatuur + aantekeningen samengevat
*x: niet samengevat vanwege gebrek aan relevantie / niet aanwezig tijdens bijeenkomst.
OVL Kennisclips 1.3, 2.1, 6.1, 6.2, 6.3 SV
inl. Designing effective instruction - Morrison ch. 2 + 3 SV
Week 1 Aantekeningen openingscollege SV
Kennisclips 1-4 SV
TS Chapter 1+2 SV
Andrews, D. H., & Goodson, L. A. (1980). A comparative SV
analysis of models of instructional design. Journal of
Instructional Development, 3, 2-16.
Week 2 Kennisclips 6-8 SV
TS Chapter 3+4 SV
Merrill, M. D. (2002). First principles of instruction. SV
Educational Technology Research and Development, 50,
43-59.
Week 3 Kennisclips 9-13 SV
TS Chapter 5+6 SV
Frerejean, J., van Merriënboer, J. J. G., Kirschner, P. A., Gescand
Roex, A., Aertgeerts, P., en Marcellis, M. (2019). Designing
instruction for complex learning: 4C / ID in higher
education. European Journal of Education, 00, 1 – 12. doi:
https ://doi.org/10.1111/ejed.12363 (voorbeelden
toepassingen 4C/ID)
Week 4 Kennisclips 14-18 SV
TS Chapter 7+8+9 SV
Week 5 Kennisclips 19-23 SV
TS Chapter 10+11+12 SV
Week 6 Kennisclips 24-26 SV
TS Chapter 13+14 SV
Week 7 Kennisclips 27-30 SV
TS Chapter 15+16 SV
Williams, D., South, J., Yanchar, S., Wilson, B., & Allen, S. SV
(2011). How do instructional designers evaluate? A
qualitative study of evaluation in practice. Educational
Technology Research & Development, 59, 885-907.
doi:10.1007/s11423-011-9211-8.
Louise Beuze - OvL Gevorderd - Onderwijswetenschappen- UU 2021-2022
1
, Kirkpatrick, D. (1996). Great ideas revisited: Techniques SV
for evaluating training programs. Training and
Development, 50(1), 54–59.
Week 8 Q&A lecture Van Merriënboer SV
Ontwerpen van leersituaties - inleidend
Analyse van het instructieprobleem en evaluatie van het ontwerp.
Behoefte-analyse (hoofdstuk 2)
Vragen:
- Wat is het probleem?
- Is instructie de oplossing?
- Wat is de behoefte?
Wie zijn er betrokken bij instructional design?
- De ontwerper.
- De Subject Matter Expert (SME): weet inhoudelijk veel van de stof die geleerd moet
worden.
- Evaluator: extern persoon die meedenkt om te evalueren of het ontwerp past bij de
ontwerpvraag.
Waarom van tevoren analyseren? → duidelijk krijgen wat het probleem is.
Uitvoering van probleemanalyse:
- Documentenanalyse
- Interviews
- Vragenlijsten
- Observaties
Behoefteanalyse:
- Het gat tussen de huidige en bedoelde situatie
Louise Beuze - OvL Gevorderd - Onderwijswetenschappen- UU 2021-2022
2
, - Het specificeren van instructie die effectief en efficiënt kan zijn.
Soorten behoeften:
- Normative needs (aan een bepaalde norm voldoen);
- Comparative needs (behoefte uit vergelijking);
- Felt needs (behoefte uit gevoel);
- Expressed needs (behoefte naar iets wat al uitgesproken is);
- Anticipated (future) needs (behoefte in de toekomst);
- Critical incident needs (behoefte aan voorbereiding van mensen op situaties).
Uitvoering behoefte-analyse
- Wie zijn de deelnemers? Wat zijn hun behoeften?
- Welk meetinstrument wordt gebruikt?
- Hoe wordt het meetinstrument ingezet (procedure)?
- Data verzamelen
- Data analyseren
- Conclusie trekken
Doelanalyse: iets anders dan behoefteanalyse. Doelanalyse heeft specifiekere focus. Het is
een alternatief voor als er geen tijd of middelen zijn voor uitgebreide behoefteanalyse.
6 stappen:
1. Identificeer einddoel
2. Stel tussendoelen
3. Verfijn doelen
4. Zet ze op volgorde
5. Verfijn weer
6. Maak een definitieve volgorde
Performance assessment: kijken naar de oorzaak van het probleem en daarop de
instructie aanpassen. Wat is de reden dat er een gat is tussen huidige en gewenste situatie?
Waarom is dat gat niet overbrugd?
Samenhang tussen analyses:
Louise Beuze - OvL Gevorderd - Onderwijswetenschappen- UU 2021-2022
3
, Evaluatie van het ontwerp (hoofdstuk 13)
Evaluatie omvat alle stappen in het model van Morrison. Het hele proces wordt
geëvalueerd.
Vormen van evaluatie:
- Formatief: procesgericht, gaandeweg controleren of het op de goede weg is.
- Connoisseur-based: een expert vragen om het ontwerp te evalueren.
- Decision-oriented: praktisch, kunnen keuzes hierop gebaseerd worden?
- Objective based: worden de doelen bereikt met deze instructie?
- Public relation inspired: is dit hetgene waar het gemeenschapsgeld voor
gebruikt wordt?
- Constructivist-oriented process: gericht op meerdere onderdelen, hoe
meerdere componenten bij elkaar passen.
- Summatief: resultaatgericht, aan het einde controleren of iets gelukt is.
- Confirmatief: bevestigen van resultaten, werkt het voldoende? Zijn de effecten terug
te zien? → ook lange termijn effecten.
Stadia van formatief evalueren:
Focus van formatieve evaluatie:
- Worden de behoeften vervuld?
- Past het bij de doelgroepkenmerken?
- Worden de instructiedoelen behaald?
- Werken de opdrachten?
- Zijn de leerteksten helder en transparant (opbouw en illustraties)?
- Klopt de indicatie van de tijdsduur in de les?
Doelgroep- en context analyse
Horen bij ‘learner characteristics’ van model Morrison.
Belangrijke vragen:
- Belangrijke kenmerken van lerenden?
- Contextfactoren die instructie beïnvloeden?
- Inhoud van het curriculum en aansluitmogelijkheden?
- Gevolgen voor het ontwerp?
→ voor wie ga je ontwerpen, en waar vindt het leren plaats?
Louise Beuze - OvL Gevorderd - Onderwijswetenschappen- UU 2021-2022
4