Week 1
Open vraag
a. Instrumentele functie
• Nevendoeleinden van belastingheffing = belasting kan prikkel vormen voor gedrag
Namelijk: de taks moet de reiziger een zetje geven richting schonere alternatieven,
zoals de trein.
Budgettaire functie: in het regeerakkoord staat dat er een vliegbelasting moet komen
die 200 miljoen oplevert
b. Belastingontwijking = overeenstemming met wet
Belastingontwijking is, anders dan belastingontduiking, legaal gedrag van
belastingplichten waarmee de belastingdruk wordt gereduceerd. Er zijn 2 smaken:
- Door de wetgever uitdrukkelijk beoogde (goede) belastingontwijking
- Door de wetgever niet uitdrukkelijk beoogde (foute) belastingontwijking
Boeken vanaf een buitenlandse luchthaven i.p.v. een NLse luchthaven. Dit is een vorm
van foute belastingontwijking.
c. Afwenteling van belastingen houdt in dat door middel van de prijsvorming de
belastinglast door een ander wordt gedragen dan degene waarvan die belasting wordt
geheven. De vliegbelasting wordt geheven over de ticketprijs, en zou dus volgens de
bedoeling van de wetgever de ticketprijs moeten verhogen met 7 euro. In het artikel
wordt gesteld dat maatschappijen de belasting voor hun rekening zullen nemen. De
ticketprijs stijgt dan niet, en de belasting wordt betaald uit de winst van
vliegtuigmaatschappijen. Dat is afwenteling.
Vraag 1
B
Budgettaire functie = het verzamelen van extra belastingopbrengst geld bijeen brengen
voor de kosten van covid
Geen herverdeling want gaat niet om verkleinen vermogensverschillen.
Vraag 2
B
Zie lejour, tekst en schema op p. 15
Vraag 3
C
Andere miljonairs zullen misschien gaan denken: ja gelijk; moeten we doen.
Vraag 4
D
Pag. 7
Hofstra op pag. 4
Vraag 5
,C
Vraag 6
D
A: ja want in belastingrecht wijs je eerst aan wie moet betalen en wie er recht op heeft.
Privaatrecht gaat via rechter en niet overheid. Dan moet je dus zelf naar rechter. Dat is
ongericht.
Via privaatrecht is meer gedoe.
Vraag 7
C
Vraag 8
C
Rekenkamer kijkt naar doelstelling van overheid.
Pag. 16
Vraag 9
D
A: koper
B en C: ontvanger
, Week 2
Open vraag
a. 3.2 jo 3.4 Wet IB
Stap 1: Subject? Natuurlijk persoon (Freek) art. 2.1 jo 1.1 Wet IB. Hij is een natuurlijk
persoon en dus belast onder de inkomstenbelasting.
Stap 2: Object? – waarover belasting geheven?
- Is er sprake van een bron van inkomen? In deze casus is al gegeven dat het een bron
van inkomen is. Stel je had het wel moeten toetsen moet je kijken naar 3 cumulatieve
vereisten: deelname economisch verkeer, voordeel beogen en voordeel redelijkerwijs
te verwachten.
- Zo ja, welke bron van inkomen dan? Rangorderegeling art. 2.14 Wet IB de 1e plek in
de inkomstenbelasting waar iets belast of vrijgesteld is, daar is het dan ook belast. Ook
al kan het misschien onder andere bepalingen ook belast zijn, kan het daar ook onder
vallen, de rangorderegeling voorkomt dat eigenlijk. Je hoeft dus niet verder te kijken.
Hier: is er sprake van winst uit onderneming? Om te kunnen toetsen of er sprake is van
winst uit onderneming, toets je aan 2 dingen:
1. Is er sprake van een objectieve onderneming? (art. 3.3 Wet IB) Je moet kijken of er
sprake is van een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal:
De hoeveelheid opdrachtgevers: 1 grote opdrachtgever (70%: Kuber). Hoe meer
opdrachtgevers er zijn, hoe waarschijnlijker het is dat er sprake is van winst uit
onderneming. Hier dus vrij afhankelijk van 1 grote opdrachtgever.
De mate van bekendheid voor de buitenwereld: zijn activiteiten zijn niet naar
buiten bekend. Hij adverteert er namelijk niet mee.
De omvang van de investeringen: cursussen + examen
Omvang en duurzaamheid van de geïnvesteerde arbeid (tijdsbeslag): 32 uur per
week bezig met taxie-ritjes. Dat is een aanzienlijke tijdsbeslag.
Kan ja en nee antwoord zijn, maar onderbouwen met feiten.
2. Is er sprake van een subjectieve onderneming kijken naar ondernemer (art. 3.4
IB): voor rekening van wie wordt de onderneming gedreven en wie wordt
rechtstreeks verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming. In deze
casus is dat Freek.
b. Rangorderegeling: loon uit dienstbetrekking? Want je moet eerst kijken naar bronnen
die eraan voorafgaan.
- Persoonlijke arbeid
- Loon
- Gezagsverhouding: hij bepaalt zelf welke dagen en hoeveel uren per dag hij gebruik
maakt van het Kuberplatform. Dus geen gezagsverhouding.
Resultaat uit overige werkzaamheden?
- Causaal verband tussen arbeid en resultaat? Ja, want hij verkoopt autoritjes.
1–C
Belast?
- Subject? Natuurlijk persoon (Silvester) art. 2.1 jo 1.1 Wet IB
- Object?
- Bron van inkomen? Deelname economisch verkeer (niet in familie of vrienden),
voordeel beogen (daarom met RTL contact opnemen) en voordeel redelijkerwijs te
verwachten (aan telefoon natuurlijk over geld gehad). Aan voldaan
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper adayamogendorff. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,59. Je zit daarna nergens aan vast.