Praktijkboek Sociologie
Hoofdstuk 1: wat is sociologie?
1.1 Wat is sociologie?
Sociologie is de leer van de menselijke samenleving. Er wordt gekeken naar het gedrag van mensen
in hun sociale omgeving. Waarom gedragen mensen zich zoals ze zich gedragen als leden van de
samenleving?
Welke factoren zoals sociale klasse, cultuur, vooroordelen, stereotypen, sociale controle en sociale
ongelijkheid beïnvloeden het denken en gedrag van mensen?
1.2 Kritische wetenschap
Een socioloog is geneigd om steeds weer opnieuw het vanzelfsprekende ter discussie te stellen. Maar
die vanzelfsprekendheden blijken vaak niet zo vanzelfsprekend te zijn als we denken.
Je kijkt naar de wereld met je eigen referentiekader: dit kader bestaat uit de kennis, waarden en
oordelen die je zelf hebt opgedaan.
In de Westerse samenleving koesteren we waarden zoals vrijheid, gelijkheid en broederschap. Veel
van onze gedachten en gedragingen worden hierdoor beïnvloed. Die waarden worden ons vanaf
onze geboorte voorgeleefd en ingeprent, maar dat gebeurt niet overal hetzelfde.
Gedurende de afgelopen eeuwen zijn die waarden veranderd of hebben ze een andere invulling
gekregen. De verhouding tussen verschillende waarden zijn ook veranderd. Vrijheid is aan kracht
geworden ten koste van broederschap (solidariteit).
Referentiekaders van groeperingen en volkeren verschillen enorm. De generatie van nu heeft andere
referentiekaders dan die van ‘babyboomers’.
Een kritische wetenschap als sociologie is voortdurend op zoek naar de waarheid, naar feiten, en
verbanden die wetenschappelijk bewezen kunnen worden. Empirisch onderzoek is daarbij een
machtig hulpmiddel.
1.3 Sociaal bewustzijn
Mensen nemen niet graag afstand van beelden, ideeën en overtuigingen die ze van huis uit hebben
meegekregen en koesteren. Bij sociologie leren ze anders te kijken naar gekoesterde waarden,
meningen en opvattingen. Mensen vertonen gedrag dat voldoet aan de verwachtingen van de
omgeving.
Sociaal bewustzijn houdt in dat je zicht hebt op de snijpunten tussen je persoonlijke levenslot,
geschiedenis en sociale omstandigheden. De mogelijkheid zich te verwonderen, komt weer tot leven.
Het leidt tot een betere grip op je leven en minder afhankelijkheid van wat je overkomt. Tegelijkertijd
leer je hoe je het gedrag van anderen beter kan begrijpen.
Cognitieve dissonantie: psychologische term voor de onaangename spanning die ontstaat bij het
kennisnemen van feiten of opvattingen die strijdig zijn met een eigen overtuiging of mening.
Halo-effect: de neiging hebben om te denken dat wanneer iemand op één terrein positief opvalt, hij
ook wel goed zal zijn op andere terreinen. Vaak denken mensen dat als iemand één positieve
eigenschap heeft, hij verder ook goede kwaliteiten bezit. Dit is een vertekening van de werkelijkheid
en zorgt voor vooringenomenheid.
,Mensen hebben de neiging om anderen op hun foute daden af te rekenen en onszelf op onze goede
bedoelingen. De wereld zou er heel anders uitzien wanneer we het omgekeerde zouden doen =>
mensen creëren hun eigen subjectieve werkelijkheid, gebaseerd op de normen en waarden van de
omgeving waarin ze leven en opgegroeid zijn. Mensen zijn vooral op zoek naar hun eigen gelijk en
filteren de informatie die ze tegenkomen op een manier die bij hun standpunt past.
Sociologisch denken is vooral een rationele bezigheid. Het verst afstand. Sociaal bewustzijn krijg je
door in een helikopter de aan je voorbijtrekkende samenleving inclusief jezelf te analyseren. Met
deze helikopter kan je hoog vliegen en zeer breed kijken (macro) of laag vliegen zodat je meer details
kan onderscheiden (micro). Vaak hecht je zo aan het aardse bestaan, dat je niet de objectieve
theorie, maar je eigen waarden, normen en belangen gebruikt als bril om door te kijken. Je ziet dan
wat je wilt zien. Veel mensen zien niet wat er in Afrika gebeurt, maar wel alles wat zich in hun buurt
afspeelt. Veel mensen hebben vliegangst en vermijden waarnemingen die hen niet bevallen.
Groei van het sociaal bewustzijn kan je meer vrijheid opleveren, waardoor je het gevoel hebt minder
afhankelijk te zijn van de sociale omgeving en de vele, soms tegenstrijdige verwachtingen die op je
afkomen.
1.4 Maatschappijvisies
Max Weber - idealist, liberalisme en rechtse politieke stroming.
Benadrukt het belang van het individu en de achterliggende intenties, en wordt daarom ook wel
idealist genoemd; hij vertrekt vanuit het denken en de ideeën van mensen.
Vertrekt meer vanuit het individu, de cultuur en de ideeën. Straffen is op basis van de ernst van het
delict. Culturele problemen herleiden tot een botsing tussen culturen (waarden en normen).
Rechts (neoliberalen) is vooral geneigd om sociale ongelijkheid te zien als een natuurlijk gegeven. Een
zekere mate van ongelijkheid draagt voor rechts zelfs bij aan een florerende economie. Rechts hecht
grote waarde aan individuele vrijheid en eigen verantwoordelijkheid, en aan loon naar verdienste.
Sociale ongelijkheid is voor rechts gerechtvaardigd voor zover zij het gevolg is van het vrije spel van
vraag en aanbod. Belangrijk voor hen is dat mensen gelijke kansen hebben. Rechtse partijen willen
de rol van de overheid beperkt houden en richten zich meer op ondernemen dan verzorgen.
Karl Marx - materialist, socialisme en linkse politieke stroming.
Gaat meer uit van de structuur van de samenleving, de samenleving zoals die is in de praktijk, de
materiële wereld. Hij wordt daarom een materialist genoemd.
Kijkt meer vanuit maatschappelijke structureren en materie. Bij straffen wordt rekening gehouden
met de sociale omstandigheden. Bij culturele problemen ligt de nadruk meer op de sociale
ongelijkheid en machtsverschillen.
Links (socialisten) ziet grote sociale ongelijkheid als onrechtvaardig en schadelijk voor een gezonde
samenleving. Socialisten leggen meer nadruk op gelijkheid en solidariteit, en op meer gelijkheid in
inkomen. Zij pleiten voor een eerlijke verdeling van macht en goederen en willen de samenleving
beschermen tegen ‘survival of the fittest’. Voor hen is de enige ongelijkheid te rechtvaardigen
wanneer zij voortkomt uit verschillen in honorering bij ongelijke inspanningen. Denken en handelen
zien zij meer als een product van sociale klasse en sociale omstandigheden dan als voortkomend uit
eigen denken en verantwoordelijkheid. Linkse partijen zijn voor een grotere rol van de overheid in
het maatschappelijk leven: minder eigen verantwoordelijkheid en meer verzorgend.
, Je kan naar armoede kijken als het gevolg van je best niet doen (rechts) of een dubbeltje dat nooit
een kwartje wordt (links). Zo zijn er mensen die het roken van de bijstandsmoeder zien als
zelfgekozen gedrag (rechts), terwijl anderen het zien als door de sociale klasse bepaald gedrag (links).
1.5 Waardevrije wetenschap
Waardevrije wetenschap: haar theorie vloeit voort uit een systematische waarneming van de feiten.
Morele overwegingen mogen geen rol spelen bij onderzoek en theorievorming.
De uitkomsten van sociologisch onderzoek worden wel gebruikt voor morele doelen. Zulke resultaten
van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, worden gebruikt door beleidsinstanties gericht op
emancipatiebeleid.
1.7 Conclusies
Sociologie is een wetenschap met behulp waarvan je jouw gedrag en dat van jouw cliënten beter
kunt leren begrijpen.
Sociologie is een wetenschap die kennis verzamelen via systematische waarneming van de feiten.
Veel van die kennis is goed bruikbaar om jouw sociaal bewustzijn te vergroten. Sociaal bewustzijn
houdt in dat je zicht hebt op de snijpunten tussen jouw persoonlijk levenslot, geschiedenis en sociale
omstandigheden.
Dat zicht wordt regelmatig belemmerd door selectieve waarneming als gevolg van eigen belangen,
vooroordelen, gebrekkige kennis, enzovoort. Mensen kijken vanuit hun eigen referentiekader naar
de werkelijkheid om hen heen en kleuren zo de werkelijkheid in.
Sociologisch denken is vooral een rationele bezigheid. Het vereist afstand. Sociaal bewustzijn krijg je
door als het ware in een helikopter (de sociologische theorie), de aan je voorbijtrekkende
samenleving inclusief jezelf te analyseren.
Hoe jij de sociale werkelijkheid waardeert wordt in hoge mate bepaald door jouw referentiekader en
je maatschappijvisie, die daar onderdeel van zijn. Een neoliberaal kijkt anders tegen de sociale
werkelijkheid aan dan een socialist. Je referentiekader en maatschappijvisie worden voor een groot
gedeelte bepaald door de sociale klasse waarin je bent geboren of je nu beweegt.