Link naar documentaire: https://www.npostart.nl/2doc/22-06-2021/BV_101406065
Thema cultuur en structuur
‘De systeemwereld dringt de leefwereld binnen en legt eigen maatstaven op’ (Movisie, 2021). Dit kan
botsen tussen beide werelden, tussen de cultuur en structuur. ‘Cultuur is het geheel van waarden,
normen, verwachtingen en doeleinden die leden van een groepering met elkaar delen’ (Hendrix,
2018, p. 90; Van Doorn & Lammers, 1976).
Cultuur en structuur botsen verschillende keren in het leven van Tonny. Ze is dakloos geweest, maar
toen ze daaruit kwam, wilde ze graag gaan werken. Ze ging naar het uitzendbureau om werk te
vinden, maar daar konden ze haar niet helpen. In het systeem stond namelijk een ‘code’ achter haar
naam, zoals Tony dat zelf noemt. Deze code kreeg ze nadat ze één of meerdere keren agressief was
geweest in de daklozenopvang, en daardoor in aanraking was gekomen met de politie. Ze wilde dus
heel graag werken en was gemotiveerd, maar door een kruisje in het systeem werd dit belemmerd.
Dit is de eerste botsing van de systeemwereld en leefwereld.
Toen het na enige tijd toch gelukt was om toestemming te krijgen om te kunnen werken, moest
Tonny met een plan komen. Ze wilde graag iets betekenen voor de mensen uit haar wijk en richtte
een rijdende supermarkt op. Door de bus die ze daarvoor heeft gekocht, heeft ze nu €40.000,- euro
schuld. In de leefwereld, de cultuur, doet ze het heel goed, omdat ze veel betekent voor haar
medemens in de wijk. Ze is behulpzaam en ze heeft aandacht en tijd voor die mensen. Aan de andere
kant staat de systeemwereld, de structuur, die niet ziet hoe hard ze werkt en hoeveel ze voor die
mensen betekend. De systeemwereld ziet alleen de getallen, namelijk de schuld die ze nog moet
betalen. Het werk dat ze doet beloont niet goed genoeg om in de systeemwereld overeind te kunnen
blijven staan.
Thema Moderniteit
Individualisering
‘Individualisering is een proces van toenemende verzelfstandigheden van afzonderlijke mensen in de
samenleving’ (Hendrix, 2018, p. 205). Dit willen we graag gaan toepassen op de documentaire. Tonny
woont in een wijk in Tilburg waar ze rondrijdt met haar rijdende supermarkt. Haar vriend Kees, waar
ze nu zeven jaar mee samen is, helpt haar hier soms bij. Naast haar vriend Kees en de boekhouder,
zien we geen mensen in de documentaire waar Tonny hulp van krijgt. Ze geeft vooral veel hulp en
ondersteuning aan de mensen in de wijk (4.35-5.14 minuten). Lammertyn (2010) schrijft over
individualisering: ‘Er is ten tweede de afname van het lidmaatschap van en de
participatie/aanhankelijkheid aan traditionele instituties (desinstitutionalisering). Individuen
distantiëren zich steeds meer van allerlei traditionele verbanden zoals het gezin, de politieke
partijen, de vakbonden en kerken.’ Je ziet bij Tonny dat ze geen lid is van een kerk, vakbond of
bijvoorbeeld een vrouwengroep, terwijl dit bij haar misschien wel zou kunnen helpen. Daarnaast gaat
Tonny niet mee in haar bedrijf met de individualisering van de samenleving. De rijdende winkel van
Tonny is niet erg druk bezocht, waardoor ze weinig winst maakt (13.00 - 13.37 minuten).
Consumptiemaatschappij
Mensen willen keuzevrijheid en niet vastzitten aan de standaard. ‘De gewoonte moet vervangen
worden door een bewuste keuze’ (Lammertyn, 2010, p. 15). De winkel van Tonny biedt alleen een
standaard assortiment aan, waardoor het aanbod niet meer aansluit bij de vraag tegenwoordig
(22.28 -22.38 minuten).
Waar Tonny te maken gaat krijgen is dat de maatschappij verandert in een consumptiemaatschappij.
‘De leden van zo’n maatschappij worden in beweging gezet niet om een of andere behoefte -een
toestand van spanning- op te heffen, maar om die spanning levendig te houden en zo mogelijk
nog te versterken. In plaats van hen te temmen of te beperken moeten verlangens vrij spel
krijgen, meer nog aangemoedigd worden om in onbeperkte mate toe te nemen en om
onmiddellijk bevrediging te vragen’ (Lammertyn, 2010, p. 22).
1
, Tegenwoordig willen mensen dingen, zoals supermarktproducten, wanneer ze het nodig hebben of
er zin in hebben. Mensen willen dan niet gaan wachten op de bus van Tonny, die misschien een paar
keer per week langskomt. De flitsbezorgers kunnen daarom een grote concurrent gaan worden voor
de winkel van Tonny, omdat de flitsbezorgers de behoefte van de mensen uit de
consumptiemaatschappij veel sneller kan bevredigen.
Maakbaarheid
In het eerste fragment (6.23 – 6.50 minuten) zie je dat Tonny een plan had gemaakt om een eigen
bedrijf te beginnen, omdat ze niet kon gaan werken in loondienst. Ze had een simpel plan bedacht en
dat wilde ze gaan uitvoeren: een rijdende winkel. De maakbare samenleving betekent ‘de ideale
maatschappij waarnaar gestreefd dient te worden’ (De Coster, 2017). Dat is een maatschappij waarin
iedereen denkt dat je alles kan worden en bereiken wat je wilt, als je maar hard genoeg werkt. Je ziet
dat dit bij Tonny het geval is, ze werkt heel hard en spreekt zichzelf elke keer weer toe dat het goed
komt. Ondertussen stapelen de schulden zich steeds hoger op, helpt Kees niet meer mee in het
bedrijf en wordt het steeds lastiger om het hoofd boven water te houden (39.55 - 40.10 minuten). In
dit fragment hoor je dat de problemen door het bedrijf haar te veel zijn geworden. Ze vertelt dat als
dit van tevoren had geweten, er nooit aan begonnen was.
Thema Socialisatie en civilisatie
Primaire socialisatieproces
Bij de primaire socialisatie gaat het om het leren van algemene rollen (Hendrix, 2018, p. 52).
Vanaf 42:46 minuten begint Tonny te vertellen over haar primaire socialisatieproces. Dit duurt tot
45:32 minuten. Hier hebben wij onze informatie uitgehaald. Wij zullen hieronder op een rijtje zetten
wat ze allemaal vertelt in deze documentaire. Als baby is ze bij haar moeder weggehaald en is ze naar
Rotterdam gebracht. Daar woonde ze in het kindertehuis Dijkzicht. Toen ze 1,5 jaar oud was, hebben
haar pleegouders uit Tilburg haar daar opgehaald. Haar pleegvader heeft haar gemarteld en zag altijd
een reden om haar iets aan te doen. Ze werd neergezet als het ‘neppe’ kind en mocht nooit aan de
tafel eten. Haar pleegouders hadden ook drie eigen kinderen, waar Tonny steeds bozer om werd,
aangezien die wél eerlijk behandeld werden. In drie maanden tijd had haar pleegvader haar drie keer
in het ziekenhuis geschopt. Ze had een gebroken arm, een gebroken been, een gekneusde voet,
gebroken ribben en droeg een gipsmasker van haar voet tot haar masker. Dit was voor haar de
druppel en zodra ze weer een beetje kon lopen, liep ze weg van huis en kwam ze nooit meer terug.
Deze primaire socialisatie heeft veel invloed op haar dagelijks leven, en heeft het haar kennis,
houding, opvattingen en vaardigheden gegeven. Ze heeft kennis gekregen over hoe mensen elkaar
behandelen, aangezien ze zelf slecht behandeld is. Hierdoor hecht ze veel waarde aan gelijkheid en
vindt ze het belangrijk om een luisterend oor te bieden aan anderen. Dit komt omdat ze dit zelf als
kind niet heeft gehad en hier wel behoefte aan had. Ze geeft zelf ook aan dat ze hierdoor de wagen is
begonnen, want ze vindt dat ze er toch weer tegenaan moet. Doordat ze vroeger zo behandeld is,
heeft ze ook geleerd om van zich af te bijten. Dit maakt ook dat zij toch snel een vijandige houding
heeft naar mensen, terwijl ze ook juist weer heel aardig en sociaal kan zijn.
Secundaire socialisatieproces
Bij secundaire socialisatie gaat het om het aanleren van meer specifieke rollen (Hendrix, 2018, p. 52).
Wat betreft deze secundaire socialisatie zien wij in de documentaire dat Tonny zichzelf heeft
aangeleerd om een zaak te runnen, namelijk de rijdende supermarkt. Ze heeft zich ontwikkeld in de
specifieke rol van een leidinggevende van haar bedrijfje. Verder heeft ze ook nog de rol aangeleerd
als relatiepartner tegenover haar (nu overleden) man en later haar vriend Kees. Dit is niet alleen
maar te zien in één fragment van de documentaire, maar komt elke keer weer terug.
2