100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting China van keizerrijk tot kapitalisme (), vwo 2022 €4,98   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting China van keizerrijk tot kapitalisme (), vwo 2022

1 beoordeling
 21 keer bekeken  2 keer verkocht

Samenvatting van 'China van keizerrijk tot kapitalisme ()', examenstof van het geschiedenis examen 2022.

Voorbeeld 3 van de 12  pagina's

  • Nee
  • Context 3
  • 8 mei 2022
  • 12
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (4833)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: Isabel11 • 1 jaar geleden

avatar-seller
nienketegronde
Geschiedenis
Historisch context



China van
keizerrijk tot
kapitalisme
(1842-2001)
Samenvatting
Context 3

,3.1. Het Chinese keizerrijk (1842-1911)

China omstreeks 1842

Toen Europa uiteenviel na de val v/h Romeinse Rijk, was het centrale gezag van de keizer bewaard
gebleven (landbouwsamenleving). Er waren wel opstanden en invasies geweest, maar daarna weer
gevolgd door stabiliteit. Het bestuur van China is gebaseerd op de ideologie van Confucius:

- Streven naar harmonie en orde
- Vermijden van chaos
- Deugden zijn aan te leren
- Onderling respect en beleefdheid (voorouders werden vereerd)
- Het in ere houden van traditionele omgangsvormen en rituelen

De keizer staat bovenaan in de hiërarchie. Hij regeerde met hemels mandaat, geholpen door
ambtenarenapparaat  mandarijnen. Zij hadden de keizer grondig bestudeerd  na een examen
(werken Confucius precies citeren) werden ze toegelaten tot het ambtenarenkorps.

19e eeuw: dynastie van Qing (1644-1912) voortgekomen uit Mantsjoe-veroveraars (keizerlijke
troon veroverd uit Mantsjoerije, ten noordoosten van China). Ze waren een etnische minderheid (2%
v/d bevolking). De grootste groep bestond uit Han-Chinezen. De bevolking groeide tussen 1650-1800
naar 300 miljoen mensen (1/4 van de wereld), en het was een welvarend land. Ze zagen hun eigen
land als beschaving en wilden niks weten van het buitenland (China = superieur).

19e eeuw: China verloor zijn grootmacht door politieke crises, hongersnoden en corruptie. De
bevolking raakte verslaafd aan opium. De keizer had de Britse koning in 1793 gezegd geen handel te
willen omdat China alles al in overvloed bezat. Maar China kocht wel opium die de Britten in India
lieten produceren. De import was eigenlijk verboden, maar corrupte ambtenaren lieten het toe
tegen betaling. Ambtenaren en bestuurders waren vaak corrupt  ze persten onderdanen af en
hadden niet zelf het examen afgelegd maar de functie gekocht. Ook namen ze het belastinggeld.
Deze corruptie zorgde ervoor dat het centrale gezag werd verzwakt.

Imperialisme

Ook kreeg China te maken met het moderne imperialisme (19 e eeuw). Europeanen gingen al langer
naar China voor zijde, porselein en thee. Maar China liet weinig toe. 1757: keizer wijst Zuid-Chinese
havenstad Kanton aan als enige haven waar buitenlanders mochten komen. Britten wilden meer dan
dat  bijvoorbeeld thee. Ze betaalden met zilver, ze verkochten ook opium.

1839: keizer Daoguang laat een miljoen kilo opium v/d Britten in beslag nemen en verbranden.
Groot-Brittannië stuurde oorlogsschepen en liet de Chinese schepen zinken. De Britten veroverden
forten en kustplaatsen  Eerste Opiumoorlog. Door de wetenschappelijke- en industriële revolutie
waren de verhoudingen in de wereld flink veranderd  China was technologisch en organisatorisch
kansloos.

1842: de oorlog eindigt met het Verdrag van Nanking  Britten mogen in vijf havensteden handel
drijven + China moest GB compenseren voor de vernietigde opium + Hongkong werd afgestaan 
Brits-Chinese handelsstad.

, Ook andere westerse landen sloten ongelijke verdragen met China. Ze eisten steeds meer rechten
op, die China niet wilde  Tweede Opiumoorlog (1856) waarin China kansloos was. een Frans-Britse
troepenmacht bezette de hoofdstad Beijing. Er werden nog 10 havens opengesteld. De opiumhandel
werd volledig vrijgegeven.

Ook andere westerse landen (Duitsland, Nederland, Rusland en de VS) verwierven handelsrechten in
de verdragshavens, hun onderdanen hadden er exterritoriale rechten. Deze buitenlanders leefden in
concessie  aparte gebieden met rechtspraak van moederland. Chinese overheid had er niks te
zeggen. Hele stadsdelen kwamen in westerse handen met westerse uitstraling. De Bund: boulevard
met bankgebouwen en hotels, aangelegd door GB.

China’s reactie op de westerse invloed

Deze westerse aanwezigheid leidde tot woedde onder het Chinese volk. Ook kreeg China te maken
met hongersnoden (door overbevolking). 1850: 430 miljoen inwoners. Deze onvrede en wanhoop
onder boeren  Taipingopstand (1851-1864): opstandelingen uit Zuid-Chinese bevolkingsgroepen
riepen de Han-Chinezen op om zich te keren tegen de Qin-dynastie. Chinese versie christendom:
leider zag zichzelf als zoon van God, broer van Jezus. Hij moest van God het boeddhisme uit China
verwijderen. Hij liet beelden, tempels en andere heiligdommen kapotslaan.

Hoogtepunt opstand: ze hadden 1/3 van China in handen  uitroepen van het ‘hemels koninkrijk
van de vrede’. Hun ideeën leken op het communisme: ze schaften privébezit af, verwierpen her
confucianisme, verklaarden mannen en vrouwen gelijk, keerden zich tegen luxe en vermoordden
boeren, grootgrondbezitters en ambtenaren.

Noord-China: Nianopstand (1851-1868): arme onderlaag keert zich tegen rijke bovenlaag, ze kregen
grote gebieden in handen. Beide opstanden werden neergeslagen door de Chinese regering, met
Franse en Britse hulp. Grote delen v/h land waren verwoest, en er waren veel mensen dood door
geweld, hongersnoden en epidemieën.

Hervormers probeerden China te moderniseren (vanaf 1860) als reactie op de opstanden en
westerse invloed  zelfversterkingsbeweging  China moest weer een machtig en welvarend land
worden. Ze moesten van het buitenland leren en moderne technologie overnemen om ze te kunnen
verslaan (‘Gebruik de barbaren om de barbaren te verslaan’). Leider: Li Hongzangh  Japan is zijn
voorbeeld (hoog tempo industrialisatie). Deze beweging werkte op economisch, militair en
bestuurlijk terrein, maar wel alleen in steden. Al kwamen er weinig moderne fabrieken, en de meeste
daarvan waren nog in buitenlandse handen. Op het platteland (grootste deel bevolking) was niks
veranderd.

De hervormers werden tegengewerkt door de conservatieven die tegen industrialisatie waren 
1877: eerste spoorlijn, maar die werd snel weer afgebroken door lokale autoriteiten en het
hoofdstation werd een tempel.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nienketegronde. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,98. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 79202 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,98  2x  verkocht
  • (1)
  Kopen