Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid: Uitgebreide samenvatting (2022)
Ivyvanekert
Samenvatting Criminaliteit, Cognitie en
Persoonlijkheid
--- Hoorcollege 1 (Hoofdstuk 1): Introductie ---
Introductie
Bij criminelen bestaat er een grote mate van heterogeniteit met een continuüm die
loopt van naïef tot zeer professioneel. De misdaden die gepleegd worden kunnen
hierdoor heel triviaal zijn (bijv. een blikje cola stelen) tot heel ernstig (bijv.
geweldsdelicten). Geweldsdelicten zijn delicten waarbij de slachtoffers verwond
worden op een fysieke, psychologische manier of een combinatie van beide. Deze
delicten zorgen voor een spreiding van angst in de gemeenschappen, waarbij hier ook
veel heterogeniteit komt kijken. Er kan weinig geweld aan te pas komen tot geweld dat
met voorbedachte rade is gepleegd. Er is één bepaalde groep die vooral
(gewelddadige) misdrijven pleegt, namelijk mensen met een psychische stoornis, met
name persoonlijkheidsstoornissen.
Persoonlijkheidsstoornissen (PSn) en Geweld
Interpersoonlijk geweld is een groot maatschappelijk probleem, aangezien het
schade toebrengt aan individuen, families en gemeenschappen. Stel er wordt ergens
een meisje verkracht en vermoord, dan brengt dat niet alleen schade toe bij het meisje,
maar ook bij haar familie en de gemeenschap.
Er zijn meerdere factoren die geweld kunnen verklaren volgens
de WHO (= World Health Organisation, maar in deze cursus
wordt enkel gefocust op het individu, niet op sociale en
relationele factoren. Aangezien het in deze cursus draait om individuen met
psychopathologie, en we willen onderzoeken in hoeverre dit verband houdt met
criminaliteit.
Geweld zijn gedragingen die bedoeld zijn om schade toe te brengen aan een levend
wezen dat gemotiveerd is om schade te voorkomen. Enkele uitzonderingen:
• Onopzettelijke handelingen: verkeersongeval.
• Consensuele handelingen: sadomasochisme (= SM) of bokswedstrijd.
• Voordelige handelingen: tandartsbezoek of operatie.
Verschil geweld vs. agressie
• Geweld: vooral fysieke schade, maar kan ook psychologische schade
aanbrengen.
• Agressie: vooral psychologische schade, zoals bedreigingen of negeren.
Agressie kan net zo schadelijk zijn als fysiek geweld, en in sommige gevallen
zelfs meer.
, Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid: Uitgebreide samenvatting (2022)
Ivyvanekert
Individuele verschillen in aanleg tot geweld
• Individuele verschillen: persoonlijkheidskenmerken.
• Persoonlijkheidsprocessen: morele ontkoppeling, Gerelateerd aan geweld
vijandelijke attributie bias of emotionele disregulatie
• Persoonlijkheidsstoornissen: kunnen bekeken worden op een categorische
schaal (= op basis van een cut-off wel of geen PSn hebben) of op een
dimensionele schaal (= op basis van een continuüm
wel tot geen PSn hebben). Wanneer men op een
dimensionele schaal kijkt naar de persoonlijkheid
kunnen er persoonlijkheidsproblemen ontdekt
worden.
Classificatiesystemen
Persoonlijkheidsstoornissen worden geclassificeerd in de DSM-V (= Diagnostic and
Statistical Manual of Mental Disorders), op basis van karakteristieken, en ICD-10 (=
International Classification of Diseases), op basis van een conditie.
• DSM: a personality disorder is an enduring pattern of inner experience en
behaviour that deviates markedly from the expectations of the individual’s
culture, is pervasive and inflexible, has an onset in adolescence or early
adulthood, is stable over time, and leads to distress or impairment.
• IDC-10: a personality disorder are deeply ingrained and enduring behaviour
patterns, manifesting themselves as inflexible responses to a broad range of
personal and social situations. They represent either extreme of significant
deviations from the way the average individual in a given cultural perceives,
thinks, feels, and particularly relates to others. Such behaviour patterns tend to
be stable and to encompass multiple domains of behaviour and psychological
functioning. They are frequently, but not always, associated with various
degrees of subjective distress and problems in social functioning and
performance.
Verschillen DSM-IV vs. DSM-V
In 2013 werd de DSM-IV verbeterd door de
vernieuwde versie DSM-V.
De DSM-IV bestond uit een multi-axiaal
systeem (As I: klinische stoornissen; As II:
persoonlijkheidsstoornissen) met een
categorisch perspectief, waarbij er een
soort checklist wordt afgegaan of een
persoon wel of geen PSn heeft én er drie
clusters van PSn bestaan.
2
, Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid: Uitgebreide samenvatting (2022)
Ivyvanekert
Persoonlijkheidsstoornissen in drie clusters
• Cluster A (vreemde, excentrieke cluster)
Schizoïde, paranoïde en schizotypische persoonlijkheidsstoornis
Mensen die “anders” en moeilijk in sociale omgang zijn. Hierbij moet rekening
gehouden worden met de cultuur en context waarin de stoornis zich afspeelt.
• Cluster B (dramatische, emotionele, impulsieve cluster)
Antisociale, borderline, narcistische en theatrale persoonlijkheidsstoornis
Problemen met de controle van emoties, moeite met sociale relaties door
geweld en impulsiviteit, dramatisch gedrag en emotioneel en onvoorspelbaar
gedrag.
• Cluster C (angstige cluster)
Afhankelijke, ontwijkende en obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis
Problemen met angst die ineffectief zijn voor het neurotische paradox: angst
uit de weg gaan door niks meer te doen om zo de situatie te vermijden. Hierdoor
kun je niet inzien dat een situatie helemaal niet angstig is, waardoor je nog meer
angst gaat ervaren.
Kenmerken persoonlijkheidsstoornis:
• Ernstige, aanhoudende en starre
patronen;
• Van gedrag en innerlijke beleving;
• Die starten in de adolescentie of vroege
volwassenheid;
• Die ernstig afwijken van culturele verwachtingen;
• En uitmonden in blijvende stress en beperkingen;
• In interpersoonlijke relaties en in het professioneel leven;
• En door de patiënt als egosyntoon (= het past/ hoort bij mij) ervaren worden.
Klinische stoornissen daarentegen worden als egodystoon ervaren, waarbij
men vindt dat het niet bij hen past.
De DSM-V bevat alle aspecten van de DSM-IV, zoals het categoriaal perspectief (=
sectie II), maar heeft het dimensionele perspectief (= sectie III) toegevoegd. Daarbij
is het multi-axiaal systeem verdwenen, aangezien er lastig onderscheid gemaakt
konden worden tussen klinische- en persoonlijkheidsstoornissen, bijv. het verschil
tussen bipolaire stoornis en een borderline stoornis. In de DSM-V worden
persoonlijkheidsstoornissen gezien als een extreme variant van algemene
persoonlijkheidstrekken, waarbij het gezien wordt als een kwantitatief verschil tussen
normaal en disfunctioneren.
Maladaptief laag – Normaal laag – Neutraal – Normaal hoog – Maladaptief hoog
3