Hoorcolleges Juridische kaders en beleid in het sociaal domein
Wat is belangrijk in de tekst: de schuingedrukte en woorden in het rood
Vragen komen uit de powerpoints. Niet uit de reader. Reader is meer
achtergrondinformatie.
HC 1 (webcollege gekeken)
De kern van een democratie is de bescherming van minderheden.
Minderheden hebben net zoveel rechten en plechten als de meerderheid.
“schets van de Nederlandse samenleving:”
1. Leefvormen.
2. Onderwijs.
3. Arbeid.
4. Godsdienst.
5. Ruimtelijke ordening.
6. Gezondheidszorg en welzijn.
Schets van de Nederlandse samenleving: leefvormen (1)
Geschiedenis
Voor de industriële revolutie was Nederland een agrarische-ambachtelijke
samenleving: redelijk homogeen verankert, statisch (je gedraagt je naar je beroep) en
met duidelijke rollenpatronen. ‘Als je voor een kwartje geboren bent word je nooit
een dubbeltje’
Adel (Graven/stadhouders), horigen (woonde op het plattenland) en burgers
(woonden in de stad) (en buitenlui).
Gouden eeuw (17e eeuw): opkomst koopman. Koopmannen Waren hele liberale
mensen, vrije geesten. Zij hadden geld dus konden stemrecht kopen.
Urbanisatie (verstedelijking) vanaf 2e helft 19e eeuw: vanaf nu komen de steden pas
goed op! De steden gingen groeien. Voor 1850 waren er amper steden.
Jaren ’60 van de 20e eeuw
Echtscheidingen nemen toe. Geeft ook problemen op bij de ruimtelijke ordering.
Vrouw (jaren ’50) niet meer handelingsonbekwaam bij het huwelijk.
Volwassenheid van 25, via 23 en 21 naar 18 jaar.
Pluriforme samenleving zet door. Dat betekent dat er mensen met verschillende culturen,
levensstijlen en religies naast elkaar leven.
Andere samenlevingsvormen (homo lesbi enz) zien het licht en rechten en plichten
veranderen.
Na 1950 verhuizingen binnen NL komt op gang.
Na 1900 dienstbetrekking Duitse vrouwen naar rijkere Nederlanders.
Na 1850 verhuizingen binnen NL naar de stad komt op gang.
Vanaf de 17e veel Duitsers naar NL voor de vervening.
Eind 16 en in de 17e eeuw Hugenoten naar vooral de Randstad: 40% van Leiden bestonden
uit Hugenoten.
,Vanaf de 17e eeuw Asjkenazische Joden naar Nederland.
Vanaf de 15e eeuw (Sjefardiem) Portugese Joden naar Nederland.
Voor 1000 verschillende groepen als Batavieren, Friezen en Saksen
Verder nog te denken aan:
-Pelgrimfathers vanaf 1600
-Indonesiers vanaf WO 2
-Surinamers vanaf de jaren 70
Schets van de Nederlandse samenleving: Onderwijs (2)
Geschiedenis naar heden
Voor 1884 zorg van gemeenten en kerk (algemeen met godsdienstonderwijs:
klompenschool) de klompenschool was niet verplicht en was voor mensen met
weinig geld. Het stelde niet veel voor, vooral veel godsdienstonderwijs.
In 1784 oprichting van de maatschappij tot nut van ‘t Algemeen (Nutsscholen):
welzijn/cultuur/democratisering/, verheffing van het gewone volk. Deze school was
voor het gewone volk die geen geld had voor ander onderwijs. Toen kwamen er
mogelijkheden voor iedereen.
1874 kinderwetje van Van Houten: onder de 12 mogen kinderen niet werken. In 1810
had Napoleon al bedacht dat er geen kinderen in mijnen mochten werken.
1917 ‘pacificatie’ schoolstrijd over bekostiging van bijzondere scholen qua identiteit
tegen uitruil algemeen kiesrecht (1917 voor mannen en 1922 voor vrouwen: van 23
jaar)! Soevereiniteit in eigen huis = je onderwijs zo mag inrichten als je als
schoolbestuur zelf wilt. Zolang je kinderen maar goed onderwijs geeft. Dat je in het
onderwijs je eigen ideologie mag uitvoeren.
Latijnse school (later hogere burgerschool/hbs) nu het vwo.
Mammoetwet in 1968 (van mulo en hbs tot mavo en vwo (ath. en gym.): iedereen
een algemene en beroepsopleiding kunnen volgen.
Nieuwe basisschool in 1985: kleuter en ‘grote’ school in één.
Basisvorming en studiehuis in 1993: onderwijs op maat.
VMBO in 1999.
Brede scholen: ‘alles in één’. Het idee hiervan is om de keuze van de vervolgschool uit
te stellen tot 16 jaar in plaats van 12 jaar in groep 8. Dit idee is mislukt.
Sterke toenamen hoger onderwijs.
Schets van de Nederlandse samenleving: Arbeid (3)
Geschiedenis naar heden
Van een agrarische samenleving via een ‘koopmanssamenleving’ en industriële
samenleving naar meer een samenleving waar veel mensen in de dienstensector
werkzaam zijn.
Latere deelnamen aan het arbeidsproces en langer werken. vanaf het kinderwetje
van van Houten ging je na je 12e werken.
, OAW (1957/Drees), pensioen en verzekeringen. Mensen gingen sparen voor hun
oude dag vanaf 1957. Je betaald voor een ander, er zit een solidariteit idee achter.
Rechtsbescherming (vakbonden en cao’s)
ZZP’ers en flexibele arbeidskrachten.
Aanvullende bijstand of vervangende bijstand.
balans van HC 1
Leefvormen: tot de industriële revolutie was de samenleving vrij staties en homogeen
ingericht. Kunnen uitleggen wat er door deze ‘revolutie’ qua samenlevingsvormen
veranderde.
Onderwijs: kunnen uitleggen wat ‘t Nut voor ‘t algemeen heeft betekent voor het onderwijs
voor iedereen en waarom ‘soevereiniteit in eigen huis zo belangrijk is.
Arbeid: kunnen uitleggen wat het sociaal zekerheidsrecht heeft betekend voor het werkende
leven van de Nederlander.
Schets van de Nederlandse samenleving: godsdienst (4)
Geschiedenis naar heden
Het calvinisme benadrukt de soevereiniteit van God over alle aspecten van het
leven en de Bijbel als enige richtsnoer.
Voor 300 vgj/na chr. Heidense vormen van ‘geloof’.
Tussen 500 en 1000 kerstening (bekeerd worden door het christendom) door
missionarissen (Willebrord).
Voor 1570 katholiek land met een groep Mennonieten/doopsgezinden (Amish) (tot
aan de reformatie: Luther en Calvijn).
Vanaf 1570 tot jaren ’60, 20e eeuw sterk calvinistisch. Vanaf 1850 weer rechten
katholieken.
Vanaf de ‘afscheiding’ (1835) de verzuiling (sociaal en politiek).
Na 1845: katholiek zijn mocht weer: bouw ‘Cuyperiaanse kathedralen’.
Soevereiniteit in eigen kring.
De konings benoemde een staatskerk. Burgers waren hier niet blij mee. Er
ontstonden sub- calvinistische kerkjes. Begin 19e eeuw ontstond dit. Elke stap
binnen het leven deed je binnen je eigen zuil. Dit kwam door koning Willem 1.
Door de verzuiling is de soevereiniteit ontstaan. Dit begon in het onderwijs.
Sinds 1848 een parlementaire democratie. In 1918 (mannen) en 1919 (vrouwen)
boven de 23 kregen stemrecht. Daarvoor tussen de 20 en 150 gulden te betalen om
te mogen stemmen.
Parlementaire democratie: middels stemrecht kun je je volksvertegenwoordigers
kiezen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bridia2000. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,29. Je zit daarna nergens aan vast.