Europees Recht
Week 1 (h1)
Verdrag: een schriftelijk vastgelegde overeenkomst tussen landen. (het verdrag kan
echter pas in werking treden tussen de betrokken landen als het in deze landen formeel
goedgekeurd (geratificeerd) is)
Samenwerking kan op verschillende manieren plaatsvinden. Vb.:
- intergouvernementele samenwerking (een organisatie die alleen activiteiten kan
ontwikkelen als alle aaneengesloten landen akkoord gaan. Vb. raad van Europa)
- supranationale samenwerking (organisatie die op een aantal gebieden kan handelen
zonder toestemming van alle lidstaten vb. binnen de EU)
- federale samenwerking (overkoepelende staat die op veel gebieden de
handelingsbevoegdheid van de lidstaten overneemt, vb. Bondsrepubliek Duitsland en de
VS)
Eerste initiatieven in Europa waren vooral gericht op economische samenwerking. Ter
zake van de intensiteit daarvan bestaan de volgende mogelijkheden:
- vrijhandelszone (onderling douanerechten hebben afgeschaft)
- douane-Unie (gaat verder dan afschaffen douanerechten. Zij hanteren tevens een
gemeenschappelijk buitentarief ten aanzien van producten afkomstig uit niet lidstaten.
Na import uit China kan het product vrij circuleren in alle andere lidstaten)
- gemeenschappelijke markt (gaat stap verder dan douane-unie. Heeft ten doel om op
economisch gebied de bestaande binnenmarkten van de lidstaten te vervangen door een
Europese binnenmarkt. Dat betekent dat alle hinderpalen voor het vrij verkeer van
goederen, personen, diensten en kapitaal moeten worden afgeschaft)
- economische en monetaire unie (nog een stap verder dan gemeenschappelijke markt.
Dit impliceert dat de gemeenschappelijke markt wordt uitgebreid met een gezamenlijke
munt en een gezamenlijk begrotingsbeleid. Voordeel EMU wisselkoersrisico’s worden
afgeschaft.)
EEG was gebaseerd op een douane-unie en tevens een gemeenschappelijke markt. Later
in Maastricht werd ook het idee van een EMU omarmd. (was supranationaal)
Samenwerkingsvorm Kenmerken
Vrijhandelszone Afwezigheid van onderlinge
douanerechten
Douane-unie Vrijehandelszone + gemeenschappelijk
buitentarief
Gemeenschappelijke markt Douane-unie + vrij verkeer van goederen,
personen, diensten en kapitaal. Doel:
Europese binnenmarkt
Economische en monetaire unie Gemeenschappelijke markt +
gemeenschappelijke munt +
gemeenschappelijke begrotingsbeleid
• Europese Gemeenschap van Kolen en Staal
• 1951 Verdrag van Parijs
• Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
• 1957 Verdrag van Rome
• Europese Economische Gemeenschap
• 1957 Verdrag van Rome
(NL, BELG, DUIT, IT, LUX, FR)
In 1944 werd in London een verdrag getekend tussen Belg, NL, Lux om na de oorlog een
douane unie tussen deze landen tot stand te brengen. in 1947 leidde dit verdrag tot een
, oprichting van de Benelux. Binnen deze douane-unie worden onderling geen
douanerechte geheven en is een gemeenschappelijk buitentarief afgesproken voor invoer
uit andere landen. In 1960 werd –via een nieuw verdrag- besloten een economische unie
tussen deze 3 landen te verwezenlijken. Deze Benelux economische unie beoogt een
intensieve vorm van economische samenwerking. sinds 2010 werden deze landen ook op
niet-economische gebieden samen onder de naam Benelux unie.
In 1948 werd de OEEC (organisation for European Economic Co-operation) opgericht.
Voorwaarde Marshallhulp. 18 Europese landen werden lid van de OEEC. Deze organisatie
was vooral gericht op het formuleren van een gezamenlijke aanpak van economisch
herstel en het behouden van toezicht op de hulp. De OEEC werd in 1961 vervangen door
de OECD (organisation for economic Co-operation and development). in deze nieuwe
samenwerking werden de VS en Canada toegevoegd.
Eerste stap tot vergaande samenwerking van Europese landen werd gezet bij de
oprichting van de Raad van Europa in 1949. Deden op dat moment 10 landen mee:
Benelux-landen, Denemarken, Engeland, Frankrijk, Ierland, Italië, Noorwegen en
Zweden. Nu zijn het 47 landen incl. Rusland en Turkije. (meest succesvolle activiteit is de
bescherming van de mensenrechten om deze doelstelling te bereiken besloten ze het
EVRM op te richten. De raad van Europa kwam bij de meeste onderwerpen niet verder
dan het doel van aanbevelingen aan de lidstaten. Dit gebrek aan bindende besluiten is
een gevolg van het feit dat de Raad evenals veel andere op dat moment bestaan
organisaties, intergouvernementeel is.
In 1950 kwam het initiatief tot een geheel nieuw soort organisatie: de Europese
Gemeenschap voor Kolen en Staal EGKS. Deze organisatie zou de aanzet worde voor de
Europese Economische gemeenschap EEG, waaruit de EU is voortgekomen.
EGKS:
- Franse minister lanceerde in 1950 een voorstel om zeer intensief te gaan samenwerking
binnen een nieuwe organisatie EGKS
- Doel van dit plan: toekomstige gewapende conflicten tussen Duitsland en Frankrijk
onmogelijk maken.
- in 1950 was de kolen- en stalensector een zeer belangrijk deel van de economie.
Bovendien was de hele oorlogsindustrie afhankelijk van deze sector.
- deze nieuwe organisatie moest volkomen onafhankelijk zijn en daarom onder leiding
staan van een onafhankelijke instelling: de hoge autoriteit. Deze instelling zou uitsluitend
verantwoording verschuldigd zijn aan Europese Volksvertegenwoordiging.
- uit het voorgestelde verdrag zou een organisatie ontstaan EGKS die tot taak zou krijgen
om een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal tot stand te brengen. voor deze
producten moesten de 6 afzonderlijke binnenmarkten worden afgeschaft. Het kwam er
dus op neer dat in economische zin de staatsgrenzen moesten worden afgeschaft.
in 1951 werd het verdrag tot oprichting EGKS door 6 landen getekend: FR, DUIT, NL,
BELG, IT, LUX.
in 1952 (na parlementaire goedkeuring in de 6 betrokken landen) kon dit verdrag in
werking treden.
toen het EGKS in werking trad, was daarmee een supranationale organisatie geboren.
(eerste president van deze instelling: Jean Monnet)
(omdat de EGKS tot stand is gebracht voor een periode van 50 jaar, is in 2002 een eind
gekomen aan de activiteiten van deze organisatie.
De EGKS-landen hadden een comité ingesteld, onder leiding van de Belgische minister
van Buitenlandse zaken. Dit comité werd gevraagd een voorstel te doen voor intensieve
economische samenwerking. dit comité kwam met het voorstel om een organisatie op te
richten die tot taak zou hebben om, evenals de EGKS, een gemeenschappelijke markt te
creëren. Deze binnenmarkt zou echter niet alleen kolen en staal, maar alle economische
activiteiten moeten omvatten. dit idee werd positief ontvangen en heeft de weg