Ethiek 2.
Boek: Rechtvaardigheid van Michael J.
Sandel.
Informatie over de opmaak van de samenvatting:
- Hoofdstuk 1: Wat is de juiste handelwijze?
- Hoofdstuk 3: Kunnen we over onszelf beschikken? - Het
Neoliberalisme.
- Hoofdstuk 2: Het principe van het grootste geluk – Het
Utilitarisme.
- Hoofdstuk 5: Het gaat om de beweegreden – Immanuel Kant.
- Hoofdstuk 6: Het pleidooi voor gelijkheid – John Rawls.
- Hoofdstuk 8: Wie verdient wat? - Aristoteles.
De samenvatting is op deze volgorde geschreven, dus de hoofdstukken lopen door elkaar; de
hoofdstukken staan op de volgorde waarin de colleges zijn gegeven.
Deze samenvatting is compleet en bevat de volgende onderdelen:
- De aangegeven hoofdstukken uit het boek: Rechtvaardigheid van Michael J. Sandel inclusief
begrippenlijsten;
- Een complete samenvatting van alle Powerpoints van Ethiek2- Rechtvaardigheid
- Een complete samenvatting van de bijgewoonde colleges van Ethiek2
-
Daarnaast is de volgende informatie van belang over de opmaak van deze samenvatting:
- De informatie van alle hoorcolleges, boeken en Powerpoints.
- Elk hoofdstuk en subparagraaf is dikgedrukt met een onderlijning weergegeven.
- Elke paragraaf, indien er begrippen aanwezig zijn, bevat een begrippenlijst.
- Elk hoofdstuk en paragraaf bevat een uitgebreide samenvatting die de stof verduidelijkt.
LET OP: Houd rekening met de opbouw van deze samenvatting. Ik heb eerst zelf een samenvatting per
hoofdstuk gemaakt. Na elk hoofdstuk (m.u.v. H1&3, die zijn samengevoegd) volgt een samenvatting aan
de hand van de PowerPoints op ELO van het vak Ethiek 2. Elk nieuw hoofdstuk en samenvatting van de
PowerPoint is weergegeven met een dikgedrukte rode kleur en onderlijning.
Lees de samenvattingen van de PowerPoints goed door, zodat je de hoofdlijnen kunt herkennen! Aan
het einde van de samenvatting heb ik nog een kort overzicht gemaakt PER college. De samenvatting is
relatief lang, omdat het veel voorbeelden en samenvattingen bevat om de stof te verduidelijken.
1
,Onderzoek zelf welke leermethode voor jou het beste werkt. Wellicht vind je het fijn om de PowerPoint
samenvattingen te gebruiken als je de stof al goed kent of misschien sla je het liever over.
Hoofdstuk 1: Wat is de juiste handelwijze? Begrippenlijst + samenvatting.
- Prijsopdrijving= verhoging van de marktprijs ten gevolge van een onderlinge afspraak van de
aanbieders
- Vrijemarkteconomie= bestel waarin vraag en aanbod bepalen welke producten worden
geproduceerd en waarin de overheid geen rol speelt.
- Verontwaarding= woede over rechtvaardigheid.
- Deugd= een karaktereigenschap betreffende goed samenleven, zoals betrouwbaarheid.
- Deugdzaamheid= gaat om het bevorderen van de houdingen, neigingen en persoonlijke kwaliteiten
waar een goede samenleving van afhangt.
Welzijn, vrijheid en deugdzaamheid. Samenvatting.
Het debat over prijsopdrijving gaat om de volgende 3 gedachten:
1. Maximaliseren van welzijn.
2. Respecteren van vrijheid.
3. Bevorderen van deugdzaamheid.
Elke gedachte verwijst naar een andere manier van denken over rechtvaardigheid.
Tegenstanders van prijsopdrijvingswetten; wetten tegen prijsopdrijving voor vrije markten.
De verdediging van de vrije markt berust op 2 aanspraken, namelijk
1. Een aanspraak op welzijn; markten bevorderen het welzijn (zowel materieel, geld, als immaterieel)
van de samenleving als geheel. Ze sporen mensen aan om hun best te doen om te voorzien in de
goederen die mensen willen hebben.
2. Een aanspraak op vrijheid; markten respecteren de vrijheid van het individu. Ze laten mensen zelf
kiezen welke waarde ze willen toekennen aan de goederen en diensten die ze uitwisselen.
Voorstanders van prijsopdrijvingswetten; wetten tegen prijsopdrijving voor vrije markten.
- Het welzijn van de samenleving als geheel heeft geen baat bij buitensporige prijsstijgingen in
moeilijke tijden; bij elke inschatting van het algemeen welzijn moet er rekening worden gehouden
met de pijn en het lijden van hen die tijdens een noodtoestand de prijs van hun eerste
levensbehoeften niet meer kunnen betalen.
- De vrije markt is in bepaalde omstandigheden niet werkelijk vrij; kopers onder druk worden
gedwongen veel geld neer te tellen voor een eerste levensbehoefte.
- Verontwaarding over prijsopdrijvers; primitieve woede: de specifieke vorm van woede die je voelt
wanneer je denkt dat mensen iets krijgen waar ze geen recht op hebben.
Of prijsopdrijvingwetten gerechtvaardigd zijn zul je moeten bepalen door deze tegengestelde
opvattingen over welzijn en vrijheid te beoordelen en tegen elkaar af te wegen.
2
,Het argument van de deugdzaamheid berust op het oordeel dat hebzucht een ondeugd is die de staat
behoort te ontmoedigen. Toch zijn er veel mensen die vinden dat de overheid in kwesties van deugd en
ondeugd neutraal hoort te zijn, omdat de staat niet moet proberen om een goede levensinstelling te
bevorderen en een slechte te ontmoedigen.
Deugdzaamheid: cultureel en religieus conservatisme. De gedachte om moreel besef in de wet vast te
leggen maakt veel mensen bang, omdat zij bang zijn voor dwang en onverdraagzaamheid in de
samenleving. Het idee dat een rechtvaardige samenleving bepaalde deugden, ideeën over de beste
manier van leven behoort te ondersteunen is voor veel politieke bewegingen een inspiratie.
'Moet een rechtvaardige samenleving ernaar streven om de deugdzaamheid van haar burgers te
bevorderen of moet de wet neutraal zijn tegenover verschillende opvattingen van deugdzaamheid, zodat
burgers zelf vrij zijn om te kiezen wat voor hen de beste levenswijze is?'
Oudheid (Aristoteles): - deugdzaamheid - we kunnen niet uitmaken wat een rechtvaardige
staatsinrichting inhoudt zonder eerst na te denken over wat de meest wenselijke manier van leven is. De
wet kan voor hem niet neutraal zijn ten aanzien van de vraag naar de juiste wijze van het leven.
Aristoteles stelt dat de wet niet neutraal kan staan, maar dat het start bij het vaststellen van de
achtenswaardige deugden betreffende goed samenleven.
Moderne filosofen (Immanuel Kant & John Rawls): - vrijheid - de principes van rechtvaardigheid waaruit
onze rechten voortvloeien mogen niet gebaseerd zijn op een specifieke opvatting van deugdzaamheid,
of de beste manier van leven. In plaats daarvan respecteert een rechtvaardige samenleving de vrijheid
van ieder individu om zijn of haar eigen opvatting van het juiste leven te kiezen.
Drie benaderingen van rechtvaardigheid. Samenvatting.
Vragen wat een samenleving rechtvaardig maakt, is vragen hoe ze de dingen verdeelt die we belangrijk
vinden: inkomen, rijkdom, rechten, plichten, macht, mogelijkheden, ambten en eerbetoon. Een
rechtvaardige samenleving verdeelt deze zaken op de juiste manier; ze geeft elk individu wat hem of
haar toekomt. Of een samenleving rechtvaardig is, is afhankelijk hoe de dingen die we belangrijk vinden
zijn verdeeld.
Wanneer is er sprake van een rechtvaardige samenleving volgens verschillende theorieën:
1. Utilitarisme/teleologische benaderingen; een rechtvaardige samenleving moet ons welzijn en geluk
maximaliseren. We vinden welvaart belangrijk, omdat het aan ons welzijn bijdraagt.
Rechtvaardigheid wordt bereikt door welzijn te maximaliseren of het grootste geluk voor het
grootste aantal mensen nastreven.
2. Neoliberalisme/deontologische benaderingen (Kant, Rawls); bij een rechtvaardige samenleving
moet de wet neutraal zijn tegenover verschillende opvattingen van deugdzaamheid, zodat burgers
vrij zijn om te kizen wat voor hen de juiste levenswijze is. Het respect voor de rechten van het
individu staat centraal.
Er zijn 2 kampen, twee definities van vrijheid:
- Kamp van de lassair-faire (neoliberalen): rechtvaardigheid bestaat uit het respecteren en
bevestigen van de vrijwillige keuzes van volwassenen die weten waar ze voor kiezen > het
respecteren en bevestigen van vrijwillige keuzes.
3
, - Kamp van de eerlijkheid: (egalitarisme); rechtvaardigheid vereist een beleid dat sociale en
economische achterstelling opheft en dat aan ieder mens een eerlijke kans op succes geeft >
ervoor zorgen dat ieder mens een eerlijke kans heeft.
3. Deugdethiek/teleologische benadering (Aristoteles); een rechtvaardige samenleving streeft ernaar
om de deugdzaamheid van haar burgers te bevorderen en en goede manier van leven.
Deugdzaamheid gaat om het bevorderen van de houdingen, neigingen en persoonlijke kwaliteiten
waar een goede samenleving van afhangt.
Morele dilemma's. Begrippenlijst + samenvatting.
- Deugd= een karaktereigenschap betreffende goed samenleven, zoals betrouwbaarheid.
- Morele reflectie= ons oordeel over wat de juiste handelswijze is herzien. Het gaat hier om het
nogmaals nadenken over het principe dat we in eerste instantie hebben bekrachtigd. Het is een
sociale onderneming, omdat er een gesprekspartner nodig is om de betekenis van rechtvaardigheid
of de juiste levenswijze te ontdekken.
- Dilemma= een tweesprong, waarbij je moet kiezen tussen A of B. In een moreel dilemma spelen
meerdere belangen en waarden van de direct betrokkenen een rol.
- Utilitarisme: grootste geluk voor het grootste aantal mensen nastreven.
2 Invalshoeken:
1. Deontologische (plichtsethiek) van Kant: wat zijn mijn principes, normen, waarden? > morele
ontwikkeling binnen onszelf.
2. Teleologische ethiek (Utilitarisme): wat zijn de gevolgen voor de belangen van anderen, zoals
hun geluk? > wat is het effect van een bepaalde handeling.
Als we geconfronteerd worden met een lastige morele kwestie, maken we gebruik van morele reflectie.
Morele reflectie is het heen en weer gaan van de wereld van het handelen naar die van de redenen en
weer terug. Een morele reflectie verloopt als volgt:
1. Het startpunt: een overtuiging of mening over wat de juiste handelswijze is.
- Bijvoorbeeld: leid het treintje naar het zijspoor.
2. Nadenken over de redenen voor deze overtuiging/morele principes en proberen om erachter te
komen waarop deze oordelen zijn gebaseerd.
- Bijvoorbeeld: het is juist om één leven op te offeren als dat een groter aantal doden voorkomt.
3. Verwarring voelen wanneer een situatie ietwat veranderd en hierdoor je handelswijze nogmaals
herzien en eventueel bijstellen.
- Bijvoorbeeld: je moet een man voor van de brug duwen om ervoor te zorgen dat de trein op tijd
stopt en niet 5 mensen aanrijdt. Geldt voor jou dan nog steeds het principe dat het juist is om
één leven op te offeren als dat van 5 personen?
Morele reflectie is geen streven van enkelingen, maar het is een sociale onderneming. Dit houdt in dat
er een gesprekspartner voor nodig is.
Volgens Plato moeten we boven de vooroordelen en gewoonten van het dagelijks leven uitstijgen als we
de betekenis van rechtvaardigheid en de aard van de beste manier van leven willen begrijpen.
4