AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT
Tilburg University
2021-2022
Samenvatting
Leerdoelen | Hoorcolleges | Jurisprudentie
© 2022 L.D. de Graaf
, Blok 1: Doelen/functies van aansprakelijkheidsrecht en vestiging van aansprakelijkheid
Hoorcollege 1
Leerdoelen
1. U kunt het doel van het (buitencontractuele) aansprakelijkheidsrecht beschrijven;
2. U kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de begrippen ‘corrigerende rechtvaardigheid’,
‘distributieve rechtvaardigheid’, preventieve werking en genoegdoening;
3. U kunt uitleggen wat de genoegdoeningsfunctie van het aansprakelijkheidsrecht
inhoudt;
4. U kunt voor concrete leerstukken en situaties uitleggen en illustreren hoe de keuze voor
een bepaald leerdoel uitwerkt.
Literatuur
T. Hartlief e.a., nrs. 1-12
Jurisprudentie
HR 21 februari 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2286, NJ 1999/145 (Wrongful birth);
HR 9 oktober 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2735, NJ 1998/853 (Jeffrey);
HR 18 maart 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR5213, NJ 2006/606 (Baby Kelly);
HR 6 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9228, NJ 2015/376 (Srebrenica);
HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006, NJ 2020/41 (Urgenda).
© 2022 L.D. de Graaf 2
, U kunt het doel van het (buitencontractuele) aansprakelijkheidsrecht beschrijven
Het aansprakelijkheidsrecht regelt wie onder welke omstandigheden aansprakelijk is voor
welke gebeurtenissen en hun gevolgen (de passieve zijde van de verbintenis of kale
rechtsplicht) en dus ook wie welke aanspraken geldend kan maken (de actieve zijde, het
subjectieve recht). Zo bezien kan men zeggen dat het aansprakelijkheidsrecht tot doel heeft
aanspraken vast te stellen en te handhaven. Dit kan worden onderscheiden tussen enerzijds
aansprakelijkheid uit contract (‘contractuele aansprakelijkheid’), waarbij men het oog heeft op
aanspraken wegens tekortschieten in contractuele verplichtingen (art. 6:74 e.v.) en anderzijds
aansprakelijkheid uit de wet (‘buitencontractuele’, ‘wettelijke’ of ‘delictuele’
aansprakelijkheid), waarbij men het oog heeft op aanspraken uit onrechtmatige daad (art. 6:162
e.v.) en kwalitatieve aansprakelijkheden (art. 6:169 e.v.).
Algemeen wordt aangenomen dat de primaire doelstelling van het aansprakelijkheidsrecht is
gelegen in het herstel van schade en het voorkomen van toekomstige schade. Aansprakelijkheid
dient ertoe de benadeelde compensatie te bieden voor onrecht dat hem of haar is aangedaan.
Daarnaast wordt ook erkend dat aansprakelijkheid aan de benadeelde een zekere
genoegdoening kan bieden voor het geleden onrecht.
U kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de begrippen ‘corrigerende rechtvaardigheid’,
‘distributieve rechtvaardigheid’, preventieve werking en genoegdoening
U kunt uitleggen wat de genoegdoeningsfunctie van het aansprakelijkheidsrecht inhoudt
U kunt voor concrete leerstukken en situaties uitleggen en illustreren hoe de keuze voor
een bepaald leerdoel uitwerkt.
Algemeen wordt aangenomen dat de primaire doelstelling van het aansprakelijkheidsrecht is
gelegen in het herstel van schade en het voorkomen van toekomstige schade. Aansprakelijkheid
dient ertoe de benadeelde compensatie te bieden voor onrecht dat hem of haar is aangedaan.
De functies van het aansprakelijkheidsrecht zijn compensatie (de juridische-financiële
doelstelling), genoegdoening (de moreel-psychologische doelstelling) en preventie (de
feitelijke-economische doelstelling). In wisselende combinaties rechtvaardigen zij
aansprakelijkheid: driebanden.
Compensatie
Het beginsel van corrigerende rechtvaardigheid vereist herstel van de oorspronkelijke
toestand indien de ene partij de andere onrecht aandoet. Het heeft betrekking op de verhouding
tussen twee partijen in een vrijwillige of onvrijwillige transactie (overeenkomst of
onrechtmatigde daad). Wat de pleger heeft gedaan en wat de benadeelde is overkomen, zijn de
actieve en passieve kant van hetzelfde onrecht. Het wordt ook wel aangeduid als ‘restitutio in
integrum’. Het herstel moet niet verder strekken dan dat, want dan wordt er weer onrecht gedaan
tegen de ander. Dit kan plaatsvinden door schadevergoeding in geld of in natura (art. 6:103
BW), materiele en immateriële schadevergoeding (art. 6:106 BW), een verklaring voor recht of
een rechterlijk bevel.
Compensatie
Distributieve rechtvaardigheid daarentegen heeft betrekking op de leden van een groep of
gemeenschap. Zij vereist een gelijke verdeling van goederen of lasten onder de leden van die
© 2022 L.D. de Graaf 3
, groep, waarbij die gelijkheid wordt bepaald door een standaard. Onrechtvaardig is de situatie
waarin de ene persoon teveel of te weinig heeft ten opzichte van een ander.
Preventie
Met preventieve werking wordt bedoeld het voorkomen van herhaling. Aansprakelijkheid
biedt een prikkel tot preventie, zowel in speciale zin (voor deze persoon) als in algemene zin
(voor de samenleving in bredere zin) en draagt daarom bij aan de handhaving van materiële
normen. . De rechtvaardiging van aansprakelijkheid schuilt niet in het gepleegde onrecht, maar
in het voorkómen van eventueel te plegen onrecht. Preventie kan evenwel omslaan in defensief
gedrag. Vergaande aansprakelijkheid kan defensief gedrag in de hand werken, dat wil zeggen,
dat angst voor aansprakelijkheid verlamt (het zogenoemde “chilling effect” van
aansprakelijkheid). Het ziet verder op de kostenallocatie, risicoverspreiding en het vermijden
van inefficiënt gedrag.
Genoegdoening
Het aansprakelijkheidsrecht kan genoegdoening bieden voor het geleden onrecht. Die
genoegdoening kan worden geboden door een financiële compensatie (immateriële
schadevergoeding of smartengeld), maar ook door de vaststelling van aansprakelijkheid (door
middel van een verklaring voor recht), of door de daaraan voorafgaande waarheidsvinding (de
vaststelling van de werkelijke toedracht). Voor sommigen heeft die genoegdoening vooral
morele betekenis (de nabestaanden van Srebreniça1), voor anderen is zij van psychologische
waarde (de rouwverwerking van de moeder van Jeffrey2).
De remedies bestaan uit erkenning en boetebedingen. Dit kan zich uiten in een verklaring voor
recht (moreel-declaraoir), louter omdat de vaststelling dat de veroorzaakte aansprakelijk is,
genoegdoening geeft. Schadevergoeding hoeft dan niet eens nodig te zijn.
1
HR 6 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9228, NJ 2015/376 (Srebrenica)
2
HR 9 oktober 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2735, NJ 1998/853 (Jeffrey)
© 2022 L.D. de Graaf 4