100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting materieel strafrecht ESL €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting materieel strafrecht ESL

 1 keer verkocht

Samenvatting Materieel Strafrecht boek Kelk/De Jong. Ook de artikelen: • Rozemond, ‘Van hiv naar corona en van reële kans naar redelijke vrees’, BSb 2021/6. • ter Haar, ‘Grondslagen en grenzen van noodweer(exces)’, BSb 2020/4. • Waarborgen tegen meervoudige aansprakelijkstell...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 59  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 2 t/m 10
  • 16 mei 2022
  • 59
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (68)
avatar-seller
evaj1234
Samenvatting literatuur – materieel strafrecht
Week 1:
 Kelk/De Jong, hoofdstukken 3, 4 en 6
 Rozemond, ‘Van hiv naar corona en van reële kans naar redelijke
vrees’, BSb 2021/6.

Week 2:
 Kelk/De Jong, hoofdstukken 5 en 7
 ter Haar, ‘Grondslagen en grenzen van noodweer(exces)’, BSb 2020/4.

Week 3:
 Kelk/De Jong, hoofdstukken 2 (onderdeel 2.5 en 2.6) en 8
 Waarborgen tegen meervoudige aansprakelijkstelling voor ‘hetzelfde feit’, in: J. de
Hullu, Materieel strafrecht, Deventer: Kluwer 2021, p. 503-542

Week 4:
 Kelk/De Jong, hoofdstukken 9 en 10

WEEK 1
Hoofdstuk 3 – Het legaliteitsbeginsel
3.1 Materieelrechtelijke en strafvorderlijke legaliteit
- Art. 1 Sr: geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane
wettelijke strafbepaling.
- Is ook te vinden in lagere wetgeving (art. 147 Gemw en art. 143 Pw).
- Het juridisch begrip in viertal niveaus: een strafbaar feit is een persoonlijke
gedraging, die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving, die
wederrechtelijk is en die aan de schuld van de dader te wijten is.
- Legaliteitsbeginsel treft vooral de tweede vraag van art. 350 Sv: is het bewezen
feit ook volgens de wet een strafbaar feit? Zo niet, dan vrijspraak.
o Soms spelen legaliteitsvraagstukken overigens al een rol in de
bewijsvoering, en dus binnen het kader van de eerste vraag van art. 350
Sv, namelijk indien de tenlastelegging bepaalde onderdelen bevat die
woordelijk uit een delictsomschrijving zijn overgenomen en ten aanzien
waarvan de vraag rijst of zij bewezen kunnen worden.
- De delictsomschrijving moet voldoende duidelijk en specifiek zijn.

3.2 De achtergronden van de legaliteitsbeginsel en de rechtstaat
- Rule of law: (1) het geheel van wettelijke voorschriften dat (2) de instellingen
beheerst die begiftigd zijn met wettelijke macht en (3) de procedures waarin deze
voorschriften door de instellingen kunnen worden toegepast, hetgeen is gericht op
(4) de bescherming van essentiële belangen van individuen die in onze
samenleving is gegarandeerd door (5) beperkingen van de macht van de staat.
- Alle rechtsbeginselen zijn normatief en hebben een eigen impact ter beoordeling
van het rechtmatigheidsgehalte van het strafrechtelijke optreden, terwijl zij
evenzeer deel uit maken van het strafrechtelijke stelsel en het strafrechtelijke
beleid zelf.

Dimensies van het legaliteitsbeginsel:
1. De constitutionele dimensie: de wet deelt macht toe aan staatsorganen en
bevoegdheden aan overheidsfunctionarissen om deze binnen de grenzen van het
geldende patroon van machtsverdeling ten behoeve van de strafrechtspleging aan
te wenden.
a. Primaire functie: bestrijding van de criminaliteit.

, b. Verlening van bevoegdheden aan overheidsinstanties en de clausulering
van die bevoegdheden.
c. Trias politica  taakverdeling. Het houdt de soeverein gebonden aan de
gestelde wetten en houdt burgers wettelijk gelijk.
2. De rechtsbeschermende dimensie: de constitutionele dimensie brengt een
rechtsbeschermende dimensie met zich mee. Nauwkeurig geformuleerd en
grenzen en waarin bevoegdheden mogen worden uitgeoefend. Bescherming tegen
willekeurigheid van de overheid.
3. De generaal-preventieve dimensie: een crimineel-politieke dimensie: de rationele
organisatie van de maatschappelijke reactie op criminaliteit. Nastreven van een
evenwichtstoestand. Derden moet zich weerhouden van strafbare feiten door
waarschuwende werking van het strafrecht.
a. Voorkomen van eigenrichting.
b. Feuerbach: nulla poena sine lege (geen straf zonder wettelijke grondslag),
nulla poena sine crimine (geen straf zonder strafbaar feit) en nullum
crimen sine poena legali (geen strafbaar feit zonder wettelijke straf.
c. Gebaseerd op calculerende mensbeeld (rationele mens).
d. Expressieve delicten (uitdrukking van directe gemoedstoestand) vallen hier
niet onder.
e. Schrikt af bij grote pakkans.

3.3 De concrete betekenis van het legaliteitsbeginsel in ons materiële strafrecht
Concrete eisen die uit het legaliteitsbeginsel voortvloeien:
1. Duidelijk geformuleerde delictsomschrijvingen (lex certa/bestimmtheitsgebod).
o Verschillende methoden om een delict te formuleren:
 Soms wordt volstaan met een typering van het delict door middel
van uitsluitend een juridische benaming, een kwalificatie. Dan moet
de rechtspraak aan de juridische benaming (het etiket) een nadere
omlijning geven, bijv. art. 300 Sr.
 Opsommen van bestanddelen, gedragingen en omstandigheden,
zonder een kwalificatie te noemen. In de praktijk wordt dan een
juridische benaming gegeven, bijv. art. 111 Sr, art. 138 Sr.
 Combinatie van opsommen van bestanddelen en een juridische
benaming. Vaak bij vermogensdelicten, art. 310 Sr.
o Vage termen moeten zo veel mogelijk worden vermeden. Maar er zijn
termen die normatief van aard zijn. Delictsomschrijvingen waaraan
dergelijke bestanddelen deel uitmaken, zijn open delictsomschrijvingen.
Een voorbeeld van open delictsbestanddeel is de culpa.
2. Strikte interpretatie door de rechter
o Is nodig voor lex certa-vereiste.
o Soorten interpretatie:
 Grammaticale interpretatie (evident uit de tekst).
 Wetshistorische interpretatie (afhankelijk van de bedoeling).
 Wetssystematische interpretatie (in welke titel of afdeling).
 Teleologische interpretatie (de betekenis van huidige opvattingen).
 Functionele interpretatie (betekenis voor het concrete geval,
redelijke uitlegging).
o Bovenstaande methoden kunnen strikt of uitbreidend (extensief) worden
gebezigd. Extensief is niet verboden, maar is i.v.m. legaliteitsbeginsel
problematisch.
o Interpretatieproblemen uit de rechtspraak:

,  Verschuivende betekenissen van termen waarvan de wet zich
bedient (grammaticale vs. theologisch-historische interpretatie,
soms extensief). Bijv. wegnemen bij diefstal, extensief.
 Verschuivende maatschappelijke opvattingen (bijv. bij
verkrachtingsbepaling).
 Technologische ontwikkelingen, met behulp van functionele
interpretatiemethode.
 Conflicterende rechtsbelangen. Er zal worden gekozen voor de
meest overtuigende redenering in het licht van wat naar het
rechtsgevoel het meest voor de hand liggend of acceptabel is, dan
wel met het oog op wat men wenselijk vindt.
o De voorzienbaarheid van de strafwaardigheid van bepaald type gedrag is
een element voor ruimere interpretatie van het legaliteitsbeginsel.
3. Het verbod van analogische wetsinterpretatie
o Analogie wil zeggen dat uit een bestaand wettelijk voorschrift een
grondregel wordt gedestilleerd en toegepast op een geval, dat strikt
genomen niet onder dit voorschrift valt maar dat niet essentieel van een
geval, waarvoor het voorschrift wel bedoeld is te gelden.
o Begrijpen vanaf constitutionele dimensie van legbeginsel: wanneer de
rechter een bestaande wettelijke strafbaarstelling analogisch toepast op
een geval waarvoor hij niet is geschreven, in strijd met bevoegdheid die
aan de wetgever is gesteld.
o Elektriciteitsarrest: elektriciteit is een goed. Kritiek door extensieve
grammaticale interpretatie van een delictsbestanddeel kan toepassing van
een analogische redenering voorkomen worden. Deze grens vaak door de
veel computercriminaliteit door automatiserings- en
informatiemaatschappij.
o Analogie ten gunste van de justiabele (ad bonam partem) is wel
toegestaan. Alleen uitgesloten als een feit door analogie strafbaar wordt.
o Analogieverbod is van internationale betekenis. EHRM, art. 7 lid 1 EVRM,
leest ook duidelijk het nullum crimen, nulla poena sine lege-begginsel, en
dus ook het verbod van te vergaande analogische wetstoepassing. Maar
een zekere interpretatieruimte i.v.m. for adaption to changing
circumstances.
4. Geschreven strafbepalingen
o Gewoonte is mag geen bron van strafbaarstelling zijn. Dit kan willekeur in
de hand werken.
o Het kan wel zo zijn dat de gewoonte een middellijke, indirecte wijze van
een feit strafbaar doen zijn. Bijv. bij goede trouw of dierenmishandeling.
Met name bij open delictsomschrijvingen; culpoze delictsomschrijvingen en
normatieve bestanddelen zoals aanstotelijk voor de eerbaarheid.
o Op het terrein van zededelicten kunnen zich veranderende gewoonte-
patronen voordoen die in het kader van open termen tot hun recht kunnen
komen.
5. Verbod van terugwerkende kracht
o Uitzondering als het voor de verdachte gunstiger is.
o Met betrekking tot wetswijzigingen zijn ook andersoortige wetten van
invloed op de strafbaarheid. Het gaat hier om de materiële leer: de gehele
wetgeving kan van belang zijn. Maar deze leer is beperkt. De leer wordt
beperkt tot wetswijzigingen
 Die niet uit hun aard een tijdelijke werking hebben, en

,  Die berusten op een gewijzigd inzicht in de strafwaardigheid van het
feit.
o Gunstigere regeling:
 Uit veranderingen van alleen de sanctienorm komt vrijwel altijd
duidelijk naar voren of sprake is van een gunstiger of ongunstiger
bepaling.
 Wat betreft veranderingen van de delictsomschrijving zal het
schrappen van een bestanddeel uit de delictsomschrijving tot een
voor de verdachte ongunstiger bepaling kunnen leiden.
 Het is ingewikkelder als de delictsomschrijving na het gepleegde feit
is uitgebreid met een bestanddeel, bijv. met wederrechtelijk.
 Op het moment dat de delictsomschrijving is uitgebreid, maar de
sanctienorm gunstiger is geworden. De HR oordeelt hier dat de
gewijzigde bepaling toepassing vindt voor zover deze voor de
verdachte gunstiger werkt, terwijl voor het overige de oude
bepaling dient te worden toegepast.
o Gunstigere regeling van art. 1 lid 2 Sr blijft van kracht tot in de fasen van
hoger beroep en van cassatie.
o Verbod van terugwerkende kracht ook in art. 7 EVRM en 49 Handvest.
6. De nulla poena-eis, geen straf zonder wet
o Er mogen geen onbekende straffen noch straffen die het wettelijke
maximum te boven gaan, worden toegepast: nullum crimend, nulla poena
sine lege.
o Rechtszekerheid over wat strafbaar is en hoe hij zal worden gestraft.
o Speelt in de rechtspraak niet vaak een rol. Wel soms in het kader van
bijzondere voorwaarden welke door de rechter bij een voorwaardelijke
veroordeling kunnen worden opgelegd, art. 14c lid 2 onder 14. De
bijzondere voorwaarde mag dan ook nimmer zo verstrekkend of ingrijpend
zijn dat in feite moet worden gesproken van een nieuwe strafsoort die de
wet niet kent.
7. Individuen kunnen de wet kennen
o Art. 88 Gw: wetten treden niet in werking voordat zij op bij wet geregelde
wijze zijn bekend gemaakt.
o Bij misdrijven is vanwege de veronderstelde bekendheid van hun verboden
inhoud het zogeheten ‘boos opzet’, dat wil zeggen opzet gericht op het
strafbaar gestelde karakter van het delict, geen speciaal vereiste voor de
strafbaarheid (zie par. 6.4.4)
o Soms moeilijke wetten voor bijv. afkomstig uit de WED.
o Sinds het Motorpapieren-arrest voorziet ons strafrecht voor gevallen van
verontschuldigbare rechtsdwaling in een buitenwettelijke
strafuitsluitingsgrond in de vorm van afwezigheid van elle schuld. Het
beroep op rechtsdwaling moet door de verdachte zelf worden gedaan en
het is aan hemzelf om aan te tonen en aanmerkelijk te maken dat hem
geen enkele blaam treft ten aanzien van het niet kunnen weten dat hij een
strafbaar feit pleegde.

Hoofdstuk 4 – De wederrechtelijkheid
4.1 Het begrip wederrechtelijkheid
- Definitie van strafbaar feit in juridische zin houdt in dat er een persoonlijke
gedraging moet zijn, die – krachtens het legaliteitsbeginsel – een wettelijke
delictsomschrijving vervult en daarnaast, behalve aan schuld te wijten is, ook
wederrechtelijk is.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evaj1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67479 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,49  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd