HC1 - Kwalitatief interviewen + focus groups (Bryman H20+21)
Kwalitatief interview (ook wel diepte interview)
Doel: gedetailleerde, diepgaande antwoorden krijgen
-> een georganiseerd gesprek waarbij interviewer vragen stelt, en geïnterviewde geeft
antwoorden
Bij een enquête wil je niet de diepte in, en juist een verandering / patroon vinden (kwanti
vgm)
Kenmerken kwalitatief interview:
- heel flexibel: weinig gestructureerd/ gestandaardiseerd
- vanuit perspectief van de participant
- uitweiden wordt aangemoedigd (je wil diepte in, voorbeeldvragen)
- op zoek naar gedetailleerde + uitgebreide antwoorden
-> Doel is begrijpen, niet generaliseren
Ongestructureerd vd semi-gestructureerd
- Met topic list: een paar weinig afgebakende thema’s / brede vragen
- Meanderen van antwoorden
- Dialoog Stijl, alsof je een gesprek voert (waarbij een veel meer praat)
Semi-gestructureerd (meest gebruikelijk voor je onderzoek)
- Met interview guide: lijst van vragen die je wil stellen (vragen bedacht)
- Wel flexibele volgorde vragen
-> na het voeren van de interviews ga je ze coderen, en thema's vinden uit de data (je gaat
niet zoeken naar thema's maar je gaat ze vinden)
Lijst met onderwerpen / open vragen die aan bod komen in je interview:
- aan de hand van de onderzoeksvraag + theoretisch kader
- Logische maar flexibele volgorde
- Vragen waarmee je de diepte in kunt (aan feitjes heb je weinig)
Mocht je wel feiten nodig hebben? -> Face sheet: blaadje met feitjes om mee te nemen om
het gesprek lopende te houden.
Verschillende soorten vragen:
Om vooraf op te stellen:
- introduceren (hoe is uw interesse voor)
- Indirect: Bij gevoelige onderwerpen handig
(wat vinden de meeste mensen hier van
hoe de organisatie werkt?)
- Structurerend: (ik ga nu door met het
volgende onderwerp)
- Direct: (gerichte vragen, liefste aan het
einde van het interview want dan heb je al
‘relatie’ opgebouwd)
, Tijdens het interview:
- Interpreterend: Dus, als ik u goed begrijp/ klopt het als ik het zo zeg
- Follow-up vragen (uitweiden): Wat bedoelt u daar precies mee? of hmm hmm
- Probing (doorvragen): Eerder zei u.. hoe zit dat dan
- Stiltes: Laat de geïnterviewde nadenken en reflecteren
voorbereiding interview:
- vermijd jargon, gebruik correcte termen
- gebruik opnameapparatuur (met toestemming)
- regel goede stille omgeving (als het jou niet uitmaakt laat dan de geïnterviewde zelf kiezen en
prettig vinden)
- bereid je voor op vragen over je onderzoek, zorg voor duidelijk verhaal
Opnemen + transcriberen
Voordelen:
- concentreren op het luisteren + vragen stellen
- Beter analyse door gedetailleerde beschrijving
- Correctie van gebrekkig geheugen + selectief luisteren
- Illustratie aan de hand van quotes
- Denk aan kwalitatieve criteria: Dependability (Het doet wat met de betrouwbaarheid van
je onderzoek als je zegt dat je al je interviews hebt opgeschreven)
- secundaire analyse mogelijk
Nadelen:
- Privacy van respondent: vraag toestemming
- Ethiek, wees voorzichtig met je data (kan dat iemand zijn eigen naam zegt op de band etc)
- Transcriberen is saai en tijdrovend 1:4 uur
Een goede interviewer:
- structureert, is duidelijk en helder (korte, duidelijke vragen), is vriendelijk, is sensitief, is
open (je hoeft het niet eens te zijn om het te begrijpen) en is ook kritisch
Tips:
- vraag naar voorbeelden (goede quotes en illustraties erbij)
- vraag door op emotie en benoem het (ik zie dat het je raakt, dit maakt je boos)
- Zwijgen is goud waard
- Meta-communicatie
- Doe als Columbo (je sluit het interview af, en laat je bandrecorder lopen en mensen gaan
nog vaak even praten daarna)
H21: Focus groups
- groepsinterview met meerdere deelnemers en moderator
- Komt veel voor in sociale wetenschappelijk onderzoek, maar ook in marketing,
marktonderzoek of mediastudies
- Absoluut niet een methode om op efficiënte wijze veel interviews uit te voeren
Interacties tussen deelnemers: