100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Complete transcriptie van hoorcolleges en werkcolleges €6,69   In winkelwagen

College aantekeningen

Complete transcriptie van hoorcolleges en werkcolleges

 9 keer bekeken  0 keer verkocht

Complete transcriptie van hoorcolleges en werkcolleges! alles wordt goed uitgewerkt zodat je niets hoef te missen. Zelf heb ik hierdoor een 9.1 gehaald! Garantie voor een voldoende!

Voorbeeld 4 van de 150  pagina's

  • 20 mei 2022
  • 150
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Krommendijk
  • College 11 staat er alleen niet in.
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
omarfaiq
Volledige uitwerking Inleiding Europees Recht

Hoorcollege 1
De geschiedenis en de ontwikkeling van het EU-recht en het Europese integratieproces, en de
belangrijkste instellingen.

Vandaag gaan we het hebben over de integratiegeschiedenis en de instellingen, de rode draad tijdens
dit college is met name dat de Europese Unie zoals we die nu kennen, zoals die al decennia meegaat,
voor enorme hete vuren heeft gestaan. Sla maar de kranten eens open en je zult zien dat de EU balanceert
op de rand van de afgrond. Denk maar: aan de Brexit, over de positie van de rechtsstaat (Polen en
Hongarije die rechtstatelijke achteruitgang vertonen), de meerjarenbegroting (waar tegenstellingen waren
tussen Noord en Zuid) en de migratiecrisis). De EU staat dus voor hete vuren. Tegelijkertijd, en dat is de
achtergrond, suddert meer, en dat is minder zichtbaar en minder vaak in het nieuws, realiseren we ons
onvoldoende wat de enorme verdiensten zijn van de Europese Unie, ook in ons dagelijkse leven.
Nederland heeft bijvoorbeeld veel profijt van de Europese Unie, ze zeggen dat de Europese Unie ons een
maandsalaris oplevert, allemaal. Of denk aan het feit dat je overal zomaar kan bellen en kan internetten in
de hele Europese Unie, zonder extra meerkosten, dat vroeger anders het geval, of denk aan het vrije
reizen.
Ook om belangrijk om nu mee te geven, om de toon te zetten, dat is ook het verhaal wat ik in mijn
colleges zal benadrukken: we kunnen er van alles van vinden van die EU, of het nou goed of slecht is,
maar het feit blijft dat het EU-recht (beleid en wetgeving) heel diep ingrijpt op het ons nationale
rechtsstelsel. Denk maar aan de stikstofcrisis; een uitspraak van het Europese Hof van Justitie die
eigenlijk ervoor zorgde dat allerlei bouwplannen plat kwamen te liggen, dat er boeren moesten worden
uitgekocht (denk maar aan Farmers Defence Force die met tractoren op het malieveld opreden), dat
kwam dus allemaal op basis van een uitspraak van het Europese Hof van justitie op basis van EU-
wetgeving, natuurbeschermingswetgeving. Dus dat Europees-recht heeft veel impact. Een ander
voorbeeld is het AWB-stelsel, en die AWB is op een punt volgens het Hof van Justitie te beperkt,
namelijk de mogelijkheid voor bijvoorbeeld natuurbeschermingsorganisaties of omwonenden om
inspraak te geven in allerlei projecten (bijvoorbeeld bouwvergunningen of infrastructuurprojecten).
Wat ik met deze illustratie wil laten zien is dat eigenlijk dat het integratieproces met horten en storten
is gegaan. Dus we zijn van jubeljaren naar crisismomenten gegaan, het is een soort pendule; van positief
naar negatief, en ik wil laten zien dat het integratieproces een ingewikkeld samenspel is van allerlei
bewegingen, factoren, instellingen, deelbelangen die verschillende perspectieven vertegenwoordigden.
En in het ingewikkelde politieke krachtenspel opereert het Europese recht. De politieke context maakt het
dat er compromissen nodig zijn, dan wordt er iets in een EU-wet opgenomen dat onduidelijk is, daar
ontstaan vragen over en daar moeten juristen mee aan de slag. Dat geeft de Europese rechter bijvoorbeeld
een hele moeilijke taak om dat uit te leggen in juist die politieke context. Maar die Europese rechter heeft
wel een hele belangrijke rol.
Jasper Krommendijk behandelt het institutionele EU recht, met name hoe het EU recht werkt en wat voor
procedures er zijn. Simon Tans zal ingaan om het materiele EU-Recht en het vrije verkeer en het
mededingsrecht.
Waar we het vandaag over hebben zal de geschiedenis en de ontwikkeling van het EU-recht en het
Europese integratieproces (dat staat in hoofdstuk 1 van het boek). En na de pauze kijken we naar de
belangrijke instellingen (dat is hoofdstuk 2 van het boek).
De rode draad van het verhaal, de boodschap eigenlijk is dat de EU constant voor hete vuren heeft
gestaan, en dat de Brexit en de discussie daaromheen is bijzonder: een lidstaat die uitreedt. Maar er zijn


1/16

,heel veel momenten in de geschiedenis geweest waarbij de EU op het randje van de afgrond stond. Dus
niks nieuws crisis… Europa en crisis zijn een synoniem..
Een tweede rode draad en die probeer ik te accentueren, en ik hoop daarmee dat er meer begrip voor EU
bij jullie komt, en dat zien we met name terug in het integratieproces als bij de instellingen, is eigenlijk
die botsing van twee krachten: de intergouvernementele krachten en supranationale krachten.
‘Inter’ betekent in het Latijns ‘tussen’, ‘gouvernementeel’ duidt op ‘regeringen’, ‘staten’. Dus volgens de
intergouvernementele logica zijn het vooral Macron en Merkel, dus vooral de lidstaten die aan de
knoppen zitten, en bepalen waar het met de EU heengaan. Dus de lidstaten, dus de mensen in Den
Haag, Berlijn etc. bepalen wat er gebeurt. Wat de EU zo interessant maakt in vergelijking tot andere
internationale organisaties waar jullie kennis van hebben genomen tijdens inleiding internationaal recht is
ook de supranationale dimensie. ‘Supra’ is Latijns voor ‘boven’ nationaal, dus boven het nationale, dus
boven-nationale krachten, dat zijn instellingen of bewegingen die eigenlijk los staan van die lidstaten,
die onafhankelijk van de wil van lidstaten opereren. Dus internationale organisaties hebben ook een
soort eigen wil. En als je dan kijkt naar de EU dan zie dat een aantal instellingen of bewegingen heel erg
die supranationale dimensie vertegenwoordigen Dus juist iets willen wat losstaat van de wil van lidstaten.
Dus intergouvernementeel: lidstaten aan de knoppen. Supranationaal: iets boven lidstaten wat machtig is
en een eigen wil en eigen bevoegdheden heeft. Hier komen we later op terug.
Laten we kijken naar de geschiedenis van het Europese integratieproces en de ontwikkeling. Als we
beginnen met de EU en de Europese integratiegeschiedenis, dan is een logisch startmoment de Tweede
Wereldoorlog, dus heel erg het idee van nooit meer oorlog. Na de WO II, dus in 1945 was er het besef
dat we dit nooit meer wilden en we wilden dit voorkomen. Die spil tussen Frankrijk en Duitsland (omdat
er altijd spanningen waren vanaf de 19de eeuw), die gingen juist samenwerken om ervoor te zorgen dat
het nooit meer gebeurde. Een belangrijke voorwaarde is ook de rol van Amerika met het aanbieden van
Marshallhulp en het creëren van condities waarbinnen er mogelijkheid was om dat wantrouwen weg te
nemen en staten aan te zetten tot samenwerking. Dus de noodzaak van wederopbouw dat was om
wantrouwen te voorkomen. De eerste stap werd gezet in 1951, dat was de Europese Gemeenschap
voor Kolen en Staal. Dat is nadrukkelijk Kolen en Staal. Het is namelijk niet zo raar dat die
samenwerking daar begon; Kolen en Stalen zijn immers de productiefactoren die zeer belangrijk zijn
voor het voeren van oorlog. Bijvoorbeeld voor het bouwen van tanks en vliegtuigen. Dus de industrie om
het wapentuig te produceren, daar probeerde men samen te werken. De zes lidstaten (België, Duitsland,
Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland) kwamen bij elkaar. De centrale figuren waren de Franse
minister Schumann en de Luxemburger Jean Monett, die laatste werd ook voorzitter van de Hoge
Autoriteit van de EGKS, dus je ziet dat er belangrijke figuren nodig waren om dit momentum te pakken.
En die lidstaten gingen dus samenwerken op kolen en staal, die hebben gezegd ‘we willen geen oorlog
meer, dit wat nodig is voor wapentuig te produceren, dat plaatsen we onder een hoge autoriteit’.
Lidstaten kunnen niet meer vrijelijk keuzes in maken, er zit iets boven dat Kolen en Staal: een hoge
autoriteit die daar controle op uitoefent, lidstaten staan een deel van hun soevereiniteit, hun macht af. Dus
soevereiniteit beperken om er voor te zorgen dat er geen opbouw van die industrieën in Duitsland zal
plaatsvinden waardoor Duitsland een derde wereldoorlog zou starten, om het maar even simpel te
zeggen. Dus een belangrijk hoofddoel was het creëren van vrede en daarnaast ook, uiteindelijk,
gaande weg samenwerken met handel, protectionisme uitbannen. Ze begonnen dus samen te werken
op voor de oorlog een cruciaal thema. In de jaren ’50 heeft men nog geprobeerd dat ook op andere
terreinen te doen, met name meer politieke terreinen. Zo waren er twee initiatieven: een om een Europese
Defensiegemeenschap (1) op te richten, met de logica dat je voor oorlog legers nodig hebt, dus laten we
die legers bij elkaar zetten, met elkaar samen te werken. Je ziet meteen dat dit een discussiepunt is dat al
jaren terugkomt, dat nog steeds tamelijk onbeslist is, maar dit mislukte natuurlijk omdat dit een heel
gevoelig thema is voor staten. Het raakt juist hun soevereiniteit; je gaat niet de controle over je
territorium en je leger al dat soort gevoelens die daarbij komen kijken niet toevertrouwen aan een hogere
organisatie. Dus de Europese Defensiegemeenschap dat mislukte. Men wilde ook nog politiek
samenwerken, een Europese politieke Unie (2) op richten: een nauwe verregaande politieke
samenwerking, maar ook dat mislukte.
2/16

,Nu wat quiz vraagjes om jullie te testen.
Vraag 1: Waarom begon de Europese integratie op het gebied van Kolen en Staal?
A Dit lag het minst gevoelig
B Dat wilde Duitsland per se
C De economische mogelijkheden zijn op dit gebied het grootst
D Beiden zijn cruciaal voor de productie van oorlogsmateriaal

Antwoord D

Vraag 2: Wie worden gezien als grondleggers van de Europese samenwerking?

A Delors en d’estaing
B Monnet en Schuman
C Churchill en Roosevelt
D Briandd en Kellogg

Antwoord B

Vraag 3: Wanneer zag de EEG het licht?

A 1951
B 1956
C 1957
D 1965

Antwoord: C

Vraag 4: Waar werd het EEG-Verdrag ondertekend?

A Rome
B Parijs
C Brussel
D Berlijn

Antwoord A


Deze laatste twee vragen gingen over de EEG, de Europese economische gemeenschappen, dus wat ik
net schetste na die EKGS, men wilde politiek samenwerken (defensie, politieke unie), maar dat
mislukte. Dus men verlegde de blik; een terrein waar het makkelijker zou kunnen geschieden is de
economie, dus economische integratie. Op het gebied van de markt, vrije verkeer. Dus na het mislukken
van politieke samenwerking, heeft men het kleiner gezocht en is men economisch gaan samenwerken. En
dat is zoals we de EU anno nu kennen, en dat is ook die verzuchting die we horen over de Europese Unie
‘het is zo economisch en marktgericht’. Dat is niet zo gek, want daar wist men veel makkelijker samen te
werken, in de vorm van handelsobstakels weghalen. Dat vrije verkeer van diensten, personen en
producten is gelukt in 1957 met een verdrag dat in Rome is ondertekend. Dus dit de kern van het
Europese recht. Dat is de reden waarom we bij dit vak stil staan bij die regels van het vrije verkeer, want
daar is het allemaal begonnen. En dat is ook heel snel succesvol geweest en zelfs zo succesvol dat je in
die eerste jaren zelfs overproductie kreeg. De economische logica maakte het ook zo dat gaandeweg veel
lidstaten toetraden en ook constateerden dat ze er ook bij wilde horen. Dus bijvoorbeeld het VK wilde
daar ook bij horen, juist vanwege die economische logica. Die EEG in 1957 had dus een economische
insteek.
Na dit aanvankelijke optimisme gebeurde er iets tussen 1965-1985, wat was dat?
De vraag luidt: ‘welk begrip is geen kenmerk van de periode tussen 1965-1985?
a) Eurosclerose
3/16

, b) Europese Akte
c) Oliecrisis
d) Lege stoel crisis
Antwoord : B

Wat er namelijk gebeurde in deze periode, nadat aanvankelijke optimisme raakte het Europese
integratieproces in de slop. Een belangrijke hierbij was de lege stoel crisis. Er was een lege stoel
van de Fransen, de Fransen boycotte namelijk Europese besluitvorming, omdat zij vonden dat de
Europese machinerie te supranationaal werd, teveel losgezongen raakte van de lidstaten, te machtig.
Frankrijk wilde dat de EEG weer intergouvernementeler werd, dat de lidstaten meer macht kregen.
Frankrijk vreesde dus dat te veel macht naar Brussel ging. Dus er was een lege stoel crisis. Er was in de
jaren 70 ook een oliecrisis (er was sprake van economische krimp, veel werkloosheid), en wat je dan
krijgt is dat lidstaten sneller voor zichzelf kiezen; de hekken dichtgooien, protectionisme, die drang. En
deze periode van 20 jaar werd ook wel eurosclerose genoemd, dit klinkt als een ziekte en dat was
het ook wel een beetje: 20 jaar stilstand , er gebeurde niet zo veel. Heel veel Europese wetgeving
kwam moeilijk van de grond, ook omdat die Fransen dus het hele proces aan het boycotten waren. Na die
20 jaar was er weer een periode van hoop. Dus je ziet dat die geschiedenis in golfbewegingen gaat,
waarmee ik dit college mee begon.
De volgende vraag gaat over de Europese Akte, want daarmee veranderde het dus, wat was het doel van
de Europese akte uit 1986?
A) De oprichting van de politieke unie
B) Voltooiing van de interne markt
C) Toetreding Oostbloklanden mogelijk maken
D) Invoering van de Euro

Wat die lidstaten na 20 jaar eurosclerose en stilstand, was er een besef ‘dit moet anders’. Politieke leiders
zagen dat Europa zeer belangrijk was en ook het bedrijfsleven drong aan ‘ jullie hebben in 1970 gezegd,
er is een gemeenschappelijke markt, maar in de praktijk zien we nog zoveel obstakels, er is helemaal nog
geen sprake van vrij verkeer. Misschien is dat voor goederen wel goed geregeld, maar voor diensten is
dat heel anders’. Dus het bedrijfsleven wilde dat de EEG daad bij woord voegde en van een
gemeenschappelijke markt naar een interne markt ging. Op dat moment was er ook een belangrijke
politieke leider: Delors (destijds voorzitter van de Europese Commissie). En die nam eigenlijk al die
lidstaten op sleeptouw, dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat er een Europese Akte kwam: een
witboek voor de voltooiing van de interne markt. En die Europese Akte was eigenlijk de eerste keer
sinds het verdrag uit 1957, dat er echt een verdragswijziging kwam. Dat zou je niet zeggen als je de naam
Europese Akte zou zien, dat klinkt namelijk heel vrijblijvend (het is een akte, het is een klein
hoofdstukje), maar die akte was dus echt een verdrag en die heeft het Europees recht op een aantal
fundamentele punten aangepast. Dus een belangrijk doel was op die interne markt eindelijk te voltooien,
maar wat er ook gebeurde was dat er een aantal andere terreinen erbij kwamen: De EEG kreeg ook
bevoegdheden over andere terreinen dan alleen de economische. Denk bijvoorbeeld aan het
milieubeleid. En wat ook belangrijk is, dat van institutioneel aard is, is dat met die Akte een
gekwalificeerde meerderheid kwam. Voorheen (en dat was ook het hele probleem van die lege stoel
crisis) is dat het op heel veel terreinen nodig was dat alle lidstaten ergens mee instemden. Dus lidstaten
hebben een veto (ze kunnen iets tegenhouden). En men zag toen in (halverwege de jaren ’80) ‘dit moet
anders, anders gebeurt er nooit iets’. Dus kwam er een gekwalificeerde meerderheid. Dat betekent dat
lidstaten een deel van hun macht kwijt raakten en niet alles konden tegenhouden. Op dat moment was het
zo dat als 3 van de 4 het eens waren en 1 lidstaat tegenstribbelde dan kwam het er doorheen. Dus door
die Europese Akte werd de EEG minder intergouvernementeel, dus lidstaten verloren hun macht. En
dat kwam door nog iets; nog een belangrijk element was de grote rol van het Europese parlement. De
Europese Akte luidde eigenlijk een periode in van (na die euroscerlose) jubeljaren en optimisme, tegen
de achtergrond van het einde van de Koude Oorlog, de val van de Berlijnse Muur. Ook in Europa zag je
veel dingen ten goede keren, denk maar aan Fukuyama vs. Fukuyama die zei ‘het einde van de
geschiedenis’.

Volgende vraag: Welk verdrag werd in 1992 ondertekend?
A) Maastricht
4/16

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper omarfaiq. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,69. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 76669 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,69
  • (0)
  Kopen