Samenvatting verbintenissenrecht voor eerste helft van vak privaatrecht. Tweede deel: goederenrecht apart. HBO-rechten aan hogeschool Leiden 2021/2022. Boekdruk verschilt met voorgeschreven stof, maar is aangepast. Met deze samenvatting en mijn samenvatting van goederenrecht een 9,7 behaald. Docume...
Zaken: de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten met criteria:
1. Menselijk beheersing vatbaar
2. Stoffelijk object
Dieren geen zaken (art. 3:2a lid 1 BW), maar betrekken wel bepalingen van zaken
Vermogensrechten (art. 3:6 BW): recht met vermogenswaarde: recht met bepaalde waarde die in
geld uit te drukken is:
1. Overdraagbaar: rechten die afzonderlijk of tezamen met een ander recht overdraagbaar zijn;
Eigenaar van recht kan overdragen aan een ander: eigendomsrecht of vorderingsrecht
2. Stoffelijk voordeel: ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen;
Recht om voordeel te verstrekker: smartengeld of recht van gebruik
3. In ruil voor stoffelijk voordeel: verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht
gesteld stoffelijk voordeel
Ruil voor stoffelijk voordeel of ruil voor toegezegd stoffelijk voordeel: afspraak dat de
buurman jouw boodschappen doet, omdat jij dit niet kan. Recht: doen van boodschappen en
stoffelijk voordeel: geld voor wekelijkse boodschappen.
H1.2 roerende en onroerende zaken
Zaken kunnen opgedeeld worden in onroerend en roerend zaak.
Onroerende zaken (art. 3:3 lid 1 BW): zaken die niet verplaatsbaar zijn met categorieën:
- Grond: stuk grond zoals park. Weiland of tuin
- Delfstoffen (niet gewonnen): gesteenten en mineralen
- Beplantingen (verenigd met de grond): plant of boom in de grond zoals struik, plant of
gewas
- Gebouwen (duurzaam met grond verenigd): gebouwen die duurzaam, dus niet verplaatsbaar
zijn en elk gebouw is onroerend
- Werken (duurzaam met grond verenigd): bouwsels in de grond zoals kunstwerken of,
stellages
- Gebouwen en werken (verenigd met andere gebouwen of werken duurzaam in grond):
gebouwen en werken niet verenigd in grond, maar met een ander gebouw.
Portacabin-arrest: HR: portacabin is een onroerende goed: bedoeld duurzaam
Roerende zaken (art. 3:3 lid 2 BW): alle zaken die niet onroerend zijn en dus verplaatsbaar. Fiets,
laptop, pen of telefoon.
H1.3 Hoofdzaak en bestanddeel
Bestanddeel (art. 3:4 BW): maakt deel uit van een andere zaak (hoofdzaak) en kenmerken:
, - Bestanddeel maakt deel volgens (maatschappelijke) verkeersopvattingen van een andere
zaak
- Bestanddeel kan niet worden afgescheiden van andere zaak zonder schade
Bv ruit in raamkozijn, verwijdering geeft schade, dus het is bestanddeel van een woning
Hoofdzaak: delen vormen één zaak en gezien situatie wordt bepaald wat hoofdzaak-bestanddeel is.
Hoofdzaak en bestanddeel: vormen een geheel: bv struiken en planten in de tuin, worden
bestanddelen van hoofdzaak de tuin.
H1.4 registergoederen en niet-registergoederen
Registergoederen (art. 3:10 BW):
1. Het is een goed:
- Vermogensrecht
- Zaak
Onroerend
Roerend
2. Voor overdracht of vestiging een inschrijving in openbare registers noodzakelijk
- Openbare registers (art. 3:16 BW): voor iedereen toegankelijk
Wanneer register? Bepaalt in wet
- Alle onroerende zaken
- Roerende zaken geregeld in wet
- Bv: huis, bedrijfsgebouw, stuk grond, grote schepen of vliegtuig
Niet registergoederen: alle goederen die geen registergoed zijn en niet openbaar geregistreerd zijn
H1.5 natuurlijke en burgerlijke vruchten
Natuurlijke vruchten (art. 3:9 lid 1 BW): zaken die volgens verkeersopvattingen als vruchten van
andere zaken worden aangemerkt met eisen:
1. Het zijn zaken: vatbaar
2. Volgens verkeersopvattingen als vruchten van andere zaken aangemerkt.
Maatschappelijk verkeer: bv appels of puppy
Zelfstandige zaak: op moment dat natuurlijke vrucht wordt afgescheiden (art. 3:9 lid 4
BW)
Burgerlijke vruchten (art. 3:9 lid 2 BW): rechten volgens verkeersopvatting als vruchten van
goederen met eisen:
1. Zijn rechten: vermogensrechten: op geld waardeerbaar en overdraagbaar
2. Volgens verkeersopvattingen als vruchten van goederen aangemerkt
Maatschappelijk verkeer: bv rente over geldbedrag op spaarrekening of huuropbrengst van
woning
Zelfstandige recht: op moment dat burgerlijke vrucht opeisbaar is (art. 3:9 lid 4 BW)
H1.6 goede trouw
Geen goede trouw (art. 3:11 BW) wanneer:
1. Iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft kende
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Rechtenstudentje005. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.