100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
College aantekeningen

Samenvatting hoorcolleges Methodologie 2

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
35
Geüpload op
31-05-2022
Geschreven in
2021/2022

Dit is een uitgebreide en duidelijke samenvatting van alle hoorcolleges van Methodologie 2 uit jaar 2 Pedagogische Wetenschappen/Psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Onduidelijke begrippen hebben extra uitleg en er staan veel voorbeelden in. Ook zijn de besproken vragen uit Pingo erin verwerkt.

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
31 mei 2022
Aantal pagina's
35
Geschreven in
2021/2022
Type
College aantekeningen
Docent(en)
Johannes fahrenfort
Bevat
Alle colleges

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Anne Fleur Duvekot - 2648775


Hoorcolleges Methodologie 2

Hoorcollege 1 Introductie
04-04-2022

Onderzoeksvaardigheden: hoe zoek je naar artikelen, hoe vat je ze samen en hoe moet je hypotheses
formuleren en testen
Wetenschapsfilosofie (abstracte kennis): wat is kennis en hoe verkrijg je nieuwe kennis

Theorie vs hypothese
Theorie: een theorie bevat beweringen over al geobserveerde data
Hypothese: een bewering die nog niet getest is, je hebt er nog geen data over verzameld

1. Waarom onderzoeksmethoden?
Onderzoeksmethode: een verzameling aan handvatten die je hebt om het idee over de werkelijkheid zo
accuraat mogelijk te maken, om je overtuigingen daarover te vernieuwen
- Onderzoeksmethoden verwijst naar het verzamelen van tools waarmee we overtuigingen kunnen
bijwerken door middel van rationele en empirische middelen*
- In de sociale wetenschappen gaat het om: het formuleren en testen van theorieën die het mogelijk
maken om het gedrag van mensen te beschrijven, uit te leggen en te voorspellen
Rationele middelen: dingen die logisch in elkaar zitten
Empirische middelen: met behulp van waarnemingen

De empirische cyclus: van theorie naar data en terug  het doel is het verklaren van een bepaald fenomeen
- Het gaat als volgt: er heeft een waarneming plaatsgevonden waar nog geen verklaring voor is. Dit
initieert een verlangen naar een theorie die deze gebeurtenis wél kan beschrijven. De tweede stap is
om uit deze ervaring een algemene wetmatigheid te induceren. Je ziet bijvoorbeeld een groene auto
en dan maak je de stelling dat alle auto’s groen zijn. De waarneming gaat over een enkel geval en er
wordt een stelling gemaakt over alle situaties. Vanuit deze wetmatigheid kan een hypothese gevormd
worden. Deze stap wordt de deductie genoemd, omdat er vanuit een algemene stelling een
eigenschap over een enkele situatie wordt geformuleerd. Een hypothese over onze auto’s kan zijn:
”Als ik een auto tegenkom, dan zal deze groen zijn.” Vervolgens moet deze hypothese getest worden
in de praktijk. Als je verder over straat loopt zullen we andere auto’s tegenkomen. We kunnen gaan
bijhouden welke kleuren we hoe vaak zien. Met deze gegevens kunnen we een conclusie trekken over
onze hypothese. Bij deze laatste stap evalueren we ons experiment door middel van verificatie of
falsificatie. Waar nodig kunnen we nog opnieuw beginnen met de cyclus, want we hebben mogelijk
een nieuwe observatie die leidt tot een nieuwe theorie.




Inductie: een nieuwe theorie creëren vanuit een observatie/ervaring
- Op basis van observaties generaliseren tot algemene waarheden (formuleren van hypothesen)
Deductie: een bestaande theorie toetsen door een hypothese te vormen over een wetmatigheid
- Je lijdt nieuwe kennis af van zekere waarheden (omzetten van hypothesen in toetsbare
veronderstellingen)

Falsificatie: het is mogelijk tegenbewijs te vinden tegen een bepaalde theorie
Verificatie: een theorie is bevestigd, en dus waar

1

, Anne Fleur Duvekot - 2648775


2. Wat is een theorie en wat is een hypothese?
Theorie: een verzameling aan high-level statements die beschrijven hoe constructen/variabelen met elkaar
samenhangen, gebaseerd op eerdere observaties
- Componenten van goede theorieën:
1. Assumpties: veronderstellingen, zijn vaak impliciet (=niet duidelijk genoemd)
2. Variabelen: conceptuele (=abstract, kan niet direct gemeten worden) en geoperationaliseerde
(=concreet, wel direct meetbaar) constructen
3. Proposities: relaties tussen variabelen (bv oorzaak-gevolg)

Dus geoperationaliseerde definities beschrijven hoe conceptuele constructen gemeten kunnen worden:
- Bijvoorbeeld: het construct ‘schoolprestatie’ kan worden gemeten door ‘beoordeling door docent’ of
‘self-report vragenlijst’

Bij proposities heb je verklarende onafhankelijke variabelen (x); deze moeten zo veel mogelijk ongecorreleerd
en onafhankelijk zijn van elkaar bij een meerdere oorzaken verband met de respons/afhankelijke variabele (y)

Wat is het verschil tussen een theorie en een model?
Theorie  Model
Wanneer de termen die je gebruikt wat abstracter zijn, dan noem je het een theorie. Zodra je variabelen goed
geoperationaliseerd zijn, dan noem je het een model.

Wat is het verschil tussen een theorie en een hypothese?
Theorie: beschrijft een vastgestelde relatie die gebaseerd is op bestaande data/eerder onderzoek (vaak
conceptueel)
Hypothese: beschrijft een veronderstelde relatie die nog niet is getest (vaak geoperationaliseerd)

Hypotheses
In een experiment testen we hypotheses over geoperationaliseerde begrippen:
 Onafhankelijke/verklarende variabele (a)
 Afhankelijke/responsvariabele (b)
 Mediator variabele: verklaart de relatie tussen a en b
 De invloed van a op b is indirect, gaat via c
 Moderatie variabele: verandert de relatie tussen a en b
 Afhankelijk van de waarde van variabele c bestaat de relatie tussen a en b soms wel en
soms niet

Voorbeeld mediatie-effect: het effect van ‘kwaliteit van de leraar’ op ‘schoolprestatie’ wordt gemedieerd door
‘motivatie’  een betere leraar leidt tot hogere motivatie wat resulteert in betere schoolprestaties




Voorbeeld moderatie-effect: (interactie) de waarde van de moderator ‘motivatie’ bepaalt het
effect van x-variabele ‘intelligentie’ op y-variabele ‘schoolprestatie’
- Hoge motivatie: intelligentie correleert met schoolprestatie
- Lage motivatie: geen correlatie tussen intelligentie en schoolprestatie

Criteria voor goede theorieën:
- Logisch consistent: spreken elkaar intern niet tegen
- Falsifieerbaar
- In overeenstemming met de data
- Duidelijk, specifiek
- Parsimonious: zuinig, simpel (als 2 theorieën even goed zijn, kies je de eenvoudigste)
- Consistent met andere theorieën
- Bruikbaar, zinvol, voorspellend




2

, Anne Fleur Duvekot - 2648775


3. Hoe formuleer je een onderzoeksvraag: onderwerpen kiezen
Onderzoeksvraag  hypothese
1. Kies een onderwerp: op basis van informele kennis (je eigen ervaring, kennis),
formele kennis (eerder onderzoek, bestaande theorieën, beschikbare methoden),
vind je het onderwerp interessant, is het haalbaar
2. Literatuur bekijken: zoeken van literatuur over het onderwerp. Er zijn verschillende
selectiecriteria voor het kiezen van een goed artikel:
- Komt het onderwerp overeen
- Is de kwaliteit goed, heeft het een nuttige impact gehad (te zien aan aantal citaties en
journal type)
- Wat zijn de key artikelen: beste, bekendste
- Denk na over het type artikel  empirisch / review

Hoe zoek je naar artikelen?
- Je primaire bron moeten wetenschappelijke artikelen (peer reviewed) zijn of boeken
- Gebruik wetenschappelijke zoekmachines:
 https://scholar.google.nl
 https://vu.on.worldcat.org/discovery
- Gebruik ‘advanced search’ om je zoekcriteria te specificeren
- Als je een handig artikel gevonden hebt, kan je klikken op ‘cited by’ en dan verschijnen alle artikelen
die dit artikel gebruikt/geciteerd hebben; deze zouden eventueel ook nog nuttig kunnen zijn

Verschillende typen artikelen:
Empirische/ onderzoek artikel: bestaat uit een introductie – methode – resultaten – conclusie
- Beschrijft een onderzoeksvraag, methode, resultaten en conclusie in de abstract
Review artikel/ opinie artikel:
- Reviews vatten onderzoeken van verschillende studies samen en hebben geen methode/resultaten
(tenzij het een meta-analyse bevat)  handig om snel een overzicht te krijgen van het onderwerp of
om relevante referenties te vinden
- Opinies hebben een sterk theoretische en/of kritisch referentiekader en beschrijven een duidelijke
mening en hypothese
Commentaar artikel: commentaar op een artikel van iemand anders waarin verschil in mening of fouten in het
target artikel worden beschreven
- Heeft geen abstract, methode en resultaten
- Vaak kunnen de auteurs van het target artikel reageren op het commentaar
Peer-reviewed vs non peer-reviewed artikel: wel of niet beoordeeld door andere collega’s in dat vakgebied

DOI= Digital Object Identifier  een digitale identificatie, een uniek nummer die een bepaalt gepubliceerd
artikel identificeert (kan tegenwoordig ook gelinkt zijn aan andere dingen, zoals datasets)

www.sci-hub.se  dit is een (illegale) website die toegang geeft tot niet-toegankelijke artikelen

3. Formuleer probleem/vraag
4. Literatuur bekijken
5. Formuleer hypothese

4. Het uitvoeren van literatuuronderzoek en artikelen selecteren
Hoe literatuur lezen?
Niet: het volledige artikel lezen of alleen de abstract lezen
Wel:
1. Lees eerst de abstract om te bepalen of het artikel relevant is
2. Kijk dan naar de figuren en de conclusie: zijn de conclusies logisch?
3. Als het artikel relevant is  lees de methode en resultaten
4. Als het artikel heel relevant is  bekijk ook de artikelen die het betreffende artikel citeren of kijk in de
introductie welke andere artikelen worden geciteerd
Je hoeft niet het hele artikel te begrijpen, alleen de onderdelen die relevant zijn voor je eigen onderzoek


3

, Anne Fleur Duvekot - 2648775


Hoe vat je een artikel samen?
 Beschrijf de hoofd onderzoeksvraag en de hypotheses
 Benoem de onafhankelijke/verklarende variabelen en de afhankelijke/respons variabelen en/of
andere mediatie/moderatie variabelen
 Beschrijf kort het hoofd resultaat (de relatie tussen variabelen) en de conclusie




4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
annefleur_duvekot Vrije Universiteit Amsterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
51
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
39
Documenten
6
Laatst verkocht
6 maanden geleden

4,0

3 beoordelingen

5
2
4
0
3
0
2
1
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen