SAMENVATTING ISPR
LEGALITEITSBEGINSEL EN BESLISSINGSMODEL 348/350 SV
KARAKTER NEDERLANDS STRAFPROCES
Strafprocesrecht heeft te doen met de procedures die gevolgd moeten worden wanneer iemand
verdacht wordt van het plegen van een strafbaar feit.
In Nederland kennen wij een gematigd inquisitoir en gematigd accusatoir strafproces. Accusatoir
heeft als uitgangspunt dat er een procedure is tussen als het ware twee gelijke partijen, waarbij de
verdachte eigen rechten heeft. Bij inquisitoir heeft de verdachte dit niet en is hij onderwerp van
onderzoek.
Bij accusatoir is het van belang te weten dat de OvJ en de verdachte op gelijke voet staan en vechten
met gelijke wapens, equality of arms. De rechter is er alleen om erop toe te zien dat het proces
eerlijk verloopt.
Omdat er in NL een mengvorm is, is het lastig onderscheid te maken tussen de twee. Ons wetboek
van strafvordering is een compromis tussen de twee vormen.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting kan men spreken van een meer accusatoir karakter en
tijdens het vooronderzoek, waarbij de verdachte voorwerp is van onderzoek, is de overheid bevoegd
dwangmiddelen in te zetten, wat dit meer een inquisitoir karakter geeft.
Adversial proceedings: hierbij moet de verdediging in de gelegenheid worden gesteld bewijs aan te
leveren en kennis te nemen/commentaar te geven op/van het materiaal wat van belang kan zijn voor
de beslissing van de rechter.
OPPORTUNITEITSBEGINSEL
Het OM bepaalt of er vervolging in wordt gesteld, zij heeft een vervolgingsmonopolie. Dit is het
opportuniteitsbeginsel. Het OM is dominus litis wat betekent dat zij bepaalt wat de grenzen van een
geschil zijn.
Het opportuniteitsbeginsel is te vinden in art 167 jo. 242 Sv.
Het legaliteitsbeginsel stelt dat er vervolging moet worden ingesteld bij elke overtreding van een
bepaling die de overheid strafbaar heeft gesteld in de weet. Het opportuniteitsbeginsel zorgt ervoor
dat er bij elk afzonderlijk geval een afgewogen beslissing genomen kan worden. Vervolging is immers
niet in elk geval gewenst.
De beslissing van het OM te vervolgen kan door een rechter in bepaalde omstandigheden NO
worden verklaard. Hier moet sterk gemotiveerd worden waarom.
,BEROEPSRECHTERS I.P.V. JURY/LEKENRECHTSPRAAK
In Nederland heerst een sterk professioneel cultuur in de rechtswereld. Burgers worden hier niet in
de rechtspraak betrokken. We hebben alleen professionele rechters. Er is een voorstel ingebracht
door een Kamerlid, o.g.v. onderzoek door een hoogleraar, dat er in Nederland mogelijk ook een vorm
van lekenrechtspraak nodig zou kunnen zijn. Het onderzoek van de hoogleraar wees uit dat er geen
dringende noodzaak hiervoor was.
De reden dat strafrechters regelmatig in de media onder vuur liggen komt doordat politici onterecht
denken dat het vertrouwen in de rechtspraak is afgenomen.
Er is erg veel kritiek op het systeem met juryrechtspraak in Amerika. Vaak duurt dit zo lang dat er
wordt afgedaan met plea bargaining. Hierdoor wordt er zoveel druk op de verdachten uitgeoefend
dat deze (soms onterecht) bekennen en akkoord gaan met het voorstel van de OM.
NEMO TENETUR EN ZWIJGRECHT
Niemand hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling en kan daartoe ook niet verplicht worden.
Tot zijn veroordeling wordt hij tot onschuldig gehouden. Er geldt een pressieverbod, waarbij de
opsporingsambtenaar een persoon niet mag dwingen mee te werken aan zijn veroordeling, art 29 Sv.
Art 6 EVRM houdt ook verband met het nemo tenetur-beginsel.
In artikel 29 lid 1 Sv is het zwijgrecht van de verdachte opgenomen. De politie moet je vermelden dat
je het zwijgrecht hebt bij verdenking. Als de politie je een vraag stelt zonder dat ze je een verdachte
bent, hoeft dit niet. Alleen een verdachte heeft dit zwijgrecht. Dit heet het geven van een cautie art
29 lid 2 Sv.
RECHTERLIJKE ONPARTIJDIGHEID EN ONAFHANKELIJKHEID
Burgers mogen verwachten dat een rechter werkelijk boven de partijen staat en zich niet mee laat
slepen door de druk. De rechter is verplicht zijn werk te doen volgens de Leidraad onpartijdigheid
voor de rechter.
Het is ook van belang dat een rechter de schijn van partijdigheid niet opwekt. Er mag op geen enkel
moment risico bestaan dat er een grond van partijdigheid gevonden kan worden.
Het gevolg van een partijdige rechter, of bij schijn van een partijdige rechter, is wraking. Hierbij
wordt de rechter vervangen door een andere.
(STRAFVORDERLIJK) LEGALITEITSBEGINSEL
Art 1 Sv: strafvordering mag alleen plaatsvinden als deze een grondslag heeft in de wet. Hiermee
wordt bedoeld: opsporing, vervolging, berechting en tenuitvoerlegging van straffen.
Dit is het legaliteitsbeginsel. Dit bewaakt rechtszekerheid en is een belangrijk onderdeel van de
democratische rechtsstaat. Inbreuken op rechten door de overheid moeten vastgelegd zijn in
formele wetten.
, Desondanks zijn sommige beginselen niet vastgelegd in formele wetten, maar ontwikkeld in
jurisprudentie. Er is door de snelle ontwikkeling van ons land niet altijd een specifieke wettelijke
grondslag beschikbaar.
De HR stelt dat als een niet specifiek in de wet geregelde wijze van opsporing wordt ingezet op een
wijze die een beperkte inbreuk maakt op grondrechten van burgers en die niet zeer risicovol is voor de
integriteit en beheersbaarheid van de opsporing, dan is de algemene taak van de politie zoals die
staat in art 3 Politiewet voldoende en is er geen specifieke wettelijke grondslag nodig.
GEEN PROCEDURE ZONDER VERDENKING
Art 27 Sv, de vraag of een persoon aan te merken is als verdachte is voornamelijk van belang bij de
vraag of, en zo ja, welke dwangmiddelen kunnen worden gebruikt gedurende het opsporingsproces.
Zo wordt er tijdens een strafproces vaak de rechtmatigheid van de staandehouding aan de kaak
gesteld, omdat er volgens de verdediging geen redelijk vermoeden van schuld is geweest.
ONSCHULDPRESUMPTIE
Eenieder dient voor onschuldig te worden gehouden tot het tegendeel is bewezen. Er is een sterk
verband met het nemo-tenetur beginsel.
Omdat de onschuldpresumptie een mensenrecht is, is het vastgelegd in de EVRM. Welteverstaan in
artikel 6 lid 2, eisen;
1. Behandeling als onschuldige voor het proces door vervolgingsautoriteiten en media
2. Verbod op vooringenomenheid van de rechter
3. Verbod op punitief voorarrest
4. Terughoudend gebruik van voorlopige hechtenis
5. Zwijgrecht
6. Verbod gedwongen mee te werken aan eigen veroordeling, nemo-tenetur
7. Bewijslast ligt in de handen van de vervolgende instantie
8. Bij twijfel: vrijspraak
De verdachte mag tijdens de zitting niet het vermoeden krijgen dat de rechter zijn oordeel al klaar
heeft. Dit heeft te maken met rechterlijke attitude. Art 271 lid 2 Sv geeft een verbod op
vooringenomenheid en blijk van een oordeel voor de uitspraak is geschiedt. Dit houdt wel in dat als
er overweldigend veel bewijs is tegen een verdachte, de rechter niet moet doen alsof de verdachte
niks heeft gedaan.
Het EHRM vat dit samen als absence of prejudice or bias. Er wordt onderscheid gemaakt tussen
persoonlijke en subjectieve onpartijdigheid en objectieve, structurele of functionele onpartijdigheid.
De HR oordeelt in de zin van art 6 lid 1 EVRM en art 14 lid 1 IVBPR. Er moet gekeken worden naar het
proces in zijn geheel om te kijken of er schending is van art 6 EVRM.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ingewitziers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.