100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Inleiding Formeel Strafrecht behaald cijfer: 9,3 €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Inleiding Formeel Strafrecht behaald cijfer: 9,3

2 beoordelingen
 13 keer verkocht

Dit is een samenvatting en aantekeningen van Inleiding Formeel Strafrecht op de HAN

Voorbeeld 4 van de 71  pagina's

  • Ja
  • 2 januari 2023
  • 71
  • 2022/2023
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (26)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: sydneyrov • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: EraySahin2 • 2 jaar geleden

avatar-seller
mirabeissel
Hoofdstuk 1 Ons strafvorderlijk stelsel: kenmerken en
beginselen
§1.1 Inleiding
Bepaalde uitgangspunten en beginselen zijn niet enkel kenmerkend voor het Nederlandse
stelsel, maar zijn fundamenteel zodat zij voor vele rechtsstelsels gelden.
Voorbeelden:
- Het zwijgrecht
- Het recht van een verdachte zichzelf niet te belasten

De invloed van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden (EVRM) is onmiskenbaar.

Een meer Nederlands beginsel is het opportuniteitsbeginsel  art. 167 en 242 Sv
Het Openbaar Ministerie (OM) kan afzien van vervolging op gronden aan het algemene
belang ontleend.

§1.2 Karakter Nederlandse strafproces
Het materiele strafrecht 
Welk gedrag onder welke omstandigheden strafbaar is en tot welke sancties dat gedrag kan
leiden.

Het strafprocesrecht 
Geeft aan welke procedure moet worden gevolgd wanneer iemand ervan wordt verdacht
een strafbaar feit te hebben gepleegd.
- Het geeft de spelregels voor de afdoening van een strafzaak.

Inquisitoire procesvorm
Ons strafproces kan worden gekarakteriseerd als gematigd inquisitoir.
Belangrijke kenmerken van een inquisitoire procesvorm:
- Een ambtshalve onderzoek plaatsvindt dat is gericht op het vaststellen van de
waarheid en waarin de verdachte voorwerp van het onderzoek is.

In het inquisitoire proces heeft de verdachte niet dezelfde rechten als het OM.
De verdachte heeft geen zelfstandige rechten en bevoegdheden.

In het inquisitoire proces staat waarheidsbevinding centraal.
- De strafrechter is actief en ondervraagt zelf getuigen en doet zelf onderzoek.

Accusatoire procesvorm
Het uitgangspunt is dat het proces is geconstrueerd als een procedure tussen twee – in
theorie – gelijkwaardige partijen.

De partijen zijn verantwoordelijk voor het brengen van bewijsmateriaal in het belang van
hun positie.

De rechter bewaakt daarbij de regels van het proces.

,De officier van Justitie en de verdediging staan op gelijke voet en vechten met ‘gelijke
wapens’ (equality of arms).
De partijen hebben het proces helemaal volledig in handen, bepalen welke onderzoek
handelingen zullen plaatsvinden en op welke wijze.

Het onderzoek wordt verricht op basis van tegenspraak, dus in aanwezigheid van de
procespartijen.
Kenmerkend hierbij is de primaire rol van de rechter, wiens rol is dat de procedure ‘fair’
verloopt.

Het accusatoir proces is volledig openbaar, alleen bij zaken met minderjarige verdachte zijn
gesloten.

In het Nederlandse strafproces hebben we van beide procesvormen aanwezigheid en is er
moeilijk onderscheid te maken.
Het Nederlandse stelsel is de laatste decennia steeds meer sterker accusatoir trekken gaan
vertonen, zeker als het gaat om het onderzoek ter terechtzitting.

Het vooronderzoek, waarin de verdachte voorwerp van onderzoek is en de overheid
bevoegd is dwangmiddelen toe te passen, heeft meer inquisitoire trekken.
- Echter heeft de verdachte wel in het vooronderzoek rechten die kunnen worden
uitgeoefend ter verdediging.
Kennismaking van processtukken (art. 30 Sv).
Benaderen van de rechter-commissaris met het verzoek bepaalde
onderzoeksafdelingen te verrichten (art. 182 Sv).

Strafproces in vogelvlucht:
inquisitoir vs. accusatoir
Voorbereid onderzoek (art. Terechtzitting Executie
132 Sv)
- Verkennend - Onderzoek ter - Tenuitvoerlegging
onderzoek (art. 126 terechtzitting (art. van de straf of
gg Sv) 268-331 Sv) maatregel
- Strafbaar feit (art. 1 - Beraadslaging (art.
Sr) 348/350 Sv)
- Opsporingsonderzoe - Uitspraak (art. 349,
k (art. 132a Sv) 351, 352 Sv)
- Verdachte (art. 27 Sv) - Rechtsmiddelen
- Vervolgingsbeslissing
(art. 167/242 Sv)
- Dagvaarding (art. 261
Sv)

,§1.3 Opportuniteitsbeginsel
Het OM in ons land is Dominus litis.
- Zij bepaalt de grenzen van het geschil.
Dit noemen we het opportuniteitsbeginsel  art. 167 en 242 Sv

Het opportuniteitsbeginsel heeft tot doel het legaliteitsbeginsel zijn scherpte te ontnemen.

Legaliteitsbeginsel 
De overheid moet iedere overtreding van een bepaling die zij belangrijk genoeg hebben
gevonden om strafbaar te stellen vervolgen. Dit volgt uit de rechtsgemeenschap die op
vervolging mag rekenen: regels zijn regels.

Het opportuniteitsbeginsel maakt het mogelijk dat per geval een billijke beslissing wordt
genomen. Niet in elk geval is vervolging immers de beste ‘oplossing’.

Het OM krijgt de bevoegdheid om zelfstandig te kunnen beslissen of naar aanleiding van een
ingesteld opsporings- (of voorbereid) onderzoek (verdere) vervolging over te gaan leent zich
slechts in zeer beperkte mate voor een inhoudelijke rechterlijke toetsing. Slechts in
uitzonderlijke gevallen is er plaats voor een niet-ontvankelijkverklaring van het OM. Hier
gelden zware motiveringseisen voor.

§1.4 Beroepsrechters in plaats van
juryrechtspraak/lekenrechtspraak
Het Nederlandse strafrechtsysteem kent een zeer sterke professionele cultuur en, daarmee
samenhangend, een relatief grote afstand tussen burger en rechtspraak. In Nederland
kennen we enkel beroepsrechters.
- Burgers worden niet bij de rechtspraak betrokken.

In Amerika heb je juryrechtspraak/lekenrechtspraak en in Nederland kennen wij dat niet.
Een dringende noodzaak tot stelselwijziging is in Nederland niet aanwezig.
- Dit komt omdat blijkt uit peilingen dat het vertrouwen van de burger in de
strafrechtspraak niet lager is dan in voorgaande decennia.

De juryrechtspraak is tijdrovend waardoor een groot deel van de zaken door middel van plea
bargaining (een soort overeenkomst tussen de verdachte en de officier van justitie) wordt
afgedaan.
Er is veel kritiek op dit onderdeel omdat naar mening te veel druk op de verdachten wordt
uitgeoefend om te bekennen en akkoord te gaan met het voorstel.

§1.5 Nemo tenetur en zwijgrecht
Een van de belangrijkste beginselen in ons strafrechtelijk stelsel is het Nemo
teneturbeginsel.
Nemo-teneturbeginsel 

, Niemand behoeft actief mee te werken aan zijn eigen veroordeling, noch daartoe verplicht,
dan wel gedwongen kan worden en wordt tot veroordeling als onschuldig gezien. Dit heeft
geen absolute werking.

Bij dit beginsel liggen 3 zaken ten grondslag:
- Pressieverbod (art. 29 Sv)
o Niet onder druk gezet worden door de opsporingsambtenaren (foto’s plaats
delict)
- Procesautonomie van verdachte
- Betrouwbaarheid van het bewijs

Dit beginsel kan voor wrijving zorgen met het gemeenschappelijk belang bij materiele
waarheidsbevinding.

Uitspraak uit de jaren ’90 van het EHRM is leidend inzake het Nemo-teneturbeginsel.
Uitzonderingen op dit beginsel zijn beperkt en vragen om specifieke rechtvaardiging.

Er mogen negatieve gevolgen worden verbonden aan het Nemo-teneturbeginsel, dit is een
bewijsrechtelijke kwestie. Denk aan uitleg over een situatie. Als je onschuldig bent kun je
makkelijk een verklaring afleggen die bewijst dat je niet betrokken bent geweest. Als dit dan
uitblijft dan kan de rechter dit gebruiken.


§1.7 (Strafvorderlijk) legaliteitsbeginsel
Legaliteitsbeginsel  art. 1 Sv
De overheid elke overtreding van een bepaling die zij belangrijk genoeg heeft gevonden om
strafbaar te stellen, dient te vervolgen.
- Dus alleen mag de overheid iemand vervolgen als dat in de wet staat.

Art. 1 Sv  ‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien’
Wat is strafvordering?
- Het opsporen, het vervolgen, en het berechten van strafbare feiten.

Wat wordt bedoeld met ‘bij wet’?
- Afstammend of bij wet in formele zin

Doel van het legaliteitsbeginsel?
- Het beschermt de burger tegen inbreuken op fundamentele rechten door de
overheid.

Artikel 1 van Strafvordering is het beschermingswet voor de burger tegen de overheid.

Het Wetboek van Strafvordering gaat ervan uit dat het gehele strafprocesrecht in een
formele wet geregeld moet worden.

Met strafvordering wordt bedoeld de opsporing, vervolging en berechting van strafbare
feiten en de tenuitvoerlegging van straffen.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mirabeissel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,49  13x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd