Voorbeeld, begrip, persoon
GGZ Standaarden (z.d.). Zorg voor naasten: samenwerking en ondersteuning. Geraadpleegd van:
https://www.ggzstandaarden.nl/generieke-modules/samenwerking-en-ondersteuning-naasten-van-
mensen-met-psychische-problematiek/zorg-voor-naasten-samenwerking-en-ondersteuning op 13
december 2021
Stel de patiënt de volgende vragen:
- Wie zijn er belangrijk voor u?
- Wie in uw naaste omgeving is betrokken bij de situatie waarin u momenteel verkeert?
- Wie van uw naasten is uw contactpersoon en kunnen wij uitnodigen?
Deze vragen passen binnen alle fasen van herstel waarin de patiënt zich kan bevinden. Let daarbij op
dat de patiënt ambivalent kan staan tegenover het betrekken van een naaste, zeker wanneer zorg
acuut nodig is. Soms zijn naasten wel belangrijk, maar durft de patiënt geen contact meer op te
nemen, uit angst de ander te belasten.
Maes, J. (2017). Naar een integratief rouwmodel. In: Maes, J. & Modderman, H. Handboek Rouw,
rouwbegeleiding, rouwtherapie. Tussen presentie en interventie. Witsand Uitgevers. Blz 29-45
Rouw kent geen eindpunt maar is een levenslang traject, een dynamisch gebeuren dat zich blijft in-
en ontvouwen en in- en ontwikkelen in onze levensloop. Doel van rouw is dan ook het integreren
van het verlies, zodat het in ons leven verder bijdraagt tot onze eigen ontwikkeling in onze
relationele en socioculturele context.
- Het is in essentie het antwoord dat we geven op het verlies van een betekenisvolle relatie
(met iets of iemand) en de wijze waarop we ons leven aanpassen en opnieuw vormgeven of
verder leven, met het gemis, in voortdurende interactie en dialoog met onze omgeving.
- Ingrijpende levensgebeurtenissen (verlies van betekenisvolle relatie, met ons lichaam, ons
werk, ons huis) kunnen onze integriteit/identiteit aantasten omdat ons sociale weefsel of
netwerk wordt verscheurd en ons gevoel van zelfwaarde, controle en het kunnen
vertrouwen op eigen vaardigheden is verdwenen. Rouw heeft dan als doel onszelf te
heruitvinden, herrijken, ons zelfbeeld te herdefiniëren en te reconstrueren.
o Factoren die invloed hebben (Winokuer & Harris, 2012):
Persoonlijkheid van de rouwende
Voorgeschiedenis qua hechting en coping
Betekenis van de relatie
Secundaire of concurrente stressoren
Aard en omstandigheden van het verlies
Sociale steun en druk/verwachtingen van de omgeving
Impliciete gevoelsregels en heersende rouwcultuur
Duaal procesmodel van rouw (Stroebe & Schut, 1999; 2002) = copingmodel dat beschrijft hoe we na
een verlies ons dagelijks leven verder leiden, hoe we daarbij geconfronteerd worden met twee types
stressoren: verliesgericht en herstelgericht
- Verliesgericht = alle stressoren die ontstaan door het verlies, de verlieservaring zelf, en wie,
wat, waar, waarom en hoe van het verlies. Antwoord geven op het verlies met
betekenisvolle relatie met iets of iemand. Verliesverwerking en -bewerking staat centraal
- Herstelgericht = omgaan met secundaire stressoren die het resultaat zijn van verlies en die
antwoord vragen met ons lichaam, emoties, denken en handelen.
- Oscillatie = flexibel heen en weer bewegen tussen de twee copingsstrategieën.
, - Rumineren = herhaaldelijk langdurig denken over je gevoelens en problemen. Piekeren is
meer op de toekomst gericht. Lijkt alsof mensen zichzelf actief confronteren met het verlies,
maar is eerder een vermijdingsstrategie.
Of iemand veerkrachtig of problematisch zal antwoorden op een verliessituatie is afhankelijk van
een verscheidenheid aan risico- en beschermende factoren en de optelsom ervan. Deze factoren
schommelen ook in de tijd, afhankelijk van de levensomstandigheden van het moment, de
beschikbaarheid van hulpbronnen, bijkomende stressbronnen (verlies van inkomen)
Na een ingrijpende verlieservaring doorlopen veel mensen een traject van ‘herordening’ of
‘posttraumatische groei’ (Stephen & Linley). We bewegen heen en weer tussen kwetsbaarheid en
kracht. Er zijn drie dimensies: veranderingen in levensfilosofie (doelen in het leven hebben,
autonomie), veranderingen in het zelfbeeld (meer controle over de omgeving, persoonlijke groei,
zelfaanvaarding) en positieve veranderingen in de relatie met anderen.
- De impact van het trauma en onze affectief/cognitieve coping maken deel uit van onze
identiteitsontwikkeling, het is een integratiepad. Verloopt via twee professen: assimilatie of
accommodatie
Positief Negatief
Assimilatie = de nieuwe Verlieservaring past perfect Verlieservaring past niet binnen het
traumagerelateerde binnen een wereldbeeld bestaande referentiekader, maar
informatie wordt (demente opa die op zn 90 toch assimileren om de bestaande
opgenomen/geassimileerd sterft) kaders in stand te houden.
in ons bestaande Defensieve strategieën
wereldbeeld (minimaliseren, ontkennen, negeren,
verdoving door drugs) om opnieuw te
kunnen functioneren zoals voor het
verlies, maar men blijft kwetsbaar en
loopt risico op hertraumatisering in
de toekomst (je krijgt wat je verdient:
scheiding is mijn schuld. Het is 20 jaar
geleden en mijn man leeft nu met
iemand anders maar ik weet dat hij
nog van me houdt en eigenlijk weer
samen wil komen)
Accommodatie = ons Cognities die wijzen op Negatieve cognities en emoties
bestaande wereldbeeld positieve veranderingen in het (hulpeloosheid, verlies van
aanpassen aan de nieuwe wereldbeeld en op groei zelfvertrouwen en vertrouwen in
informatie. (leven is te kostbaar en moet anderen, de wereld is klote,
ten volle geleefd worden, depressie, borderline). Iemand kan
slechten dingen kunnen altijd vastraken in het zoeken naar een
gebeuren en het is niet mijn schuldige of in het zichzelf
schuld), meer waardering voor beschuldigen. Kan leiden tot
en verbinding met naasten. verhoogde kwetsbaarheid, tot het
Weerbaar bij een volgende ervaren van het leven als zinloos
tegenslag
Voor de hulpverlener:
- Niet ervan uit gaan dat iedereen een interventie nodig heeft, maar vertrouwen op gezonde
veerkracht van mensen, in hun natuurlijk opgebouwde copingstijl en -vaardigheden