/-
Hoofdstuk 4: Paragraaf 1, Socialisten en anarchisten in Rusland
5
A: De russische piramide
1. tsaar
- bezat veel grond, paleizen, aandelen, kapitaal, kunstschatten en juwelen
- regeerde Rusland autocratisch → één persoon alle macht
2. bojaren / grootgrondbezitters
- adel
- hielpen de tsaar bij het regeren, belasting innen en oorlog voeren.
- verbleven regelmatig aan het hof in Sint-Petersburg
3. middenstand
- winkeliers, ambachtslieden met eigen werkplaats, bourgeoisie, rijke kooplui en
fabrikanten.
- burgers met bezittingen
4. boeren / lijfeigene
- dit waren de meeste Russen → baas waren de Bojaren
- woonden in de mir → overlegde ze de verdeling van de grond en de
herendiensten
Elke Rus was belastingplichtig behalve bojaren, geestelijken, leger en marine.
Van de oogst ging veel naar de edelman → de rest was eigen consumptie of de
markt
Afwijkende mening
→ geslagen met de ‘knoet’ (een stok met leren riemen en scherpe ijzertjes of
loden bolletjes)
- soms zelfs doodgeslagen
→ naar Siberië gestuurd.
Slechte landbouw:
→ koude winter, warme zomer
→ Bojaren wilde geen mechanisatie, er waren genoeg lijfeigene
De patriarch (een kerkvorst) werd door de tsaar benoemd
→ hij leerde het volk dat God, de tsaar en de adel het belangrijkst was.
B: Anarchisme en boeren socialisme
Michael Bakoenin wilde lijfeigenschap, materieel bezit (fabrieken en landbouwgrond), de
kerk, de almachtige staat en de tsaar afschaffen
→ hij vond gezag over ander en materieel bezit het slechte in de mens
bovenhaalt.
Door deze mening werd Bakoenins land afgenomen en moest hij vluchten.
- Hij werd filosoof van de Russische anarchisten
, anarchisme → stroming dat geen regering wilt en geen privé bezit.
- weinig mensen luisterden naar de anarchisten → ze gingen geweld
gebruiken.
socialisme → stroming voor gelijkheid, dezelfde ideeën als anarchisme
liberalisme →stroming voor vrijheid, vrije verkiezingen en
volksvertegenwoordiging
- De Bourgeoisie (middenstand) koos voor de liberalen. Ze hoopten dat Rusland een
parlementaire democratie zou worden met vrije verkiezingen en sterke
volksvertegenwoordigers.
narodniki → Anarchistisch socialisten die de mir als bestuurseenheid zagen.
- verkondigen hun boodschap op het platteland → ze werden door de
boeren aan de politie afgeleverd,
socialistische revolutionaire partij →partij die de boeren socialisme nastreefde. De
boeren waren de motor van een socialistische revolutie.
C: Economische ontwikkeling en expansiepolitiek
tsaar Alexander II
→hief in 1861 de lijfeigenschap op
- maar iedere lijfeigene moest hiervoor eerst zijn schuld afbetalen, dus waren ze nog
niet vrij.
→liet industrie en mijnbouw ontwikkelen
→ spoorwegen aanleggen
Elke mir kreeg staatslening om grond van de edelman te kopen.
Narodniki dachten dat alleen geweld eind zou maken aan de misstanden.
→ ze bliezen Alexander II met koets en al op (1881)
- Alexander III volgde hem op, hij zorgde voor:
● nachtarbeid voor vrouwen en kinderen werd verboden
● werkdag was ten hoogste 11,5 uur
● export in graan, katoen en olie groeide door uitgebreidere spoorwegnet
● dit werd geïnvesteerd in industrie en infrastructuur
Er werd dus veel gefocust op industrialisatie en de landbouw.
1890 → aanleg van de Trans-Siberië-Expres. Verbond Rusland met het Verre
Oosten
→ zorgde voor conflicten met Japan, zij wilde namelijk ook dit gebied.
- Alexander III begonnen en Nicolaas II voortgezet.
1891 → hongersnood, want er was teveel export van graan en er mislukte oogst.
Nicolaas II stimuleerde de ontwikkeling van boeren naar vrije zelfstandige
→ koelakken: zelfstandige vrije boer die voor de markt produceert.