Steden zijn afhankelijk van de verbindingen die zij hebben met andere steden en gebieden.
Stromen die door de stad heen gaan:
1. Goederen
2. Mensen
3. Geld
In het stedelijk veld zijn niet meer alle verplaatsingen op de stadscentra gericht.
STEDELIJK NETWERK: een netwerkpatroon van verstedelijking met daartussen groene mazen van meer
landelijke gebieden.
Driedeling netwerken:
1. Multipolaire metropool (op regionale schaal vormen de steden in elkaars nabijheid een
netwerk van onderlinge verbindingen)
2. Continentaal netwerk (netwerken per werelddeel)
3. Global players (wereldwijd een netwerk van steden)
Daily Urban System: de schaal waarop mensen in een regio hun dagelijkse activiteiten ondernemen.
DRAAISCHIJVEN: steden die in twee of meer netwerken meedraaien.
Voordelen bestuurlijk doel stedelijk netwerk:
4. Steden stemmen hun ruimtelijke ontwikkeling beter op elkaar af, zodat efficiënter wordt
omgegaan met de schaarse ruimte en de groene open ruimten gespaard kunnen blijven.
5. Doordat steden niet langer gericht zijn op concurrentie, bestaat er minder risico op een
overaanbod van bedrijventerreinen waarmee steden bedrijven naar hun gemeente
proberen te lokken.
6. Door de samenwerking tussen steden samen zorgen voor voldoende draagvlak voor
voorzieningen en diensten.
PARAGRAAF 4.2
INFRASTRUCTUUR: alle vaste elementen die de verplaatsing van mensen, goederen, energie, afval en
informatie dragen.
1
, 7. Kenmerk: netwerkkarakter: het verbindt diverse plaatsen waar mensen activiteiten met
elkaar ondernemen.
Een NETWERK is een samenhangend verbindingsstelsel dat je niet zomaar kunt veranderen.
Punten waar netwerken elkaar snijden: KNOPEN. Zij verknopen twee netwerken met elkaar.
Functies vervoersinfrastructuur:
8. Verbinden
o Verbindt locaties of gebieden met elkaar
o Een VERBINDING verbetert de relatie tussen twee gebieden.
o Kent een specifieke richting
9. Ontsluiten
o Zorgt ervoor dat het gemakkelijker wordt om een plek, stad of regio te bereiken, of
om er weg te komen.
o Een ONTSLUITING slaat altijd op een specifiek gebied en gaat daarbij over het geheel
van verbindingen in alle richtingen en op alle schaalniveaus.
BEREIKBAARHEID wordt uitgedrukt in de hoeveelheid reistijd, reiskosten en de moeite (comfort,
veiligheid en betrouwbaarheid), die moet worden overwonnen om van A naar B te komen.
LOCATIEBEREIKBAARHEID: hoe kun je met zo weinig mogelijk weerstand een bepaalde plek bereiken?
Netwerkstructuren:
10. Hart-op-hartstructuur: het verbindt diverse stadscentra met elkaar RADIALE STRUCTUUR
o Voordeel: duidelijkheid bestemming en richting van de snelweg, korte verbindingen.
11. TANGENTIËLE STRUCTUUR de rijkswegen leiden niet naar het centrum van de stad, maar
eromheen.
o Voordeel: flexibel.
12. AXIALE STRUCTUUR een enkele lijn die het gebied doorsnijdt.
13. RASTERSTRUCTUUR/GRIDSTRUCTUUR
14. BOOMSTRUCTUUR
NETWERKDICHTHEID: de hoeveelheid infrastructurele verbindingen in een gebied.
15. Voordelen:
o Hoe meer verbindingen, hoe kleiner de kans dat men moet omrijden
o Grote keuzemogelijkheid tussen vervoerswijzen
16. Nadelen:
o Hoge kosten
o Beïnvloedt de beleving van het landschap
o Vormt een hindernis voor zowel mensen als dieren : leidt tot versnippering
TOEGANKELIJKHEID: het aantal toegangspunten tot een infrastructureel netwerk.
Onder verkeer/vervoer/MOBILITEIT verstaan we alle verplaatsingen van mensen en goederen van A
naar B.
Plaatsen A en B: herkomst- en bestemmingsrelaties.
2
, Verplaatsingswijzen of vervoerswijzen: MODALITEITEN.
Vier belangrijkste vervoerswijzen:
1. Voetganger
2. Fiets
3. Auto
4. Openbaar vervoer
Het onderscheid naar de verschillende vervoerwijzen in de verplaatsingen wordt de MODAL SPLIT
genoemd.
Negatieve effecten mobiliteit op leefomgeving:
17. Geluidsoverlast
o Maatregelen: stillere voertuigen, stillere infrastructuur en geluidsschermen
o GELUIDSCONTOUREN: de grenzen van gebieden die voor geluidsgevoelige functies
zoals wonen niet kunnen worden gebruikt.
18. Luchtvervuiling
o Uitstoot van CO2 en fijnstof
19. Verkeersonveiligheid
o Veiligheid bevorderd door:
Betere inrichting van de wegen (30-kilometerzones, verkeerdrempels, etc.)
Voorlicht van de gebruikers
Veiligheidsmaatregelen in de auto (gordels, airbags, kooiconstructie, etc.)
Het QUESTA-MODEL/DRIEMARKTENMODEL geeft de relatie tussen infrastructuur, mobiliteit en
ruimtelijke ordening weer aan de hand van drie confrontaties van vraag en aanbod op drie markten.
20. Verplaatsingsmarkt
o Iedereen heeft een bepaald activiteitenpatroon van wonen, werken of studeren,
winkelen en bezigheden in de vrije tijd.
o Op de verplaatsingsmarkt maken mensen de keuze waar zij hun activiteiten willen
uitoefenen.
o Deze keuzes leiden ertoe dat het activiteitenpatroon in de ruimte wordt gefixeerd:
VERPLAATSINGSPATROON.
21. Vervoersmarkt
o Met welk vervoersmiddel iemand zich verplaatst.
o Confrontatie tussen de verplaatsingspatronen en de beschikbare vervoersmiddelen
en -diensten.
o De combinatie van verplaatsingen met de (meestal) gebruikte vervoermiddelen:
VERVOERSPATROON.
22. Verkeersmarkt
o Welke route je neemt.
o De vraag naar vervoerspatronen wordt geconfronteerd met het aanbod aan
infrastructuur.
o Aanbod van infrastructuur bepaalt het uiteindelijke VERKEERSPATROON van de
reiziger.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Balkie03. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.