SAMENVATTING LIVING IN THE ENVIRONMENT 19E
HOOFDSTUK 1: THE ENVIRONMENT AND SUSTAINABILITY
CORE CASE STUDY – LEARNING FROM THE EARTH
Sustainability/duurzaamheid is het vermogen van de natuurlijke systemen van de aarde die het leven en de
menselijke sociale systemen ondersteunen om voor onbepaalde tijd te overleven of zich aan te passen aan
veranderende milieuomstandigheden.
1. De aarde is een voorbeeld van een duurzaam systeem, het bestaat al 3,8 biljoen jaar en heeft
verschillende grote veranderingen in het milieu gehad. Toch heeft groot deel van het leven er
overleefd, maar hoe? Organismen hebben zelf het vermogen om voedsel te vinden en maken om te
overleven.
Biomimicry (1997, Benyus pionier in dit veld) = het begrijpen, nabootsen en vastleggen van de manieren
waarop de aarde voor 3,8 biljoen jaar leven in stand heeft gehouden.
2. Voorbeeld: gekko’s kunnen op ramen lopen door haartjes onder hun poten, de mens heeft op basis
hiervan gifvrij gekko-tape gemaakt ter vervanging van tape met gifstoffen. De natuur leert ons dus hoe
we duurzaam kunnen leven.
1.1 WHAT ARE SOME KEY PRINCIPLES OF SUSTAINABILITY?
Environment/het milieu = alles om je heen. Het omvat alle levende dingen (dieren, planten) en niet-levende
dingen (water, lucht, zonlicht) waarmee je interactie hebt, incl. jijzelf.
- Ons leven is afhankelijk van zonlicht en de aarde voor schone lucht en water, voedsel, onderdak,
energie, vruchtbare grond, een leefbaar klimaat en andere componenten van het life-support system
van de aarde.
Environmental science/milieuwetenschappen = interdisciplinaire studie van (1) hoe de aarde werkt, overleeft
en is veranderd, (2) hoe mensen omgaan met de omgeving en (3) hoe we duurzamer kunnen leven.
- Oorzaken van milieuproblemen, hoe serieus zijn ze, hoe is de natuur hiermee omgegaan etc.
Ecologie = de tak van de biologie die zich richt op hoe levende organismen omgaan met de levende en niet-
levende delen van hun omgeving. Belangrijk onderdeel van de milieuwetenschappen.
- Belangrijke focus van ecologie is de studie van ecosystemen = een verzameling organismen binnen
een bepaald gebied van land of watervolume die met elkaar en met hun omgeving van niet-levende
materie en energie omgaan.
Environmentalism/milieu activisme = een sociale beweging die zich inzet voor de bescherming van het leven
op aarde en haar hulpbronnen. Is heel anders dan milieuwetenschap/ecologie, namelijk niet echt
wetenschappelijk maar meer politiek.
De mens heeft, met name sinds 1900, een enorme impact op de aarde, waardoor het leven vele soorten en
biologische levenscentra, zoals tropische regenwouden en koraalriffen, wordt bedreigd. Het voegt ook
verontreinigende stoffen toe aan de lucht, het water en de bodem van de aarde. 3 wetenschappelijke
natuurlijke factoren spelen een sleutelrol in de duurzaamheid van het leven op aarde op lange termijn. Het
begrijpen van deze 3 wetenschappelijke principes van duurzaamheid, of belangrijke lessen uit de natuur, kan
ons helpen op weg naar een duurzamere toekomst.
1. Afhankelijkheid van zonne-energie: zonne-energie levert energie voor planten om voedingsstoffen te
maken die organismen nodig hebben om te overleven.
2. Biodiversiteit = de verscheidenheid aan genen, soorten, ecosystemen en ecosysteemprocessen.
Interacties tussen soorten zorgen voor vitale ecosysteemdiensten en voorkomen dat een populatie te
groot wordt. Biodiversiteit biedt soorten ook manieren om zich aan te passen aan veranderende
omgevingsomstandigheden en om soorten die door catastrofale veranderingen in het milieu zijn
uitgeroeid, te vervangen door nieuwe soorten.
3. Chemische/nutriënten kringloop: de circulatie van chemicaliën of voedingsstoffen die nodig zijn om
het leven vanuit de omgeving (meestal uit bodem en water) door verschillende organismen en terug
1
, naar het milieu in stand te houden. Deze chemicaliën/voedingsstoffen worden door organismen
gerecycled. Dus afval van bijv. dode dieren nuttige hulpbronnen.
Componenten van sustainability
Natural capital/natuurlijk kapitaal = de natuurlijke hulpbronnen en ecosysteemdiensten die mensen en andere
soorten in leven houden en die menselijke economieën ondersteunen
Natural resources/natuurlijke hulpbronnen = materialen en energie die door de natuur worden geleverd en
die essentieel of nuttig zijn voor de mens. 3 categorieën:
1. Onuitputtelijke hulpbronnen, VB: zone-energie
2. Hernieuwbare hulpbronnen (kan door natuurlijke processen worden aangevuld, zolang mensen de
hulpbron niet sneller gebruiken dan natuurlijke processen deze kunnen vervangen), VB: bos, vissen.
Schone lucht, zoet water, vruchtbare bovengrond.
o Sustainable yield (opbrengst) = De hoogste snelheid waarmee mensen een hernieuwbare
hulpbron voor onbepaalde tijd kunnen gebruiken zonder het beschikbare aanbod te
verminderen.
3. Niet-hernieuwbare (uitputtelijke) hulpbronnen (bestaan in vaste voorraad in de aardkorst, duurt
miljoenen jaren om ze te vormen door geologische processen), VB: fossiele energiebronnen, metalen
als koper en aluminium, zout, zand.
Ecosystem services/ecosysteemdiensten = natuurlijke diensten die worden geleverd door gezonde
ecosystemen die het leven en de menselijke economie ondersteunen zonder dat het ons geld kost.
- Voorbeeld: Bossen helpen lucht en water te zuiveren, bodemerosie te verminderen, het klimaat te
reguleren en voedingsstoffen te recyclen.
Menselijke activiteiten kunnen het natuurlijk kapitaal aantasten door:
1. Hernieuwbare bronnen sneller gebruiken dan de natuur ze kan herstellen.
2. Overbelasting van normaal gesproken hernieuwbare lucht, water en bodem.
3. Toevoegen van verontreinigende stoffen aan de lucht, het water en de bodem. Onafbreekbare
afvalproducten kunnen niet worden afgebroken en verstoren hierdoor nutriëntenkringlopen.
Creëren van oplossingen voor milieuproblemen is een belangrijk onderdeel van duurzaamheid. Deze
oplossingen vergen vaak compromissen omdat ze vaak negatieve economische gevolgen hebben. Individuen
zijn erg belangrijk in deze oplossingen.
Economie, politiek en ethiek vormen 3 aanvullende principes van duurzaamheid:
1. Full-cost pricing (economisch) = schadelijke milieu- en gezondheidskosten van de productie en het
gebruik van goederen en diensten in marktprijzen opnemen zou consumenten informatie geven
over de schadelijke milieueffecten van producten.
2. Win-winoplossingen (politiek) = zoeken naar win-winoplossingen voor milieuproblemen.
3. Verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties (ethisch) = we moeten de planeet voor
toekomstige generaties net zo goed/beter achterlaten zoals deze nu is.
De in totaal 6 genoemde duurzaamheidsprincipes kunnen als richtlijnen dienen om ons op weg te helpen naar
een toekomst die ecologisch, economisch en sociaal duurzamer is.
Meer ontwikkelde landen (VS, Japan, DU etc.) – geïndustrialiseerde landen met een hoog gemiddeld inkomen
per persoon – gebruiken met 17% van de wereldbevolking ongeveer 70% van de natuurlijke hulpbronnen van
de aarde. De minder ontwikkelde landen (meeste landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika) – gemiddeld laag of
middelmatig inkomen per persoon – gebruiken met 83% van de wereldbevolking ongeveer 30% van de
natuurlijke hulpbronnen van de wereld.
1.2 HOW ARE OUR ECOLOGICAL FOOTPRINTS AFFECTING THE EARTH?
Wetenschappelijk onderzoek, technologische verbeteringen en educatie hebben er onder andere voor gezorgd
dat de mens een hoop verbeteringen heeft kunnen bedenken voor onze levenskwaliteit. Globalisatie en
verbeterde toegang tot informatie zorgt dat we duurzamer leven.
Toch leeft men onduurzaam. We verspillen, putten uit en degraderen een groot deel van het natuurlijke
kapitaal van de aarde dat het leven in stand houdt - een proces dat bekend staat als degradation/aantasting
van het milieu/natuurlijk kapitaal. VB: bossen kappen, water uit rivieren halen, overbevissing, vervuiling. De
2
,temperatuur op aarde stijgt hierdoor, ijskappen smelten, de zeespiegel stijgt, meer overstromingen, droogte en
bosbranden, versneld uitsterven van soorten etc. Menselijke activiteiten hebben ongeveer 60% van de
ecosysteemdiensten die door de natuur worden geleverd te veel gebruikt, met name sinds 1950.
Ondanks deze aantasting, zal de aarde uiteindelijk blijven bestaan. Onze eigen beschaving en het bestaan van
de mens moet misschien wel gered worden als we doorgaan met het afbreken van het life-support system van
de aarde dat onze economieën en ons ondersteunt.
Tragedy of the commons = aantasting/degradatie van hernieuwbare bronnen die van niemand zijn en die bijna
iedereen kan gebruiken (zoals de atmosfeer, oceanen, bossen, aquifers). Gebruikers redeneren namelijk zo:
“Het kleine beetje dat ik gebruik of vervuil is niet genoeg om ertoe te doen, en hoe dan ook, het is een
hernieuwbare bron.” Als iedereen zo denkt raken deze bronnen uitgeput.
Hoe kan je hiermee omgaan?
1. Onderling afspreken minder van de hernieuwbare hulpbron te gebruiken of de toegang te reguleren.
2. Gedeelde bronnen omzetten in privé-eigendom. Echter niet mogelijk voor atmosfeer en oceanen.
Ecologische voetafdruk = de hoeveelheid biologisch productief land en water (biocapaciteit) die nodig is om
een bevolking in een gebied te voorzien van hernieuwbare hulpbronnen en om het afval en de vervuiling die
het gebruik van hulpbronnen veroorzaakt, te absorberen en te recyclen.
- Biocapaciteit = het vermogen van de productieve ecosystemen op aarde om de hernieuwbare
hulpbronnen die door een bevolking, stad, regio, land of de wereld worden gebruikt, te regenereren
en om het resulterende afval en de vervuiling voor onbepaalde tijd te absorberen.
- De ecologische voetafdruk per hoofd van de bevolking is de gemiddelde ecologische voetafdruk van
een individu in een bepaald land of gebied
Als de totale ecologische voetafdruk groter is dan de biocapaciteit, is er sprake van een ecologisch tekort. Met
andere woorden, de mensen leven niet-duurzaam door natuurlijk kapitaal uit te putten in plaats van te leven
van de hernieuwbare hulpbronnen en ecosysteemdiensten die door dergelijk kapitaal worden geleverd.
- De totale ecologische voetafdruk van de wereld was in 2012 50% hoger dan de geschatte biocapaciteit
op lange termijn van de planeet > men leeft dus niet duurzaam.
IPAT milieu-impactmodel = de milieu-impact (I) van menselijke activiteiten is het product van 3 factoren:
bevolkingsomvang (P), welvaart (A) of hulpbronnenverbruik per persoon, en de gunstige en schadelijke
milieueffecten van technologieën (T) Impact (I) = Bevolking (P) × Welvaart (A) × Technologie (T). Dit model
omvat in tegenstelling tot het eco voetafdrukmodel ook niet-hernieuwbare hulpbronnen.
- Technologie kan positief of negatief zijn. Positief doordat ze de milieu-impact verlagen, bijvoorbeeld
door ontwikkeling van zuinige auto’s, zonnecellen en windturbines. Negatief door bijvoorbeeld
vervuilende fabrieken en schadelijke uitlaatgassen van auto’s.
In de afgelopen 10.000 jaar hebben 3 grote culturele veranderingen plaatsgevonden die algehele milieu-impact
van de mens hebben vergroot.
1. Landbouwrevolutie: 10.000 jaar geleden toen mensen leerden om planten en dieren te kweken voor
voedsel, kleding etc. en in dorpen gingen wonen i.p.v. zich te verplaatsen om voedsel te vinden. Ze
hadden een betrouwbaardere voedselbron, leefden langer en brachten meer kinderen voort die de
volwassen leeftijd overleefden.
2. Industrieel-medische revolutie: begon 300 jaar geleden toen men machines uitvond voor de
grootschalige productie van goederen in fabrieken. Veel mensen verhuisden naar steden om in
fabrieken te werken. We leerden hoe we energie uit fossiele brandstoffen konden halen en hoe we
efficiënt veel voedsel konden verbouwen. Ook medische vooruitgang > men leefde langer + gezonder.
3. Informatie-globaliseringsrevolutie: begon 50 jaar geleden toen we nieuwe technologieën
ontwikkelden om snel toegang te krijgen tot informatie en bronnen op wereldschaal.
Door deze 3 meer verandering en beheersing van natuurlijke hulpbronnen mogelijk, ook uitbreiding van de
bevolking mogelijk gemaakt vooral door langere levensduur. Bovendien resulteerden deze veranderingen in
een groter gebruik van hulpbronnen, vervuiling en aantasting van het milieu en stelden ze ons in staat de
planeet te domineren en onze ecologische voetafdruk uit te breiden.
- Een 4e verandering wordt verwacht, namelijk de duurzaamheidsrevolutie: men leert duurzamer
leven. Dit omvat het vermijden van degradatie en uitputting van het natuurlijk kapitaal dat al het leven
3
, en onze economieën ondersteunt en het herstellen van natuurlijk kapitaal dat we hebben
gedegradeerd.
1.3 WHAT CAUSES ENVIRONMENTAL PROBLEMS AND WHY DO THEY PERSIST?
Belangrijkste oorzaken van de huidige milieuproblemen:
1. Bevolkingsgroei
2. Verspillend en niet-duurzaam gebruik van hulpbronnen
3. Armoede
4. Weglaten van de schadelijke milieu- en gezondheidskosten van goederen en diensten in marktprijzen
5. Toenemende isolatie van de natuur
6. Concurrerende milieuwereldbeelden.
1 – BEVOLKINGSGROEI
Exponentiële groei = treedt op wanneer een hoeveelheid met een vast percentage per tijdseenheid toeneemt.
De menselijke populatie is exponentieel gegroeid. Naar verwachting 2,5 miljoen extra mensen in 2050.
Niemand weet hoeveel mensen de aarde voor onbepaalde tijd kan ondersteunen. Onze grote en groeiende
ecologische voetafdruk en de daaruit voortvloeiende wijdverbreide degradatie van natuurlijk kapitaal zijn
echter verontrustende waarschuwingssignalen.
De regel van 70: De verdubbelingstijd van de menselijke populatie kan worden berekend met de regel van 70:
verdubbelingstijd (jaren) = 70/jaarlijkse groeisnelheid (%). De wereldbevolking groeit met ongeveer 1,20% per
jaar.
2 – WELVAART EN NIET-DUURZAAM GEBRUIK VAN HULPBRONNEN
De levensstijl van de groeiende wereldbevolking van consumenten is gebaseerd op toenemende welvaart, of
het verbruik van hulpbronnen per persoon, naarmate meer mensen hogere inkomens verdienen. Naarmate het
totale verbruik van hulpbronnen en het gemiddelde verbruik van hulpbronnen per persoon toenemen, nemen
ook de aantasting van het milieu, afval en vervuiling door de toename van de ecologische voetafdruk toe.
De gemiddelde Amerikaan verbruikt ongeveer 30 keer de hoeveelheid hulpbronnen die de gemiddelde
Indiër verbruikt en 100 keer de hoeveelheid die wordt verbruikt door de gemiddelde persoon in de
armste landen ter wereld. We zouden 5 aardes nodig hebben als iedereen in hetzelfde tempo
hernieuwbare bronnen zou gebruiken als de gemiddelde Amerikaan in 2012.
Welvaart kan daarentegen ook beter onderwijs mogelijk maken, waardoor mensen zich meer zorgen
maken over de kwaliteit van het milieu. Welvaart maakt ook meer geld beschikbaar voor het
ontwikkelen van technologieën om vervuiling, aantasting van het milieu en verspilling van
hulpbronnen te verminderen, samen met manieren om onze gunstige milieueffecten te vergroten.
3 – ARMOEDE
Armoede = een toestand waarin mensen niet genoeg geld hebben om in hun basisbehoeften aan voedsel,
water, onderdak, gezondheidszorg en onderwijs te voorzien. Ongeveer 1 op de 3 mensen heeft minder dan
$2.25 per dag te besteden.
Armoede veroorzaakt een aantal schadelijke milieu- en gezondheidseffecten. Het dagelijkse leven van
de armste mensen draait om het verkrijgen van voldoende voedsel, water en brandstof om te koken
en te verwarmen om te overleven. Ze houden vaak geen rekening met duurzaamheid. Armoede kan
ook het tegenoverstelde betekenen als men eigen bomen en planten verzorgt op hun terrein.
Aantasting van het milieu kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid van de armen:
1. Levensbedreigende ondervoeding: een gebrek aan eiwitten en andere voedingsstoffen die nodig zijn
voor een goede gezondheid
2. Beperkte toegang tot adequate sanitaire voorzieningen en schoon drinkwater.
4 – PRIJZEN VAN GOEDEREN EN DIENSTEN OMVATTEN ZELDEN HUN SCHADELIJKE MILIEU-
EN GEZONDHEIDSKOSTEN
Bedrijven die goederen aan consumenten leveren, hoeven over het algemeen niet te betalen voor de meeste
schadelijke milieu- en gezondheidskosten die gepaard gaan met de levering van dergelijke goederen.
4