100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Verbintenissenrecht vernieuwde bachelor Rechtsgeleerdheid €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Verbintenissenrecht vernieuwde bachelor Rechtsgeleerdheid

 16 keer bekeken  0 keer verkocht

Deze samenvatting geeft in hoofdlijnen de kern weer van het verbintenissenrecht als besproken in het tweede jaar bij de leerstromen C&V en Systeem 4.

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 2 (volledig), nr. 81-94, 154-159, 226-235, hoofdstuk 8 (volledig), nr. 95-107 en hoofdstuk
  • 7 juni 2022
  • 22
  • 2021/2022
  • Samenvatting
  • onrechtmatige daad
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (52)
avatar-seller
0DR0
Overzicht Verbintenissenrecht II

Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding
Hoofdstuk 2
Centrale onderwerpen: Onrechtmatige daad en relativiteit


Bij het vaststellen van een onrechtmatige daad dient er eerst aan art. 6:162 BW getoetst te worden
waarbij de achterliggende gedacht is dat: eenieder die tegen een ander een onrechtmatige daad pleegt
die aan hem kan worden toegerekend dient de schade te vergoeden die deze andere dientengevolge
heeft geleden.
N.B. Toetsing aan art. 6:162 BW zorgt alleen voor antwoord op de aansprakelijkheidsvraag, de
mate/omvang van de schadevergoeding is een ander leerstuk.
De elementen van onrechtmatige daad:
a) Onrechtmatige gedraging jegens een andere;
b) Die toerekenbaar is;
c) Schade heeft veroorzaakt bij deze andere;
d) Schade in causaal verband staat met de onrechtmatige gedraging;
Voorwaarden zijn cumulatief;
Rg: Sprake van onrechtmatige daad, vaststellen aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad


Ad. a.
Ex artikel 6:162 lid 2 BW dient er sprake te zijn van een onrechtmatige gedraging (wordt ook weleens
‘fout’ genoemd, vgl. art. 6:170 BW). Van een onrechtmatige gedraging is sprake indien de gedraging:
1) Gedraging zorgt voor een inbreuk op een subjectief recht:
Subjectieve rechten bestaan uit absolute vermogensrechten en persoonlijkheidsrechten. Niet elke
inbreuk op een subjectief recht is een inbreuk ex art. 6:162 lid 2 BW, de heersende leer is dat getoetst
moet worden of de inbreuk op het subjectieve recht een geschreven of ongeschreven
gedragsnorm/zorgvuldigheidsnorm is overschreden.
2) Gedraging zorgt voor strijdigheid met een wettelijke plicht (bestaande uit commissie/omissie):
De schending van een wettelijke plicht is afhankelijk van de bewoordingen van die wettelijke plicht
i.e. hoe concreet is deze wettelijke plicht verwoord. Naarmate deze wettelijke plicht te abstract is
geformuleerd, zal het moeilijker zijn om aan te tonen of er sprake is van een schending van die
wettelijke plicht.
Het strafrecht speelt hierin ook een rol. Indien een strafrechtelijke norm wordt overtreden, dan brengt
dit vaak met zich mee hiermee het civiel onrechtmatig handelen wordt vastgesteld.
Het enkel overtreden van een wettelijke plicht is niet altijd doorslaggevend, vooral als de benadeelde
zelf diezelfde wettelijke plicht heeft overschreden. In zulks geval wordt de benadeelde onttrokken van
zijn bescherming die uit die wettelijke plicht voortvloeit.

1

,3) In strijd handelen met de zorgvuldigheidsnorm
Deze derde grond voor een onrechtmatige gedraging is voor het eerst geaccepteerd in de correctie
Langemeijer.
Bij de vraag of er in strijd met een zorgvuldigheidsnorm is gehandeld wordt er veelal getoetst aan de
Kelderluik-criteria:
- De mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en
voorzichtigheid (bij het potentiële slachtoffer) kan worden verwacht;
- Aard en omvang van de gevreesde schade;
- De waarschijnlijkheid dat deze schade zich als gevolg van bepaald gedrag zal voordoen (naar
objectieve maatstaven);
- De aard van de gedraging;
- De bezwaarlijkheid voor de potentiële dader om voorzorgsmaatregelen te nemen (tijd, kosten,
moeite);
Er zijn enkele standaardsituaties waarin strijd met de zorgvuldigheidsnormen al gauw wordt
aangenomen (of niet):
Gevaarzettingssituaties
Sport- en spelsituaties:
Strijdigheid met een zorgvuldigheidsnorm wordt niet snel aangenomen (eerder een ongelukkige
samenloop van omstandigheden). Vuistregels zijn als volg:
- Een dergelijke gedraging in het kader van de sportbeoefening is minder snel te kwalificeren als
onrechtmatig dan daarbuiten het geval zou zijn;
- Het enkel overtreden van de spelregels, waaronder de regels ter bescherming van de veiligheid van
de spelers, is reeds niet om die reden onrechtmatig;
- Een zeer grove inbreuk op die spelregels kan onder omstandigheden wel onrechtmatig zijn.
N.B. Bij de relatie organisator-deelnemers aan een sport/spelsituatie gelden wel strenge
zorgvuldigheidseisen voor de organisator. (vgl. HR Skeelerongeval-arrest).
Toezichthouders:
Zij die belast zijn met toezicht hebben een grote(re) zorgplicht t.a.v. de mogelijke gebruikers van
hetgeen waar toezicht op wordt gehouden. Bij het plaatsen van waarschuwingen dient dit adequaat te
gebeuren (hoge zorgplicht) en onder omstandigheden kan de zorgplicht van onder meer
terreinbeheerders zich uitstrekken tot gevolgen die zich buiten zijn terrein voordoen (vgl. HR Jetblast-
arrest, p. 51 boek).
Bij zorginrichtingen is het minder duidelijk hoe het zit met de zorgplicht en zal er van geval tot geval
gekeken moeten worden (vgl. p 52 boek).
Huis-, tuin- en keukensituaties
In dit soort situaties zal niet snel van onzorgvuldig gedrag worden gesproken, maar eerder van een
ongelukkige samenloop van omstandigheden (vgl. HR Jansen/Jansen-arrest, p. 53 boek). Ook hier zal
van geval tot geval gekeken moeten worden.



2

, Zuiver nalaten
De ratio hierachter is dat de persoon in kwestie niet zelf betrokken is bij het ontstaan van de
gevaarlijke situatie, maar dat deze zich verwijtbaar ervan heeft weerhouden de ander op de hoogte te
brengen van deze gevaren of het gevaar zelf op te heffen. Zuiver nalaten komt niet gauw voor, de
volgende voorwaarden voor aansprakelijkheid op basis van zuiver nalaten zijn de volgende:
- Dreiging van ernstig geestelijk of lichamelijk letsel;
- Concrete kennis van de gevaarlijke situatie;
- De mogelijkheid én de noodzaak om daadwerkelijk iets te doen (waarschuwen of helpen);
- Reële verhouding tussen moeite en kosten en het gevaar.
Niet-gevaarzettingssituaties
Hinder (vgl. art. 5:37 BW)
Van hinder die strijdig is met onzorgvuldigheidsnormen dient gekeken/getoetst te worden aan:
- Plaatselijke omstandigheden (kijk naar de aard van de (hinder)activiteit en of dit in objectieve zin
gezien de plaats geduld moet worden);
- De vraag wie er het eerst zat geeft ook aan dat de ‘nieuweling’ de hinder dient te dulden, nu zij daar
rekening mee kon/behoorde te houden;
- Het algemene belang (vergt het algemene belang dat wij bepaalde hinder dienen te dulden? Denk aan
het openbaar vervoer en de hinder dat dat met zich mee brengt); N.B. De overlastzaaier dient wel
indien nodig de belangen van de schadelijder in acht te nemen;
- Handelen zonder vergunning is niet per se onrechtmatig zolang dit gebeurt onder omstandigheden
die op zichzelf niet in strijd zijn met de eisen voor het verkrijgen van zo een vergunning. Handelen
met een vergunning betekent echter niet dat men onrechtmatige hinder mag toebrengen aan een ander.
- Hinder tussen verafgelegen gebruikers is niet altijd (on)rechtmatig. Gekeken moet worden naar de
aard, ernst en duur van de door de hinder ontstane schade en de verdere omstandigheden van het geval
zoals de aard en gewicht van de belangen die resulteren in de hinder en de belangen van de lijder van
de hinder.
Beroepsaansprakelijkheid
Een beroepsuitoefenaar dient t.a.v. hun cliënten de zorgvuldigheid in acht te nemen die een cliënt van
een bekwaam en redelijk handelend vakgenoot/beroepsbeoefenaar kan/mag verwachten.
Banken en aansprakelijkheid
Op banken heerst een bijzondere zorgplicht waarbij er ook rekening moet worden gehouden met
belangen van derden met wie zij geen relatie heeft (wegens haar maatschappelijke functie). Verder
speelt de redelijkheid en billijkheid ook een grote rol in deze en kan een schending daarvan (vooral in
de precontractuele fase) voor aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW zorgen.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Interne aansprakelijkheid ex art. 2:9 BW;
Externe aansprakelijkheid:
Aansprakelijkheid bij onbehoorlijke vervulling resulterend in faillissement van de vennootschap (vgl.
art. 2:138 en 2:248 BW);

3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 0DR0. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48072 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd