Moduleopdracht Professioneel en Oplossingsgericht
werken.
Thema: Open Innovatie
Stelling: Open innovatie is nadelig voor bedrijven
Bron: managementimpact.nl
P.S. Boudewijn
Studentnummer: 4863565
12 maart 2022
Hogeschool NCOI
HBO Bachelor Social Work, profiel Zorg afstudeerrichting GGZ-agoog
Module Professioneel en Oplossingsgericht werken
1
,Voorwoord
Voorliggend de opdracht van de module Professioneel en Oplossingsgericht werken. Hierin een
uitgeschreven bronnenonderzoek aan de hand van een stelling, wat geldt als afronding van deze
module. De module is onderdeel van de opleiding HBO Social Work tot GGZ-agoog die ik intern volg
bij de Hogeschool NCOI.
Mijn naam is Phil Boudewijn, ik ben 50 jaar en heb een fantastisch samengesteld gezin met drie eigen
kinderen en vier bonus kinderen. Vijf kinderen wonen nog thuis, hierdoor is het bij ons regelmatig een
drukte van jewelste. Ondanks de drukte wilde ik mezelf graag nog verder ontwikkelen. Ik ben
gedreven, gepassioneerd en nieuwsgierig. Ik ben erachter gekomen dat deze competenties mij goed
van pas komen in deze opleiding.
Aangezien ik al langer dan zes jaar in de sociaal-maatschappelijke sector werk, waarvan de laatste
twee en een half jaar in de forensische sector, leek de opleiding tot GGZ-agoog mij een hele
passende opleiding. Bij de instelling waar ik op dit moment werkzaam ben is er voor de positie waar ik
nu werk een HBO diploma verplicht en zo was de optelsom snel gemaakt. Zo heb ik mijn persoonlijke
ontwikkeling en de instelling iemand met de juiste papieren. Ik ben al jaren actief als
ervaringsdeskundige op het gebied van verslaving maar zal na deze opleiding als ervaringsdeskundig
GGZ-agoog aan de slag willen.
Voor deze eindopdracht kon ik kiezen uit drie stellingen waarvan de gekozen stelling het beste bij mij
past. Het thema Open Innovatie vertelt mij iets over samenwerken en iets over ontwikkelen. Ik ben
erachter gekomen dat ik in het leven afhankelijk ben van anderen om geluk en plezier te beleven en
dat samenwerken een combinatie is van het hebben van contact en het dragen en/of verdelen van
verantwoordelijkheid. Zowel samenwerken als ontwikkeling is gebaat bij efficiëntie en effectiviteit, ik
neem dit mee in deze moduleoprdacht. Ontwikkelen zie ik als een mooi proces waarin iedereen het
beste uit zichzelf of een product kan halen.
Ik kwam er al snel achter dat er veel te vinden is over Open Innovatie en dat het iets is wat regelmatig
van omschrijving verandert. Chesbrough (2003) omschreef de stelling als volgt: "Open innovatie is
een paradigma dat veronderstelt dat bedrijven externe ideeën naast interne ideeën kunnen en moeten
gebruiken, en dat bedrijven interne en externe paden gebruiken om de markt, te betreden”. Ik zie open
innovatie het liefst als iets wat in samenwerking met anderen alle grenzen te buiten kan gaan ter
verbetering van een product of proces.
Het bronnenonderzoek heeft mij veel inzichten gegeven, zowel inzichten die de stelling kunnen
weerleggen als inzichten die de stelling kunnen bevestigen. Voor mij heeft deze informatie mij een nog
bredere visie gegeven op samenwerking. Door samenwerking met de mensen om mij heen heb ik ook
deze opdracht, in alle rust, kunnen maken. Mijn dank gaat hiervoor uit naar mijn vrouw en kinderen die
me hebben ondersteund in stilte, koffie en koekjes en mijn collega’s, werkbegeleider en manager die
me hebben gemotiveerd toen ik even vastliep.
Bent u ook nieuwsgierig of er bij u iets veranderd na het lezen van mijn bronnenonderzoek?
Phil Boudewijn
2
,Samenvatting
Het thema “Open Innovatie” met de stelling, “Open Innovatie is nadelig voor bedrijven” staat centraal
in deze moduleopdracht. Uiteindelijk wordt er een standpunt ingenomen aangaande deze stelling.
Open Innovatie is een ontwikkeling, die zich in het bedrijfsleven, gedurende de laatste 20 jaar in een
snel tempo heeft ontwikkeld. Over het algemeen is het bedrijfsleven positief over deze ontwikkeling,
maar waar is dat op gebaseerd?
Het begrip “Open Innovatie” geeft ruimte voor invullingen en wordt op verschillende manieren
omschreven. Dit maakt dat de zoektocht naar geschikte bronnen zich op verschillende gebieden heeft
uitgerold zodat er een zo breed mogelijke basis is ontstaan om de stelling te beoordelen.
Het woord “Open” is in deze opdracht gelinkt aan samenwerking en het begrip “Innovatie” heeft geleid
naar bronnen die het effect hebben onderzocht van open innovatie, over structuren waar vanuit
innovatie kan plaatsvinden en wet- en regelgeving die helpend of belemmerend kan zijn voor het
innovatieproces als geheel. Als vanzelfsprekend bevatten de bronnen argumenten die voor en/of
tegen de stelling spreken.
Voordat er een standpunt in te nemen is aangaande de stelling is er op systematische wijze gekeken
naar de bronnen. Als eerste is omschreven op welke manier en waarom de bron is geselecteerd. Als
tweede is de essentie omschreven gevolgd met een aantal belangrijke voor en tegen argumenten. De
bronnen zijn uiteindelijk, met behulp van de CRAAP-test beoordeeld.
Bron 1 (Dahlander en Wallin, 2020) gaat over waarom het nu de tijd zou zijn voor open
innovatie. In dit artikel wordt de suggestie gewekt dat er altijd wat vooraf gaat aan open innovatie,
vaak een crisis. Er wordt in dit artikel gerefereerd naar de Covid-19 crisis en hoe deze crisis tot
voordelen kan leiden in het proces van open innovatie.
Bron 2 (Van Criekingen et al., 2021) gaat over de negatieve kanten van open innovatie met
betrekking tot uitval of vertraging. Dit artikel bestaat uit een onderzoek wat bewust is uitgevoerd
vanwege het gebrek aan balans in onderzoek naar open innovatie. Door de veelal positieve uitlatingen
over open innovatie is de kans aanwezig dat het altijd positief lijkt te zijn. Met dit onderzoek hebben de
auteurs de negatieve kant belicht van open innovatie.
Bron 3 (Bogers et al., 2019) gaat over het verbeteren van een bedrijfsmodel wat leidt tot beter
begrip van de voordelen en beperkingen van open innovatie. Dit om beter inzicht te krijgen in hoe
deze nieuwe innovatievereiste strategisch moet worden beheerst. Er wordt onderscheid gemaakt in
vier vormen van open innovatie.
Bron 4 (Jarmai en Vogel-Pöschl, 2019) richt zich op het begrip “betekenisvol” samenwerken.
In dit artikel wordt omschreven aan welke voorwaarden samenwerking moet voldoen en wanneer een
samenwerking betekenisvol is en kan leiden tot een succesvolle innovatie.
Bron 5 (Ranchordás, 2021) gaat over de wet- en regelgeving die helpend of belemmerend kan
werken wanneer het gaat over open innovatie. De complexiteit van de wet- en regelgeving staat
centraal. Door deze complexiteit lijkt een generale oplossing (bijna) onmogelijk.
Op basis van het bronnenonderzoek kan geconcludeerd worden dat de stelling, ondanks dat hij op
verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden, met de gebruikte bronnen goed te beoordelen is.
Het standpunt is ingenomen dat de stelling kan worden weerlegt. Na het onderzoek is naar voren
gekomen dat er een aantal randvoorwaarden noodzakelijk zijn om open innovatie als voordeel te laten
werken in het bedrijfsleven. Hiervan zijn geduld, bereidheid, motivatie en begrip belangrijke pijlers.
Open innovatie vraagt om een betekenisvolle samenwerking, wat overblijft is de vraag: Is dat niet waar
onze gehele samenleving om vraagt?
3
, Inhoudsopgave
Voorwoord……………………………………………………………………………………. 2
Samenvatting…………………………………………………………………………………. 3
1. Inleiding…………………………………………………………………………………… 5
1.1 Leeswijzer……………………………………………………………………. 5
2. Bronnenonderzoek……………………………………………………………………….. 6
2.1 Bron 1:Why now is the time for “open innovation”, (Dahlander en Wallin,
2020)………………………………………………………………………………….............. 6
2.1.1 Essentie van de bron……………………………………………………….. 6
2.1.2 Bronbeoordeling door middel van de CRAAP-test………………………. 6
2.1.3 Conclusie………………………………………………………………..…… 7
2.2 Bron 2: Open Innovation Deficiency: Evidence on project abandonment and
delay, (Van Criekingen et al., 2021)………………………………………………………. 7
2.2.1 Essentie van de bron………………………………………………………… 7
2.2.2 Bronbeoordeling door middel van de CRAAP-test………………………... 7
2.2.3 Conclusie……………………………………………………………………… 8
2.3 Bron 3: Strategic management open innovation, A dynamic capabilities
perspective, (Bogers et al., 2019)…………………………………………………………. 8
2.3.1 Essentie van de bron………………………………………………………… 8
2.3.2 Bronbeoordeling door middel van de CRAAP-test……………………….. 8
2.3.3 Conclusie……………………………………………………………………… 8
2.4 Bron 4: Meaningful collaboration for responsible innovation, (Jarmai en
Vogel-Pöschl, 2019)…………………………………………………………………………. 9
2.4.1 Essentie van de bron………………………………………………………… 9
2.4.2 Bronbeoordeling door middel van de CRAAP-test……………………….. 9
2.4.3 Conclusie……………………………………………………………………… 9
2.2 Bron 5: Innovatie en Betere Regelgeving, (Ranchordás, 2021)………... 9
2.5.1 Essentie van de bron……………………………………………………….... 10
2.5.2 Bronbeoordeling door middel van de CRAAP-test………………………... 10
2.5.3 Conclusie………………………………………………………………………. 10
3. Standpunt…………………………………………………………………………………… 11
3.1 Redenatieschema…………………………………………………………….. 11
3.2 Stellingname standpunt………………………………………………………. 11
Literatuurlijst………………………………………………………………………………….. 12
Bijlage 1 CRAAP-test………………………………………………………………………… 13
Bijlage 2 Redenatieschema…………………………………………………………………. 17
4