Recht voor de sociaal professional
Week 11 sociaal ondernemen
Maatschappelijk verantwoord ondernemen: organisaties waar mensen werken en
verbonden zijn. Nemen besluiten door te kijken wat de gevolgen zijn. Is vooral afgestemd
op de belanghebbenden.
3p’s. Product, planet en people.
Maatschappelijk betrokken ondernemen: (sponsoring) dat we bespreken over normale
organisaties banken die activiteiten ondernemen om het leven in de omgeving beter te
maken. Geld schenken om sinterklaas cadeautjes te geven aan mensen in armoede.
5M’s. Mensen, middelen, massa, media en munten.
Sociaal ondernemen: eerste instantie opgericht om een verschil te kunnen maken in de
samenleving. Oplossen van een sociaal probleem.
Radicale innovatie: compleet nieuw idee wat je de wereld in wilt helpen.
Incrementele innovatie: kleine verbetering wat al bestaat in een organisatie
Sociale impact: wat jouw product of organisatie kan veranderen in de samenleving.
Sociaal initiatief: iets duurzaams, dat blijf je doen. Eenmalig workshop voor vrouwen voor
emancipatie. Het is geen sociaal initiatief, je hebt er geen onderneming voor nodig.
Crowdfunding: je vertelt online aan zoveel mogelijk mensen wat je plan is en vraagt hier
geld voor.
Rechtspersoonlijkheid: je mag als bedrijf besluiten nemen, je kan schulden hebben en je
mag overeenkomsten sluiten.
Stichting: een organisatie die niet winst wil behalen maar wel zijn doelen. Als er toch winst
wordt behaald wordt dit uitgegeven om het doel te behalen. Zak met geld van de stichting,
niet van jou.
Zzp’er: (zelfstandig zonder personeel), eenmanszaak. Inschrijven kamer van koophandel.
Weinig kosten aan verbonden. Je hebt wel risico’s als je zaak groter wordt.
Hoofdstuk 1 inleiding in het recht
Recht = verzamelnaam voor alle overheidsregels die in onze samenleving gelden
Recht heeft twee doelen:
Ordenen van menselijk gedrag door het stellen van regels.
Bijv. verkeersregels bepalen dat een auto die van rechts komt, voorrang heeft
Zorgen voor een rechtvaardige oplossing bij conflicten.
Bijv. wat gebeurt er als een koper een bankstel koopt en de koopprijs niet
betaalt?
Rechtsbronnen = plaatsen waar het recht te vinden is
Binnen het recht zijn er vier rechtsbronnen:
1) De wet = de vastgestelde rechtsregels van de overheid, belangrijkste vindplaats van
het recht
1
, Lees alle wetten na op www.wetten.nl
2) Jurisprudentie = uitspraken van rechters
Rechters gebruiken bestaande wet om tot beslissing te komen
Ontbreekt er iets? Dan kan de rechter zelfstandig een nieuwe regel formuleren
Wordt deze toegepast? Dan is er sprake van jurisprudentie
Heeft dezelfde rechtskracht als het wettelijk recht
Kijk op www.rechtspraak.nl
3) Gewoonte
Zijn nergens in de wet vastgelegd (ongeschreven regel)
Worden toch als bindende regels beschouwd
In het strafrecht is het gebruik van gewoontes als rechtsbron niet toegestaan
4) Internationaal verdrag = afspraken tussen 2 of meer staten en gelden in alle staten
die bij het verdrag zijn
Bijv. Europese Unie (EU) en het Europees Verdrag tot bescherming van de
Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)
ELCI-code = de European Case Laws Identifier, elke uitspraak van gerechten wordt met
deze code uniek gemaakt
Landcode – gerechtscode – uitspraakjaar – een volgnummer
Bijv. uitspraak uit 2020 va het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch:
o ECLI:NL:GHSHE:2020:3319
Rechtsgebieden
Omdat er in Nederland heel veel rechtsregels zijn is dit onderverdeeld in publiekrecht en
privaatrecht:
Publieksrecht = regels voor de juridische verhouding tussen burgers (personen en/of
bedrijven) en overheid
Staatsrecht = organisatie van de staat wordt hierin beschreven. Er staan regels
over de bevoegdheden van verschillende overheidsorganen. De belangrijkste wet
is de Grondwet.
Strafrecht = hierin staan de regels die de overheid voor de veiligheid van de
burgers belangrijk vindt. Als iemand deze overtreedt wordt de zaak afgehandeld
tussen dader en samenleving als geheel.
Bestuursrecht = geeft regels waaraan de overheid zich moet houden als deze het
land bestuurt.
o Staan in de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Privaatrecht = het burgerlijk recht, geeft regels voor de rechtsrelaties tussen burgers en
bedrijven onderling. Hiermee krijgen we dagelijks te maken.
Internationaal recht = recht dat de regels geeft voor de verhouding tussen staten onderling
3 kenmerken van een staat:
1. een staat heeft een grondgebied
2. er zijn inwoners
3. er is een regering die het gezag uitoefent
Rechtstaat = zowel burgers als de overheid moeten zich aan de wet houden
2
,Grondwet = begint met grondrechten (fundamentele rechten van de mens die burgers
hebben ten opzichte van de overheid) de macht van de overheid wordt hierdoor
beperkt.
Klassieke grondrechten = overheid mag geen inbreuk maken, tenzij een andere
wet dit toelaat. Kan eventueel voor de rechter worden afgedwongen.
o Rechten die de burgers tegen de macht van de overheid beschermen
Sociale grondrechten = legt de overheid een bepaalde taak op. Worden bijna
nooit afgedwongen voor de rechter.
o Rechten over bescherming door de overheid, ze moeten ervoor zorgen dat alle
burgers een goed bestaan hebben
We hebben 24 grondrechten.
Organieke wetten = een andere bron voor het staatrecht. Wet waarvan het bestaan
uitdrukkelijk door de grondwet is voorgeschreven. Deze wetten worden organiek genoemd,
omdat zij betrekking hebben op de organen, de organisatie van de Staat en zijn
onderdelen.
Bijv. de Gemeentewet, de Kieswet, de Rijkswet op het Nederlanderschap, de
Vreemdelingenwet, de Algemene wet bestuursrecht en de Ambtenarenwet
3 kenmerken van een democratie:
1. Vrije verkiezingen
o Kiesrecht
2. Een parlementair stelsel
o Betrekking tussen regering en parlement
o Om te regeren moeten de regering steun hebben van het parlement
(vertrouwensbeginsel)
o Als er geen vertrouwen is in een bewindspersoon of kabinet spreekt de Kamer
een motie van wantrouwen uit bewindspersoon of het kabinet wordt naar
huis gestuurd
Gevolg: volksvertegenwoordiging heeft de hoogste macht
3. Respect voor de grondrechten
Andere indelingen
Indeling naar onderwerp = er ontstaan specialismen zoals jeugdrecht en het
gezondheidsrecht (rechtsregels die over hetzelfde onderwerp gaan worden bij elkaar
gebracht)
Indeling naar materieel en formeel recht
o Materiaal recht = inhoud van de rechten en plichten
3
, Bijv. koper moet koopprijs betalen en moet de verkoper het boek
leveren
o Formeel recht/proces recht = regels over de wijze waarop het bepaald
proces gevolg moet worden
Bijv. als de verkoper het boek niet wil leveren, hoe kan de koper de
verkoper alsnog tot levering van het boek dwingen (via de rechter)
Verdeling van de overheidsmacht
Trias politica (hieronder:)
Wetgevende macht en bestuur
Wet in materiële zin = algemeen verbindende voorschriften
o alle voorschriften gelden in een onbepaald aantal gevallen voor een onbepaald
aantal deelnemers (de wet geld voor iedereen)
o van wie de wet afkomstig is doet er niet toe
Wet in formele zin = wet die door
samenwerking van de regering en Eerste en
Tweede kamer tot stand is gekomen (formele
wetgever)
zegt niks over de inhoud, maar
alleen iets over de herkomst
Omdat er in Nederland verschillende organen zijn die
bevoegd zijn om wetgeving te maken is het
belangrijk om te weten welke regel voorrang heeft als
meerdere wetgevers regels gemaakt hebben. Deze hiërarchie is als volgt:
1) Verdragsrecht en het Europees gemeenschapsrecht
2) Grondwet
3) Wetten in formele zin (regering en Staten-Generaal)
4) Algemene maatregelen van bestuur (regering)
5) Ministeriële regelingen (minister)
6) Provinciale verordeningen (Provinciale Staten)
7) Gemeentelijke verordeningen (Gemeenteraad)
Rechtspraak
Absolute competentie = welke soort rechter hiërarchisch bevoegd is om over een
bepaalde zaak te oordelen
De rechtbank is bevoegd om te oordelen over privaatrechtelijke, strafrechtelijke en
bestuursrechtelijke zaken (11 rechtbanken in NL)
Kantonrechter is bevoegd om te oordelen over vorderingen van maximaal €25.000 en over
huur- en arbeidsgeschillen.
Het gerechtshof is bevoegd om te oordelen over strafzaken en civiele zaken.
Relatieve competentie = welke rechter geografisch gezien bevoegd is.
Bijv. bij strafzaken gaat het om de plaats waar de misdaad plaats vond
Bijv. bij een normale rechtszaak gaat het om de plaats waar je zelf woont
Men kan cassatie (vernietiging van wet) instellen bij de Hoge Raad. In hoger beroep gaan.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper amberhbootje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.