Literatuur Privaatrecht
Week 1:
HO Hoofdstuk 3: 28-39, 43-45, 52-55
Rechtshandeling = handeling met beoogde rechtsgevolgen
Eenzijdige: tot stand gebracht door 1 persoon
o Niet-gericht: niet-gericht tot anderen, bijv. opmaken testament, aanvaarding
nalatenschap etc.
o Gericht: gericht tot anderen, bijv. opzegging huurovereenkomst, ontslag
Meerzijdig: tot stand gebracht door 2 of meer personen
o Eenzijdig
o Wederkerig
Totstandkoming rechtshandeling:
Dubbele grondslag: geopenbaarde wil (primair) en opgewekte vertrouwen (subsidiair)
o Geopenbaarde wil: 3:33 vereist een op rechtsgevolg gerichte wil geopenbaard door
verklaring
3:37, verklaring is in beginsel vormvrij, maar wet kan vormvereiste geven
o Opgewekte vertrouwen: 3:35, waarde aan opgewekte vertrouwen bij wederpartij
Moment van totstandkoming: genuanceerde ontvangsttheorie
o Hoofdregel: verklaring werkt vanaf het moment waarop zij degene tot wie deze is
gericht heeft bereikt (kennisneming niet vereiste)
o Nuancering: indien niet tijdig is bereikt, heeft verklaring nog steeds werking indien dit
voor risico van de geadresseerde komt
o Bewijslast voor afzender
o Verzonden verklaring kan worden ingetrokken door 2de indien deze de
geadresseerde eerder of gelijktijdig bereikt
Discrepantie tussen wil en verklaring = verklaring wijkt af van wil
Bijvoorbeeld door geestelijke stoornis (3:34), vergissing, verspreking, verschrijving,
simulatie, scherts, misverstand etc.
Beroep hierop moet worden bewezen
o Voor geestelijke stoornis: bewijs van stoornis op het moment van verklaring, verband
tussen stoornis en verklaring (vermoeden hiervan indien nadelig) dit leidt bij
stoornis tot vernietigbaarheid
Rechtshandeling is nietig, tenzij op basis van voorwaarden uit 3:35 dit door opgewekte
vertrouwen tot stand kan komen, wederpartij moet hier beroep op doen
o Gewekte schijn door de ander wat heeft geleid tot gerechtvaardigd vertrouwen
o Eventuele onderzoeksplicht voor gerechtvaardigdheid
o Derogerende werking van redelijkheid en billijkheid (6:2)
Handelingsonbekwaamheid = 3:32, algemene ongeschiktheid om eigen rechtshandelingen
te verrichten
2 Gevallen:
o Minderjarigen: 1:234, toestemming nodig van wettelijke vertegenwoordiger dat wordt
verleend voor een specifieke rechtshandeling of doel, bij gebruikelijke handelingen
wordt dit verondersteld te zijn verleend
o Onder curatele gestelden: 1:381
Enkel eigen rechtshandelingen, dus kan wel namens een ander
Rechtshandelingen van handelingsonbekwame zijn vernietigbaar 3:32
Feitelijke gedragingen kunnen nog steeds leiden tot rechtsgevolgen
,Wilsgebrek = wil en verklaring stemmen overeen, maar wil is op onzuivere wijze tot stand
gekomen
Bedreiging: 3:44 lid 2
o Bedreiging met enig nadeel in persoon of goed, gericht op betrokkene zelf of derde
o Objectieve relevantie: bedreiging moet redelijk oordelend mens kunnen beïnvloeden
o Onrechtmatig karakter: handeling zelf is onrechtmatig of bedreiging hiermee
o Causaal verband tussen bedreiging en rechtshandeling
Bedrog: 3:44 lid 3
o Hantering van een kunstgreep: opzettelijk misleidend gedrag (bijv. onjuiste
mededeling of verzwijging) en opzet om de ander hierdoor tot het verrichten van de
rechtshandeling te bewegen
o Causaal verband tussen kunstgreep en rechtshandeling
Misbruik van omstandigheden: 3:44 lid 4
o Bijzondere omstandigheden, zoals noodtoestand, afhankelijkheid, lichtzinnigheid,
abnormale geestestoestand of onervarenheid
o Misbruik: ander bevordert tot stand komen van rechtshandeling, terwijl hij weet dat
handelende door bijzondere omstandigheden tot verrichten van de rechtshandeling
wordt bewogen (kenbaarheid) en wat hij weet dat hij dit zou moeten weerhouden
o Causaal verband tussen omstandigheden en rechtshandeling
Dwaling: 6:228: wordt in H30 belicht
HO Hoofdstuk 30: 465-471, 475-481
Aanbod en aanvaarding: 6:217 lid 1: Overeenkomst komt tot stand door aanbod en
aanvaarding, moeten overeenstemmen met elkaar, wilsovereenstemming geen vereiste
Aanbod: rechtshandeling, zonder vormvereisten (3:37)
Dient alle essentiële elementen te bevatten, anders is dit slechts een uitnodiging
Geldig, nietig of vernietigbaar volgens 6:218
Na aanvaarding van het aanbod bestaat pas de overeenkomst
Verval van het aanbod:
o Door herroeping (6:219): kan niet meer na aanvaarding of na verzending van
aanvaardingsmededeling
o Door tijdsverloop: 6:221, mondeling aanbod direct, schriftelijk aanbod indien het niet
binnen redelijke termijn wordt aanvaard of 6:217 door aangegeven tijd
o Verwerping: geen aanneming (6:221) of afwijkende aanvaarding (6:225)
o Vervalt niet door overlijden of handelingsonbekwaam worden 6:222
Onherroepelijk aanbod: 6:219, door het aanbod zelf, overeenkomst of gewoonte (6:217)
Vrijblijvend aanbod: 6:219 lid 2, bij vermelding van vrijblijvend aanbod, bestaat ruime
herroepingsmogelijkheid tot zelfs na aanvaarding
Uitloving: 6:220, uitloven van prijzen etc.
o Voor onbepaalde tijd is herroepelijk aanbod
o Voor bepaalde tijd is onherroepelijk aanbod, tenzij gewichtige redenen
Aanvaarding: verandert het aanbod in een overeenkomst
Vormvrij (3:3) bepaald door de wilsvertrouwensleer (3:33, 3:35)
Moet inhoudelijk met aanbod overeenstemmen
Moet gedaan zijn op moment dat aanbod van kracht was, behalve…:
o Aanbieder kan door mededeling te late aanvaarding als tijdig laten gelden (6:223)
o Indien aanbieder begrijpt dat voor acceptant niet duidelijk was dat aanvaarding te
laat was, geldt de aanvaarding als tijdig, tenzij mededeling aanbieder (6:223)
o Aanvaarding te laat is door omstandigheden van aanbieder
6:225: Indien aanvaarding van aanbod afwijkt, geldt zij als nieuw aanbod en verwerping
van oorspronkelijke aanbod, tenzij…
o Afwijking slecht ondergeschikte punten betreft, tenzij aanbieder bezwaar maakt
, o Aanbod en aanvaarding verwijzen naar verschillende algemene voorwaarden
Dwaling = 6:228, wilsgebrek bij onjuiste voorstelling van zaken
Geldt enkel bij obligatoire overeenkomsten, maar kan analoog worden toegepast
3 vereisten:
o Dwaling, afwezigheid van juiste voorstelling van zaken
o Causaal verband tussen dwaling en tot stand komen van overeenkomst
o Aanwezigheid van een van de drie 3 dwalingsgevallen
3 dwalingsgevallen:
o Wederpartij gaf inlichting: dwaling valt te wijten aan inlichting wederpartij, tenzij
wederpartij aanname aantoont dat overeenkomst ook zonder inlichting zou zijn
gesloten
o Wederpartij schond mededelingsplicht: 4 vereisten
Wederpartij kende/moest geacht worden juiste stand van zaken
Wederpartij begreep/moest begrepen dat juiste voorstelling causaal was tot
sluiten overeenkomst
Wederpartij moest er rekening mee houden dat ander dwaalde
Naar verkeersopvatting behoorde wederpartij in te lichten
o Wederzijdse dwaling: beide partijen gingen van onjuiste voorstelling uit, moet bij
beide partijen een rol hebben gespeeld
Dwaling is niet mogelijk voor uitsluitend toekomstige omstandigheden, tenzij dit wortelt in
het heden
Dwaling voor rekening van dwalende:
o Aard van de overeenkomst: dwaling specifiek opgenomen in overeenkomst
o In het verkeer geldende opvattingen:
Onverschoonbare dwaling: dwaling aan zichzelf te wijten bijv. door schending
onderzoeksplicht, hangt af van gedrag wederpartij
Verkopersdwaling: komt voor rekening van dwalende verkoper
Rechtsgevolgen dwaling:
o Vernietigbaar met titel 3.2
o Speciale bepaling: 6:230, wederpartij of rechter kan gevolgen overeenkomst wijzigen
in plaats van vernietigen
o Geen schadevergoeding mogelijk, tenzij onrechtmatige daad
Week 2
HO Hoofdstuk 5: 88
Vordering tot nakoming = 3:296, rechter kan persoon veroordelen tot verplichting van
nakoming
Tenzij dit niet mogelijk is volgens 3:303
Tenzij dit uit wet, aard van de verplichting of rechtshandeling niet mogelijk is
HO Hoofdstuk 21: 331-332
Rechten van de schuldeiser:
Uit de verbintenis zelf: nakoming
o Nakomen van verbintenissen afdeling 6.1.6
o Verbintenissen tot betaling van een geldsom afdeling 6.1.11
o Recht op nakoming vorderen titel 3.11
Door uitblijven van nakoming: opschorting van de eigen prestatie afdeling 6.1.7
Schending van de verbintenis
o Schadevergoeding: afdeling 6.1.10
o Ontbinding van een wederkerige overeenkomst: afdeling 6.5.5