H7 Overeenkomst
7.1. Wat is een overeenkomst
Overeenkomst = meerzijdige rechtshandeling waarbij een of meer partijen jegens een of meer
andere partijen een verbintenis aangaan (6:213 BW)
Meerzijdige rechtshandeling = wilsovereenstemming van minimaal twee personen is nodig voor
totstandkoming van rechtshandeling
Schenking is een overeenkomst waarbij er wilsovereenstemming nodig is (7:175 BW)
Eenzijdige overeenkomst = meerzijdige rechtshandeling bestaande uit een verbintenis (bv schenking)
Wederkerige overeenkomst = meerzijdige rechtshandeling bestaande uit twee verbintenissen (bv
koop). (Boek 6, afd. 5, 6:261 e.v. BW) staan wetten enkel van toepassing op wederkerige
overeenkomst. Rest van BW 6 geldt voor beide. Ook BW 3, titel 2 is van toepassing, tenzij ze worden
uitgesloten door bijzondere bepalingen; bijzondere regel zet algemene regel opzij.
7.2. Totstandkoming van een overeenkomst
Overeenkomst komt tot stand doordat iemand en ander een aanbod doet en die ander het
accepteert (6:217 BW)
Aanbod = eenzijdige gerichte rechtshandeling / wilsverklaring
Uitnodiging tot het doen van een aanbod = aanbod waarbij enkele elementen zoals prijs ontbreken.
Dit geldt niet voor koop: bij koopovereenkomst zonder prijs ben je het redelijke verschuldigd (7:4
BW)
Geldig aanbod bevat een zaak die zal worden verkocht tegen een bepaalde prijs (koop is
uitzondering). Bij de verkoop van een huis is het een uitnodiging ter onderhandeling aangezien er
nog veel moet worden vastgelegd.
Aanbod blijft van kracht zolang het niet is herroepen en mag niet meer herroepen worden als het is
geaccepteerd of de aanvaarding heeft verzonden (6:219 lid 2 BW).
Mondeling aanbod moet gelijk worden aanvaard anders verliest het zijn kracht (6:221 lid 1 BW)
Schriftelijk aanbod verliest zijn kracht na redelijke termijn (6:221 lid 1 BW)
Is in het aanbod een termijn opgenomen, dan verliest het zijn kracht na gestelde termijn (6:219 BW).
Zolang deze termijn loopt is er sprake van onherroepelijk aanbod (6:219 lid 1 BW). Bij verzending
aanvaarding binnen termijn is het ook geldig.
Aanbod verliest kracht wanneer het wordt afgewezen of gedeeltelijk geaccepteerd (6:221 lid 2 BW)
Bijzondere varianten:
Vrijblijvend aanbod = kan aanbod na aanvaarding herroepen als dit zonder vertraging gebeurt (6:219
lid 2 BW)
Onherroepelijk aanbod = Aanbod dat binnen een bepaalde termijn niet herroepen mag worden.
Supermarkt schrijft ‘zolang voorraad strekt’, anders zijn ze verplicht te leveren.
Een aanbod is onherroepelijk als dit door de aanbieder zo is bepaald, maar kan ook uit aanbod zelf
voortvloeien.
Optierecht = onherroepelijk aanbod, huurder of pachter heeft eerste recht een bod te doen wanneer
gehuurde huis wordt verkocht (6:219 lid 3 BW)
,Aanvaarding = wilsverklaring die aansluit op het aanbod een overeenkomst tot stand te brengen.
Zodra aanbod is geaccepteerd kan aanbieder niet meer terugkomen op aanbod (6:219 lid 2 BW)
Wanneer aanbod te laat is aanvaard komt overeenkomst niet tot stand, tenzij aanbieder de
aanvaarding direct accepteert (6:223 lid 1 BW). Is er onduidelijkheid over aanbodtermijn dan is
aanbieder gebonden tenzij hij direct aan aanvaarder laat weten dat aanbod is vervallen (6:223 lid 2
BW).
Bij mondeling aanbod komt overeenkomst tot stand zodra wederpartij die heeft aanvaard.
Bij schriftelijk aanbod geldt overeenkomst wanneer die de tegenpartij bereikt (3:37 lid 3 BW)
Ontvangsttheorie = een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring moet om haar werking te
hebben die persoon hebben bereikt (6:224 BW).
Intrekking van aanbod moet gebeuren voordat de verklaring de geadresseerde heeft bereikt (3:37 lid
5 BW). Herroeping is niet meer mogelijk nadat de tegenpartij heeft aanvaard en een mededeling
betreffende de aanvaarding heeft verzonden (6:219 lid 2 BW)
Wanneer een elektronische overeenkomst tot stand komt hangt af of het een aanbod is of
uitnodiging tot aanbod. Bij aanbod is het bindend wanneer er een ontvangstbevestiging is gestuurd
door aanbieder. Aanvaarding van uitnodiging tot aanbod is niet geldig als hier niet op wordt
gereageerd door aanbieder (6:227c lid 2 BW).
Voor elektronische aanbieder geldt dat er verplichting is tot aanbieden verplichte informatie. Ook
verplicht duidelijke en ondubbelzinnige informatie te geven over prijzen met nadrukkelijke
vermelding verzendkosten en belastingen (3:15d BW). In 6:227b lid 1 BW zijn nog verdere
verplichtingen opgenomen. Overeenkomst zonder gegevens van sub a, c of d is nietig (6:27b lid 4
BW). Ontbreken van overige gegevens, dan wordt er uitgegaan van een vermoeden dat de
overeenkomst onder invloed van het ontbreken van juiste informatie tot stand is gekomen (6:227b
lid 4 BW). Wederpartij kan ook bij ontbreken van gegevens uit sub b en e, zolang leverancier dit niet
heeft aangeleverd, de overeenkomst ontbinden (6:227b lid 5 BW).
Vormvoorschrift = wet eist schriftelijke tot standkoming (6:226 BW). Elektronische overeenkomst is
dan geldig wanneer het is te raadplegen en authenticiteit, moment van totstandkoming en identiteit
met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld (6:227a lid 1 BW). Voor notariële of rechtelijke
overeenkomst geldt dit niet (6:227a lid 2 BW).
7.3. Inhoud van de overeenkomst
Contractvrijheid = partijen palen zelf in eerste instantie de vorm en inhoud van hun contract. Dit
wordt begrensd door regels van dwingend recht, openbare orde en goede zeden (3:40 BW)
Goede zeden = burgerlijke moraal
Openbare orde = maatschappelijke belangen
Contract dat geheel of gedeeltelijk wat betreft inhoud of vorm in strijd is met dwingende
wetsbepalingen is nietig. Bijvoorbeeld niet nakomen bepalingen concurrentiebeding (7:653 BW)
7.3.1. Factoren die de inhoud van de overeenkomst bepalen
Inhoud overeenkomst wordt bepaald door (6:248 lid 1 BW):
- Hetgeen partijen hebben afgesproken, rekening houdend met:
o Letterlijke bewoording
o Bedoelingen achter bepalingen
o Vertrouwensbeginsel = iemand mag erop vertrouwen datgene wat wederpartij heeft
verklaard in overeenstemming wat met wat hij wilde (3:35 BW).
, - Regels van regelend (aanvullend) recht , contractrecht bestaat voor groot deel uit aanvullend
regelend recht. Dit betekent dat wet geldt wanneer partijen hier niks over hebben vermeld of
van zijn afgeweken. Voorbeeld is tijde van betaling (7:26 lid 2 BW).
- Gewoonterecht, als er geen afspraak is gemaakt ga je uit van wat gebruikelijk is.
Voorbeelden zijn 7:618 BW (loon arbeidsovereenkomst) en 7:4 BW (prijs van koopovk.)
Gewoonterecht kan aanvullend recht opzijzetten.
- Redelijkheid en billijkheid, partijen zijn verplicht zich naar de eisen van redelijkheid en billijkheid
te gedragen (6:2 lid 1 BW, aanvullende werking). Bepaling is niet van toepassing wanneer het
hiermee in strijd is (6:2 lid 2 BW, beperkende/uitsluitende werking).
Derogerende werking = de wet opzijzetten. Dit kan bijvoorbeeld zorgen dat er op een
Exoneratiebeding geen beroep mag worden gedaan.
Rechtswerking = iemand door zijn gedrag een hem toekomende contractuele bevoegdheid
verspeelt. Dit is alleen van toepassing als praktijkafspraak, gewoonterecht en regelend recht niet
voldoende zijn.
7.3.2. Onvoorziene omstandigheden
Partij kan beroep doen om onvoorziene omstandigheden (6:258 BW). Dit is alleen van toepassing als
de wederpartij naar redelijkheid en billijkheid de instandhouding van de overeenkomst niet mag
verwachten. Is het een voorziene omstandigheid -> dan behoort het tot risico van ondernemer.
Beroep op ontbinding van de overeenkomst op grond van onvoorziene omstandigheden kan
contractueel niet worden uitgesloten. Het is dwingend recht (6:250 BW).
7.3.3. Precontractuele fase
Precontractuele fase = fase voordat de overeenkomst tot stand komt. Onderhandelingsfase. Binnen
deze fase gelden regels van redelijkheid en billijkheid. (Wetgeving allemaal jurisprudentie).
Als regel voor schadevergoedingsplicht dat je onderhandeling mag verbreken, tenzij wederpartij op
gerechtvaardigd vertrouwen ervan uit kon gaan dat het tot stand ging komen. Onvoorziene
omstandigheden kunnen ervoor zorgen dat het alsnog rechtvaardig is.
7.3.4. Standaardregelingen
Standaard regelingen = wet in materiele zin, voor iedereen bindend (6:214 BW). Regels die van
toepassing zijn op partij, gesteld door regering, en doorgelden in overeenkomst. Standaardregeling
mag van wet afwijken zoals dat ook voor gemaakte afspraken van partij geldt. Dit kunnen branche
gerelateerde regelingen zijn.
7.3.5. Algemene voorwaarden
Algemene voorwaarden = bedingen die door een van de partijen, de gebruiker genoemd, gereld in
overeenkomsten zijn of zullen worden gebruikt (6:231 sub a/b BW). Mag geen kernbeding (zonder
dit geen overeenkomst) bevatten.
Voor elektronisch contract: Algemene voorwaarden moeten goed kenbaar zijn gemaakt, partij moet
kunnen opslaan en nalezen (6:234 lid 2 BW). Kan dit niet, dan moeten voorwaarden langs
elektronische weg beschikbaar worden gesteld/toegezonden. Er zijn enkele regelingen wat betreft
algemene voorwaarden (6:231 e.v. BW), men mag niet van dit dwingend recht afwijken anders is
overeenkomst nietig (6:246 BW).
Twee manieren van bescherming van wederpartij tegen algemene voorwaarden:
- Vernietiging van (een beding van) de algemene voorwaarden (kan als aanvaard/gebonden is)
o Als het onredelijk bezwarend is gelet op overeenkomst en belangen (6:233 sub a BW).
o Wederpartij geen redelijke mogelijkheid gehad om kennis te nemen van AV (6:233 sub b BW).
In artikel 6:234 BW is opgenomen wanneer je hieraan voldoet.