Publiekrecht 3: Europees recht
WEEK 1 LES
Soevereiniteit: in essentie gaat soevereiniteit over de zelfbeschikking van staten. Een staat
is soeverein wanneer hij binnen zijn grondgebied het hoogste gezag voert.
Verdrag
Statuut van Koninkrijk der Nederlanden
Interne markt (art. 26 lid 2 VWEU (TFEU)): ruimte zonder binnen grenzen met vrij verkeer
van
- Goederen: art. 28-37 VWEU: “een goed is een …in geld waardeerbare zaak
(handelswaarde) …die het voorwerp kan vormen van handelstransacties”
Tastbaar?
Enkel positieve waarde?
Zowel tarifaire (niet verplicht) als non- tarifaire belemmeringen (verplicht) zijn
verboden!
- Personen: art. 45-55 VWEU, EU-burgers (art. 20 VWEU)
Niet marktburgers economisch inactief (student of gepensioneerd)
Marktburgers economisch actief
Werknemer
Dienstverlener vs. dienstontvanger
- Diensten: art. 56-62 VWEU: bv commerciële diensten
- Kapitaal: art. 63 VWEU: kapitaal en betalingsverkeer
Voordelen van de interne markt:
1. Meer banen, groeimogelijkheid (welvaart gaat omhoog)
2. Geen invoerkosten
Nadelen van de interne markt:
1. Geen controle meer op de grenzen, makkelijker smokkelen
2. Verschil in salarissen tussen verschillende landen
Kwalitatieve invoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking zijn tussen de
lidstaten verboden: art. 34 VWEU (Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie).
Je mag geen extra belastingen heffen: art. 110 VWEU, soms zijn er uitzonderingen, zie
jurisprudentie. Maatregel van Gelijke Werking MGW (Dassonville-arrest 1974).
Wederzijdse erkenning: er mag geen discriminatie plaatsvinden, bij afwezigheid van
harmonisatie (diploma gelijk)
Oorsprongslandbeginsel: je hebt alle rechten als Europeaan als in je eigen land (NL).
Subsidiariteitsbeginsel: Europa mag alleen regelen wat ze op Europees niveau
moet/kunnen regelen.
,Hoofdstuk 1 Leerdoelen
- Weet welke internationaalrechtelijke aspecten betrokken zijn bij de Europese
Unie;
Het internationale recht regelt de betrekking tussen staten. Staten kunnen afspraken
met elkaar maken door verdragen te sluiten.
- Kan de begrippen intergouvernementeel, supranationaal uitleggen;
Gouvernementele organisaties= samenwerkingsverband tussen staten, de oprichting
gebeurt in een verdrag.
Intergouvernementele organisatie= lidstaten staan geen soevereiniteit af. Dit is een
samenwerking tussen de lidstaten. Lidstaten geven weinig macht aan de organisatie,
omdat ze zelf willen bepalen wat er gebeurt. Alle beslissingen worden hoofdzakelijk
door de staten gezamenlijk genomen. De staatssoevereiniteit wordt dan niet, of maar
een klein beetje overgedragen. Internationale Telecommunicatie-Unie.
Supranationale organisatie= wanneer lidstaten wel beslissingsbevoegdheid afstaan
aan de organisatie, zoals in de Europese Unie. Lidstaten staan vrijwillig een gedeelte
van hun beslissingsbevoegdheid af aan een internationale organisatie. Zij accepteren
dat de organisatie regels vaststelt waar zij zich aan moeten houden. De
supranationale organisatie staat boven de lidstaten.
- Kan uitleggen wat staatssoevereiniteit is en hoe deze kan worden beperkt;
Staatssoevereiniteit= het hoogste gezag rust bij de staat zelf, andere staten kunnen
niet bepalen hoe dat land zijn regelgeving vormgeeft. Dit kan op twee manieren:
1. Soevereiniteit vrijwillig overdragen: de staat kan beslissen om (een gedeelte) van
de beslissingsbevoegdheid over te dragen aan bv. een internationale organisatie.
Het overdragen hoeft niet permanent te zijn. In de EU kunnen landen hun
lidmaatschap opzeggen om hun staatssoevereiniteit te hernemen.
2. Soevereiniteit onvrijwillig beperken: als de bevoegdheid uit handen wordt
genomen. Als een staat wordt binnen gevallen door een machtigere staat en het
macht overneemt. Dit kan op twee manieren: militair ingrijpen van een
onafhankelijke staat of mandaat, dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
heeft afgegeven om een land binnen te vallen.
- Kan uiteenzetten wat de doelstellingen van de Europese Unie zijn;
Vrede en welzijn: middel hiervoor= economische integratie. Wanneer lidstaten
economisch samenwerken, zorgt dit er voor dat lidstaten met elkaar verweven raken.
Economische integratie dient voor: economisch doel, economie versterken. Maar ook
worden conflicten tussen lidstaten eerder op diplomatieke wijze opgelost, dus minder
snel oorlog want je hebt elkaar nodig.
Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht: burgers van de EU mogen over het algemeen
in alle lidstaten verblijven om te werken, studeren of genieten van hun pensioen. Dit
kunnen illegalen of criminelen ook, dus zorgt EU voor een beleid dat
, grensoverschrijdende criminaliteit en illegale migratie bestrijdt. Justitiële
samenwerking en gemeenschappelijk beleid op het gebied van asiel en immigratie.
Interne markt: maakt het mogelijk dat er steeds meer gehandeld wordt tussen
bedrijven die in de lidstaten zijn gevestigd, dat er meer mensen over de grens gaan
om te werken en dat iedereen overal in de EU kan investeren. De nationale markten
moeten geïntegreerd worden tot één gemeenschappelijke markt, waarin alle
bedrijven en personen dezelfde kansen en mogelijkheden hebben.
Economische en Monetaire Unie: Monetair beleid: gemeenschappelijke munt, euro.
Voordeel: door dezelfde munt is het makkelijker om prijzen te vergelijken met andere
lidstaten, dit stimuleert de handel. Ook zijn er geen kosten die gemaakt worden voor
het omzetten van valuta. Internationale transacties kunnen daardoor makkelijker
gedaan worden. Supranationaal karakter.
Economisch beleid: blijft grotendeels verantwoordelijk van de lidstaten en heeft een
intergouvernementeel karakter. De nationale regeringen moeten hun economisch
beleid wel coördineren met het oog op de gezamenlijke doelstellingen van stabiliteit,
groei en werkgelegenheid in de eurozone.
Beschermen van mensenrechten: niet alleen economisch samenwerkingsverband,
maar ook sociale vooruitgang. Zoals: gelijke kansen en toegang tot arbeidsmarkt,
eerlijke arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming.
De EU heeft twee instrumenten om de doelstellingen te bewerkstelligen:
1. Negatieve integratie: EU gaat over tot het uitvaardigen van verboden (“je mag
niet”), bv: het is voor nationale overheden verboden om van werknemers uit
andere lidstaten van de EU te eisen dat ze eerst een werkvergunning moeten
aanvragen.
2. Positieve integratie: EU gaat over tot het uitvaardigen van geboden (“je moet”)
Het doel is om nationale regelgeving van de lidstaten te uniformeren, of te
harmoniseren. Bv: overheden zijn verplicht om de diploma’s die werknemers in
andere EU-lidstaten hebben behaald te erkennen, dit zorgt namelijk voor
bevorderen van vrij verkeer van werknemers.
- Kan uitleggen wat het begrip interne markt inhoudt;
Interne markt is de ruimte zonder binnengrenzen. Europese wetgeving zorgt ervoor
dat steeds meer belemmeringen verdwijnen.
1. Regels op het gebied van vrij verkeer: vrij verkeer van personen, goederen,
diensten en personen. Handelsstroom tussen lidstaten mag niet belemmerd
worden.
2. Verbod op staatssteun: een dergelijke subsidie kan de interne markt schaden,
doordat het oneerlijke concurrentie creëert. Geven van staatssteun is in de EU
daarom verboden.
3. Mededingingsrecht: Verbod op kartels en verbod op het misbruik maken van een
machtspositie (=samen het Europese mededingingsrecht).
Kartelvorming: bedrijven kunnen met hun marktgedrag de interne markt
verstoren. Zij kunnen afspraken maken met elkaar maken over de prijs die ze
voor hun producten vragen, waardoor de concurrentie wordt beperkt en
consumenten teveel betalen.
Machtspositie: bedrijven met een machtspositie hebben geen last van
concurrentie en kunnen van deze positie misbruik maken door te hoge prijzen te