Samenvatting van Hoofdstuk 8 en 9 van Geschiedeniswerkplaats VWO 4 tot 6. Alle hoofdstukken komen aan bod, en hiermee ben je goed voorbereid voor je toets of examen.
Samenvatting Geschiedenis H8 en H9
8.1 De industriële revolutie
Vanaf 1800 veranderde de manier waarop werk werd gedaan. Eerst ging alles met de hand,
maar in Groot-Brittannië ontstonden de eerste stoommachines. Er werden al snel fabrieken
gebouwd waar een stoommachine veel andere machines aandreef. Deze ingrijpende
verandering wordt de industriële revolutie genoemd.
De industrialisatie kwam na een tijdje ook in de VS, Europa en Japan terecht. Het was de
grootste verandering in het leven van mensen sinds het ontstaan van de landbouw. De
periode vanaf 1800 tot nu wordt daarom ook de moderne tijd genoemd.
Ook ontstond de industriële samenleving. De meeste mensen woonden in de stad en
werkten in de industrie. Steden werden snel groter. Veel boeren verhuisden naar de stad om
in fabrieken te gaan werken. Er ontstonden ook klassen van industriearbeiders en
kapitalisten die belegden in de industrie. Hiertussen was een middenklasse met bijv.
ambtenaren, artsen en winkeliers.
De industriële revolutie ontstond in de textielnijverheid. Er werd katoen uit India
geïmporteerd. Al snel werd de vraag groter en werden er nieuwe machines uitgevonden
zoals werktuigen die werden aangedreven door water en weefgetouwen en spinnenwielen
die op stoom gingen draaien. De stoommachine werd eerst gebruikt in de mijnindustrie om
water weg te pompen. Toen bouwde James Watt een betere versie met wielen die in
beweging gezet werden. Dit was handig voor veel industrieën.
Alles kon toen veel sneller en beter. De Britten gingen opeens allemaal katoen dragen en er
werd ook heel veel katoen geëxporteerd naar India en Zuid-Amerika. De grondstoffen
werden verkregen doormiddel van slaven in de VS. Ook de winning van ijzer ging vooruit, de
machines moesten namelijk van ijzer gemaakt worden. Alles ging dus sneller en beter door
de Industriële revolutie.
Landbouwproductie ging ook omhoog om iedereen nog te kunnen voorzien van voedsel.
Nieuwe methodes kwamen er om meer mensen te kunnen voeden. Daarom groeide ook de
bevolking. Ook werden er medicijnen uitgevonden tegen besmettelijke ziektes. Minder
mensen stierven daarom. Dit is de medische revolutie. Ook de transportrevolutie kwam. Er
moesten namelijk meer goederen vervoerd worden. Er kwamen kanalen en goede wegen.
En in 1830 een eerste spoorlijn, waar later heel GB mee vol zou liggen. Door deze treinen
moesten er weer nieuwe dingen geproduceerd worden, alles greep dus in elkaar.
Rond 1850 was GB de ‘werkplaats’ van de wereld. Heel veel kwam er vandaan. Na 1890
veranderde er opnieuw heel veel dat er sprake was van een tweede industriële revolutie.
Duitsland en de VS namen de rol van GB hierbij een beetje over. De staal, chemische en
elektrotechnische industrie waren de belangrijkste. Staal was beter dan ijzer, de komst van
elektriciteit bracht straatverlichting, telefoon en gloeilamp en er ontstonden nieuwe
medicijnen. Bedrijven werden ook steeds groter. Bedrijven namen eigen uitvinders in dienst
, en werkten veel aan verbetering van producten. Industrialisatie bleef ook doorgaan door de
concurrentie.
8.2 Politiek-Maatschappelijke stromingen
Na de ondergang van Napoleon werden er in het Congres van Wenen afspraken gemaakt
zodat Frankrijk niet opnieuw voor onvrede kon zorgen. Stukken land van Frankrijk werden
verdeeld. Nederland werd weer een Monarchie met Willem I als koning. Grote landen als
GB, Oostenrijk, Pruisen en Rusland gingen samen de vrede handhaven, al snel kwam
Frankrijk hierbij. Er bleef toen lang vrede.
Koning en edelen hadden veel macht, politiek-maatschappelijke stromingen vonden dit niks
en wilden deelnemen aan het bestuur. Het liberalisme was toen erg gewild onder de
burgerij. Ze wilden een grondwet die de macht van de koning beperkte en persvrijheid en
burgerrechten garandeerde. Het volk moest ook mee kunnen regeren en voor iedereen
moest de wet gelijk zijn. Vrijheid was belangrijk, ook voor de economie.
Nationalisten waren tegen de bestaande orde, ze hadden liefde voor hun eigen volk en
vonden dat volken recht hadden op een eigen staat. Ze moesten zelf kunnen beslissen over
dingen. In landen waar geen staat was, was het nationalisme erg geliefd. Door de
democratische revolutie kwam ook het idee dat bij volken een eigen taal, cultuur en
geschiedenis hoort.
Hier tegenover stond het conservatisme. De stroming die de historisch gegroeide
omstandigheden zo wilde houden. Vrijheid en gelijkheid waren gevaarlijk. Ze vonden het het
beste dat de macht bij de mensen ligt waar het in die tijd lag. Mensen van adel waren dus
vaak conservatief.
Door het verzet tegen monarchieën hield het Congres van Wenen geen stand, er kwam
onrust. Er kwamen rellen, en onder andere werd België een onafhankelijk koninkrijk. Een
heftige volksopstand in 1848 in Parijs stopte de Franse monarchie. Het werd een republiek.
In andere grote steden in Europa kwamen ook opstanden. Machthebbers wisten de orde te
herstellen en veranderingen bleven beperkt. Toch werd er steeds meer geluisterd naar het
volk. In het Duitse gebied gebruikte Bismarck het nationalisme om Duitsland onder leiding
van Pruissen te krijgen doormiddel van nationale gevoelens. Hij won drie oorlogen en zorgde
er daarmee voor dat mensen het goed vonden dat Duitsland zich zou aansluiten bij Pruissen,
waar hij leiding over had. Pruissen ging met alle losse stadstaten en monarchieën op in
Duitsland, met Bismarck als rijkskanselier. Andere volken die in landen leefden kregen ook
nationalistische gevoelens en wilde eigen land, en zochten bondgenoten om hiervoor te
zorgen. Rusland hielp de ‘Slavische broedervolken’ als Servië hierbij.
Het socialisme was de stroming van de arbeiders. Ze wilden gelijkheid. Door de
massabeweging ontstond de SDP, de Duitse socialistische partij. Ze wilden door een
revolutie/opstand de staat overnemen. Waarna iedereen gelijk behandeld zou worden.
Internationaliteit was ook belangrijk, het socialisme was dus een vijand van het
nationalisme. Anarchisten wilden helemaal geen overheid, dus niet de staat overnemen,
maar vernietigen. De Rus Michaïl Bakoenin was de aanvoerder en wilde door terroristische
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Jacodj. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.