Interculturele communicatie
Kennisclip 1: Cultuur
(Hoofdstuk 1)
- Wat is cultuur?
= Afgeleid van het Latijnse woord ‘cultura’
= De gemeenschappelijke wereld van betekenissen en gewoonten die een bepaalde sociale
groep kenmerkt (cultuur als sociaal construct)
Interculturele communicatie = De communicatie waarin expliciet aandacht is voor de
culturele factoren die van invloed zijn op de communicatie
- Cultuur of subcultuur?
Collectieven = Mensen worden geboren, groeien op, leven en werken in allerlei sociale
groepen. Sommige van deze collectieven zijn niet zelf gekozen (familie, etnische groep,
religieuze gemeenschap, geboortestad/streek/land). Anderen collectieven zijn hun eigen
keuzen (verenigingen, clubs, vrienden, gamegroep, dansclub)
Binnen elk van deze collectieven bestaat een min of meer gestructureerde sociale orde,
het samen leven en werken verloopt op een bepaalde wijze, om dit mogelijk te maken wordt
binnen elk collectief een cultuur voortgebracht (taal, kennis, gewoonten, beschouwing,
symbolen)
Hierdoor kent elke sociale groep min of meer zijn eigen cultuur, er zijn evenveel culturen
als collectieven (familiecultuur, jongerencultuur, beroeps-cultuur)
De invloed van deze ‘subculturen’ kan ook meer bepalend zijn dan bijvoorbeeld de
algemene nationale cultuur (bv. religie)
- Multicollectiviteit en multiculturaliteit
Iedere persoon kenmerkt zich door multicollectiviteit en multiculturaliteit, zij/hij kan deel
uitmaken van een familie, buurt, opleiding, vriendenclub, geloofsgemeenschap. Dit doordat
alle collectieven (oftewel groepen), waarvan mensen deel uitmaken zich kenmerken door
een zekere cultuur. Aan elk sociaal verband kan een identiteit worden ontleend (student,
jongeren, homo, hipster, Belg of Amsterdammer):
1. Multicollectiviteit = Verzameling mensen tussen wie geen indirecte interactie plaatsvindt
maar op de grond van gemeenschappelijke waarden of een gelijke sociale situatie een
gevoel van solidariteit ontstaat
2. Multiculturaliteit = Bestaande uit elementen van verschillende culturen
Door dit lidmaatschap van verschillende sociale verbanden/culturen en de identiteit die
mensen hieraan ontlenen kenmerkt zich ieder zich door multicollectiviteit en multiculturaliteit
Kijkend naar het collectief kunnen we stellen dat deze zowel homogeen als heterogeen
is;
1. Homogeen = Is datgene wat de leden met elkaar delen en waarin ze zich onderscheiden
van andere collectieven. In een familie is het homogeen collectieve bijvoorbeeld: de
familiegeschiedenis, de verhoudingen tussen familieleden, bepaalde gewoonten en tradities.
2. Heterogeen = Zijn de eigenschappen waarin de leden van een groep van elkaar afwijken.
Zo heeft ieder familielid een unieke persoonlijkheid, heeft zijn eigen vrienden, en heeft een
individuele beleving en invulling van het collectief gemeenschappelijke in de familie.
- Inhoud van een cultuur
Volgens Hofstede omvat ‘cultuur’ 4 elementen:
1. De taal = de taal die mensen hanteren binnen het collectief dat ze bekeren
2. De kennis = de kennis die mensen van de wereld om hun heen hebben en de manier
waarop ze dit vergaren (alledaagse kennis = hoe gaat het eraan toe? En heersende
algemene opvattingen = man/vrouwrollen, geloof, onderwijs etc)
3. De waarden en normen = de waarden en normen die ze hanteren
4. De symbolen, rituelen en helden = de symbolen, rituelen die ze hebben en de helden
die ze hebben binnen het collectief
1
,- Opbouw van een cultuur (Dodd)
Cultuur is opgebouwd uit verschillende lagen, Dodd
verdeelt componenten over 3 lagen;
1. Kern = de identiteit (waarden en overtuigingen)
Meest duurzaam!
2. Midden = uitingsvormen (culturele activiteiten, hoe
doen we dingen, gewoontes, rituelen en symbolen)
3. Buitenring = producten van cultuur (instituten, hoe
hebben we dingen geregeld, economie,
gezondheidszorg, politiek, onderwijs)
Meest veranderlijk!
- Werking van cultuur
Cultuur bepaalt wat je opvalt, waar je aandacht aan besteedt en wat blijft hangen, hoe
ordent en wat je ergens wat van vindt
Je kan op verschillende manieren naar de wereld en cultuur kijken, een culturele bril van
de wereld bepaalt sterk hoe mensen dingen waarnemen en interpreteren (betekenis aan
toekennen)
Oftewel de menselijke waarneming en het handelen als gevolg van die waarneming zijn
cultureel bepaald
Een culturele bril van de wereld betekent dat je een geheel van interpretatiekaders
meekrijgt waarmee je kunt oriënteren in verschillende situaties, cultuur is dan een ‘reservoir’
van kennis waaruit je kunt putten om de werkelijkheid waar te nemen, te begrijpen, en te
hanteren en vervolgens interpreteren Hierbij geef je betekenis aan wat je hebt
waargenomen op basis van je ‘waardes’ en ‘beliefs’ en hierdoor kan ook weer kans op
misinterpretatie ontstaan!
- Verwerving van een cultuur
Mensen verwerven hun cultuur doormiddel van enculturatie en acculturatie;
Enculturatie = het aanleren van ander culturele kenmerken, verwerven van de cultuur
waarin je leeft. Culturen zijn niet geërfd of aangeboren maar aangeleerd en het verwerven
hiervan gebeurt zowel expliciet (onderwijs, aanleren van taal en kennis) als impliciet (opdoen
van ervaringen)
Acculturatie = het proces van beïnvloeden wanneer verschillende culturele groepen
langdurig met elkaar in contact komen, hierbij neemt een groep culturele of sociale
kenmerken van een andere groep over. Hierbij zal de niet-dominanten groep het meest
veranderen
Acculturatie verwijst naar een proces van verandering in de culturele oriëntatie door
migratie en de daarmee samenhangende langdurige en voortdurende contact tussen
groepen met verschillende culturele achtergronden
Verandering in culturele oriëntatie vinden in principe plaats met alle groepen die met
elkaar in contact treden, de grootste verandering van cultuurpatronen treedt meestal op bij
een groep die in de minderheid is. Deze minderheidsgroepen zien zich in het algemeen het
acculturatieproces voor 2 vragen;
1. Wat en hoeveel wensen de leden van de groep van hun eigen cultuur te behouden?
(cultuurbehoud)
2. Wat willen ze overnemen van de cultuur van de meerderheidsgroep en in welke mate?
(aanpassing)
Deze 2 aspecten van acculturatie (behoud vs. overnemen) zijn niet 1 op 1 met elkaar
verbonden, hoe wenselijk of onwenselijk je het vindt om je cultuur te behouden staat los van
de vraag in hoeverre je wenst je aan te passen aan de dominante cultuur
Cultuurbehoud en aanpassing slaat elkaar niet uit, mensen met een migratie achtergrond
hechten waarden aan cultuurbehoud als aan aanpassing
2
, - Acculturatie strategie van Berry
Het meest gebruikte model van acculturatie is die van John Berry waarbij de 2 factoren van
acculturatie gecombineerd worden tot 4 acculturatie strategieën; integratie, assimilatie,
separatie en marginalisatie.
1. Integratie = De eigenwaarde handhaven en contact met een nieuwe samenleving
aangaan
2. Assimilatie = Wanneer je de eigenwaarde niet of weinig handhaaft maar wel meedoet in
de maatschappij dan is er sprake van assimilatie
3. Separatie = Wanneer je geen contact wil met de nieuwe cultuur en je eigen waarden
behoudt
4. Marginalisatie = Op het moment dat je je eigenwaarde niet belangrijk vindt en weinig
contact hebt dan is het lastig om in de maatschappij mee te draaien
Behoud van eigen Verlies van eigen
cultuur/waarden cultuur/waarden
Oriëntatie op de samenleving Integratie Assimilatie
Geen oriëntatie op de samenleving Separatie Marginalisatie
- Handelt de persoon of de cultuur?
Door hier inzicht in te hebben kan de juiste interventie worden ontwikkeld, om hier zicht op te
krijgen kan een model van interculturele gespreksvoering worden gebruikt;
Niveau 1: menselijke natuur = We hebben allemaal dezelfde basisbehoefte (voeding,
erkenning, emoties en universele vermogens) Het is dan ook verkeerd om cultuur mee te
nemen zonder in te gaan op het onderste niveau want mensen doen niet zomaar wat.
‘Ik ben als alle mensen’
Niveau 2: cultuur = Hoe mensen omgaan en uiting geven aan hun basisbehoeften,
basisvermogens. Deze is aangeleerd door verschillende collectieven.
‘Ik ben als sommige mensen’
Niveau 3: communicatie tussen personen = Jij als persoon of persoonlijkheid vormt de
unieke combinatie tussen unieke lichamelijke en psychologische eigenschappen die je met
niemand anders deelt, deze zijn gedeeltelijk aangeboren en gedeeltelijk aangeleerd
‘Ik ben zoals geen ander’
Het gaat om de persoon en niet alleen om de cultuur maar het is de persoon die handelt
mede op basis van de cultuur
3