PSYCHOLOGEN EN PEDAGOGEN
Menstheorie B
Opleiding socialwork
Jaar 1
Semester: individu
celina lodewijks
, Erikson
Psychologische ontwikkeling
Erikson zag psychosociale ontwikkeling als een levenslang proces. Volgens zijn theorie plaatsen onze
cultuur en de maatschappij ons ons hele leven voor uitdagingen. Die uitdagingen zijn een soort
opdrachten die specifiek horen bij een bepaalde leeftijd, van jong tot oud.
Mensen doorlopen in totaal 8 levensfasen, met ieder dus een eigen typische uitdaging. Die
uitdagingen aan gaan is meestal niet gemakkelijk, waardoor Erikson het een crisis noemt. Deze crisis
kan nooit helemaal opgelost worden of helemaal onopgelost blijven. Het gaat om de mate waarin en
de manier waarop je succesvol met die uitdaging omgaat. Pas als wij de voor onze levensfase
typische crisis hebben opgelost, dan sluiten we hem af en zijn we toe aan de volgende. Komen we er
niet uit, dan loopt onze psychosociale ontwikkeling vast. De balans slaat dan door naar het negatieve
uiterste.
Het onvoldoende afsluiten van een ontwikkelingstaak heeft zijn weerslag op het volbrengen van de
ontwikkelingstaken die nog volgen. Het zal de keuzes die we daarna maken in onze sociale relaties
beïnvloeden.
Ontwikkelingstaken
levensfase Ontwikkelingstaak of crisis
Babyfase (0 – 1.5 jaar) Vertrouwen vs wantrouwen
Peuterleeftijd (1,5 – 3 jaar) Autonomie vs schaamte & twijfel
Kleuterleeftijd (3 – 6 jaar) Initiatief vs schuldgevoel
Basisschoolleeftijd (6 jaar pubertijd) Vlijt vs minderwaardigheid
Adolescentie Identiteit vs rolverwarring
Jongvolwassenheid Intimiteit vs isolement
Middelbare leeftijd Generativiteit vs egocentrisme
Ouderdom Ik-integriteit vs wanhoop
Babytijd (0-1,5 jaar)
- Vertrouwen vs wantrouwen.
- Veiligheid, geborgenheid vinden.
- Gevoel van vertrouwen groeit wanneer een baby merkt dat hij wordt geknuffeld, gevoed en
verschoond wanneer hij daar behoefte aan heeft. Zijn verzorgers bieden hem zo een ‘veilige
basis’ van waaruit de wereld kan worden verkend.
, Peutertijd (1,5-3 jaar)
- Autonomie vs schaamte & twijfel.
- + Ontwikkeling van zelfstandigheid, de wereld verkennen, dingen ‘zelf doen’ -> autonomie.
- - Te veel kritiek of bescherming leidt tot twijfel aan zichzelf en schaamte.
- Voor een goede afronding van deze ontwikkelingstaak is het erg belangrijk dat een kind zelf
keuzes mag maken, maar ook dat het zijn eigen grenzen leert kennen.
Kleutertijd (3-6 jaar)
- Initiatief vs schuldgevoel.
- + Ontwikkeling van geweten, eigen initiatieven ontplooien, zelf dingen in gang zetten.
- - Schuldgevoel -> door te hoge eisen en/of correcties.
Schoolkindtijd (6 jaar tot puberteit)
- Vlijt vs minderwaardigheid.
- + Gevoelens van competentie en zelfvertrouwen (vlijt). Door successen en aanmoediging van
anderen.
- - Laag zelfbeeld, minderwaardig voelen. Door mislukkingen, te veel kritiek of te hoge eisen.
Adolescentie (puberteit tot…)
- Identiteit vs rolverwarring.
- Vormen van eigen identiteit is de centrale taak.
- Een antwoord vinden op de vraag: ‘Wie ben ik?’
- Identiteit = een doorleefd ik-gevoel dat eenheid aanbrengt in alle belevingen.
Jongvolwassenheid
- Intimiteit vs isolement.
- + Aangaan van een langdurige, hechte, intieme relatie.
Trouwen/samenwonen of hechte vriendschap.
Jezelf openstellen voor anderen, kwetsbaar durven zijn.
- - Eenzaamheid, isolement.
Middelbare leeftijd
- Generativiteit vs egocentrisme.
- Deze levensfase is zijn/haar meest productieve periode.
- + Zorg dragen voor anderen, bijdragen aan de maatschappij = generativiteit.
Gezin stichten.
Carrière maken/nieuwe ideeën voortbrengen.
Vrijwilligerswerk.
- - Verveling, gebrek aan toekomstvisie en frustratie = stagnatie/egocentrisme.