VA toetstermen
1.1
De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie welke sales-onderzoeksmethode is toegepast:
extrapolatie (voortschrijdend gemiddelde, exponential smoothing), causaal model, opinieonderzoek
(pooling, Delphi methode, panelonderzoek, groepsdiscussie) , crowdsourcing, scenarioanalyse of
(koop)intentieonderzoek.
Extrapolatie :
is het uitbreiden van een reeks getallen met punten die buiten de reeks liggen. In het
marktonderzoek houd dat meestal in dat men gegevens haalt uit het verleden en vertaalt naar de
toekomst.
voortschrijdend gemiddelde, exponential smoothing:
het gemiddelde van een vast aantal opeenvolgende elementen in een tijdreeks. Bepaalde periodieke
verschijnselen in een tijdreeks kunnen door een geschikte keuze van de periode uitgemiddeld
worden, zodat het voortschrijdend gemiddelde het verloop op de langere termijn toont. Het is een
vorm van smoothing.
Causaal model:
Een causaal model geeft alleen oorzaken en gevolgen weer. Hierbij kunnen ook de oorzaken van
oorzaken en de gevolgen van gevolgen worden opgenomen. Het causaal model dient om mogelijke
verbanden te selecteren voor nader onderzoek.
Opinieonderzoek:
een procedure waarmee een organisatie de mening (opinie) van belanghebbenden in kaart probeert
te brengen
Pooling:
Onder pooling verstaat men het combineren van de resultaten van verschillende studies voor
statistische bewerking in een meta-analyse om te komen tot een schatting van het globale effect.
Delphi methode:
waarbij de meningen van een groot aantal experts wordt gevraagd ten aanzien van een onderwerp
waar geen consensus over bestaat. Door de antwoorden van de andere experts terug te koppelen
wordt in een aantal rondes geprobeerd tot consensus te komen.
Panelonderzoek:
ook wel doelgroeponderzoek of consumentenonderzoek genoemd, wordt gebruikt als term voor een
onderzoek onder een specifieke doelgroep bijvoorbeeld consumenten of bedrijven. Meestal wordt
een onderzoek bedoeld via een database (een panel),
Groepsdiscussie:
Een groepsdiscussie is een kwalitatieve onderzoeksmethode die uitermate geschikt is om diepgaande
informatie te verzamelen over een concept, bestaand product of een dienst.
Crowdsourscing:
gebruikt om een recente ontwikkeling aan te duiden, waarin organisaties (overheid, bedrijven,
instituten) of personen gebruikmaken van een grote groep niet vooraf gespecificeerde individuen
(professionals, vrijwilligers, geïnteresseerden)
, Scenarioanalyse:
vergelijken en anticiperen op mogelijke toekomstscenario's
Koopintentie onderzoek:
Steekproef bij consumenten om de koopplannen van een bepaald product te weten te komen.
1.2
De kandidaat selecteert voor een gegeven situatie of onderzoeksvraag een geschikte
onderzoeksmethode: panel, interview, enquête, observatie of experiment.
Panel:
ook wel doelgroeponderzoek of consumentenonderzoek genoemd, wordt gebruikt als term voor een
onderzoek onder een specifieke doelgroep bijvoorbeeld consumenten of bedrijven. Meestal wordt
een onderzoek bedoeld via een database (een panel),
Interview:
1 op 1 face to face vragen stellen en luisteren naar wat de ander te zeggen heeft. En daarop
doorvragen.
Enquete:
online programma waarin je veel vragen kan stellen en die je kan verspreiden over een grote groep.
Observatie:
observationeel onderzoek houdt in dat je gegevens verzamelt door deze zelf waar te nemen (in
plaats van bijvoorbeeld er naar te vragen of deze te raadplegen in secundaire bronnen). Vaak gaat dit
over gedrag van mensen (of dieren).
Experiment:
Bij experimenteel onderzoek ga je op zoek naar het antwoord op een onderzoeksvraag of een
probleemstelling door het uitvoeren van experimenten. Tijdens het uitvoeren doe je
waarnemingen. ... Als je de theorie niet goed begrijpt, kun je meestal geen goed experiment
opzetten.
1.3
De kandidaat geeft voorbeelden van omgevingsfactoren, omgevingsontwikkelingen of marktpartijen,
die een organisatie beïnvloeden op meso- of microniveau.
Omgevingsfactoren:
De directe omgevingsfactoren zijn alle partijen waarmee de onderneming een binding mee heeft. Dit
zijn de leveranciers, afnemers (klanten), de handelsschakels zoals groothandels en winkeliers, maar
ook de concurrentie.
Omgevingsontwikkelingen:
ontwikkelingen van je omgeving zoals vergrijzing, milieuvriendelijk.
Marktpartijen:
Alle personen en instellingen binnen de bedrijfskolom die zich bezighouden met het
voortstuwingsproces van de goederen van oerproducent naar eindgebruiker.