Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen
1.1 Grootheden en eenheden
Opgave 1
a Kwantitatieve metingen zijn metingen waarbij je de waarneming uitdrukt in een getal, meestal
met een eenheid. De volgende metingen zijn kwantitatief:
− het aantal kinderen
− het aantal jongens en meisjes
− de gemiddelde leeftijd
b Kwalitatieve metingen zijn metingen waarbij je geen meetinstrument gebruikt.
De volgende metingen zijn kwalitatief:
− jongens zijn groter dan meisjes
− jongens zijn zwaarder dan meisjes
Opgave 2
a De symbolen van grootheden en eenheden vind je in BINAS tabel 4.
I = 1,2 A
F = 80 N
P = 850 W
V = 450 m3
L = 97 dB
b De grondeenheden vind je in BINAS tabel 3A.
Ampère is een grondeenheid.
Opgave 3
a Staat m achter een getal dan is m een eenheid:
m = meter
b Is m cursief dan is m een grootheid:
m = massa
c Staat m voor een eenheid dan is m een voorvoegsel
m = milli = duizendste. (Zie BINAS tabel 2.)
Opgave 4
a De afstand is 4,9 km = 4,9 × 1000 m = 4900 m.
De tijd is 1 minuut en 38 seconden = 60 + 38 = 98 s.
4900
Dus geldt: snelheid 50 m/s
98
Opgave 5
5 Om te bepalen welke tomaten het goedkoopst zijn, moet je de prijs per kg weten.
Behalve de prijs van de tomaten moet je dus ook de massa van die tomaten weten.
© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 1 van 15
, Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen
1.2 Werken met machten van 10
Opgave 6
De wetenschappelijke notatie bestaat uit een getal met één cijfer voor de komma ongelijk aan nul
en een macht van 10.
a 10 2 10 4 106
b 10 2 10 4 10 2
104
c 104 107 103
107
d 2 103 3 10 4 6 10 7
e 4,4 105 2,5 103 =1,1 103
f 254 25,0 6,35 103
3,85 10 2 3,85
g 4
10 2 10 4 0,0154 10 6 1,54 10 4
250 10 250
h (2 10 4 ) 3 2 3 (10 4 ) 3 8 1012
Opgave 7
De wetenschappelijke notatie bestaat uit een getal met één cijfer voor de komma ongelijk aan nul
en een macht van 10.
a 4506 m 4,506 1000 4,506 103 m
b 0,00000153 m 1,53 0,000001 1,53 10 6 m
c 961 10 3 m =(9,61 100) 10 3 (9,61 10 2 ) 10 3 9,61 10 5 m
d 0,075 102 m (7,5 0,01) 102 (7,5 102 ) 102 7,5 104 m
Opgave 8
De voorvoegsels vind je in BINAS tabel 2.
De wetenschappelijke notatie bestaat uit een getal met één cijfer voor de komma ongelijk aan nul
en een macht van 10.
a 2,5 km 2,5 103 2,5 103 m
b 0,51 MPa 0,51106 5,1101 106 5,1105 Pa
c 18,5 μm 18,5 106 1,85 101 106 1,85 105 m
d 251 TJ 2511012 2,51102 1012 2,511014 J
e 33 mbar 33 10-3 3,3 101 103 3,3 102 bar
f 25 nm 25 10-9 2,5 101 109 2,5 108 m
Opgave 9
De voorvoegsels vind je in BINAS tabel 2.
a 9,4 106 9,4 μA
b 6,111012 6,11 Ts
c 1,85 108 18,5 101 108 18,5 109 =18,5 nm
of 1,85 108 0,0185 102 108 0,0185 106 0,0185 μm
d 2,36 107 23,6 101 107 23,6 106 23,6 MW of 2,36 107 0,0236 102 107 0,0236 109 0,0236 GW
© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 2 van 15