Spaanse Brabander
Opdrachten bij het eerste bedrijf:
1. Genre en personages. Maak de opdrachten a,b en c. (p. 93)
a. Leg uit wat een schelmenroman is. Wat heeft de Spaanse Brabander te maken met de
schelmenroman Lazarillo de Tormes? Haal de informatie uit de toelichting bij het eerste bedrijf.
In een schelmenroman is de hoofdpersoon een bijdehante maar goedaardige jongen die een bestaan
leidt aan de onderkant van de samenleving. De Spaanse Brabander heeft te maken met de
schelmenroman Lazarillo de Tormes, omdat een deel van de Spaanse Brabander Bredero ontleende
aan de Nederlandse vertaling van Lazarillo de Tormes.
b. Verklaar de titel van het stuk: de Spaanse Brabander. Waarom heeft Bredero voor een Brabander
gekozen? Haal je antwoord uit de toelichting bij het eerste bedrijf. Geef een citaat van Jeromilo dat je
typerend vindt voor zijn rol als Spaanse Brabander. Ook beide pronkzuchtige.
Bredero heeft voor een Brabander gekozen, ‘het Brabantse volkje lijkt namelijk nogal op de
Spanjaarden.’ ‘Jerolimo was een Brabander, maar met Spaanse trekjes.’ Jerolimo is een Brabander,
maar hij is van Spaanse afkomst.
c. Neem Robbeknol een interview af waarin hij in maximaal 150 woorden vertelt over zijn nieuw
meester. Wat denkt hij van het uiterlijk, taalgebruik en karakter van Jerolimo? Welke verwachting
heeft hij van zijn nieuwe baantje?
Interviewer: ‘Hey Robbeknol, ik heb een aantal vragen voor je over je nieuwe meester. Aller eerst,
wat was zijn eerste indruk? Hoe zag hij eruit?’
Robbeknol: ‘Mijn meester liep stijlvol naar buiten, in een broek met kwasten eraan en een
glinsterende degen aan z’n zij. allemachtig, wat ’n kwasten heb die jonker an z’n benen, wat is-ie
opgedoft, wat mooi uitgedost met dat wapen.’
Interviewer: ‘Wat vind je van de mengelmoes taal van Jerolimo?’
Robbeknol: ‘Ja, ja, ’t is ’n mooie mengelmoes, dat ken je wel zeggen. Ze hebben de Fransen,
Spanjaarden en Italianen heel wat afgekeken. De Brabanders lijken op de Engelsen of op spreeuwen,
die hebben van alles wat.’
Interviewer: ‘En hoe zou je hem beschrijven, wat is zijn karakter?’
Robbeknol: ‘Ik ben zeer dankbaar dat hij me een baantje heeft gegeven. Ik heb tot nu toe alleen nog
maar gierige meesters gehad, maar zou blijkt hij niet te zijn.’
Interviewer: ‘Laten we het hopen! Welke verwachtingen heb je van je nieuwe baantje?’
Robbeknol: ‘Ik verwacht dat ik wel genoeg ga krijgen om ’n beetje van te leven!’
Interviewer: ‘Oke, dat was het, bedankt!’
3. Stereotypen. Maak de opdrachten a en b. (p.94)
a. Leg uit waarom oorlogen de stereotypering van volkeren versterken. Waarom werden Spanjaarden
in de tijd van Bredero als 'hoofmoedig' beschouwd? Haal de informatie uit de toelichting bij het eerste
bedrijf. Motiveer je antwoord.
Oorlogen versterken de stereotypering van volkeren, omdat ze het beeld van zichzelf en van de
vijanden creëren. De landen die aan de oorlogen meededen kregen eigenschappen, Spanje had
bijvoorbeeld hoogmoedig, wellustig en wreed, maar ook voor een volk van huichelaars en profiteurs.
Dat de Spanjaarden als ‘hoofmoedig’ werden beschouwd, bestond al langer, maar werd versterkt
door de gebeurtenissen in de Tachtigjarige Oorlog.