Koster Hoofdstuk 1:
Definitie/de common sense
Op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek zouden geen externe invloeden werkzaam
zijn, en daarom zou wetenschap autonoom zijn, neutraal, onafhankelijk, maatschappelijk
waardevrij en niet normatief. Het systematisch testen van hypotheses en theorieën.
(voorbeeld op pagina 11 bovenaan).
Wetenschappelijk artikelen
Te beschouwen als schriftelijke rapportages van wetenschappelijk onderzoek, geeft een
indruk van de wijze waarop wetenschappers hun discipline beoefenen. De variatie in
onderwerpen is enorm divers, waardoor het onduidelijk is wat wetenschap nu is. Echter de
opbouw in de artikelen verschilt weinig.
1. Samenvatting, beschrijft op welke vraag het artikel een antwoord geeft, welke
methode er is gevolgd en tot welke conclusie het onderzoek heeft geleid.
2. Inleiding geeft een heldere omschrijving van de vraagstelling, beschrijft de aanleiding
en wat de relevantie is. Het geeft een overzicht van de stand van zaken in het veld
van het onderzoek.
3. Materialen en methode, denk hierbij aan beschrijving van onderzoekspopulatie,
onderzoekstechnieken, gebruikte instrumenten voor observatie, opzetten van
experiment…..Op welke wijze de gegevens statistisch zijn verwerkt. Bij een medisch
onderzoek moet vermeld worden of het gaat om een retrospective of een
prospectieve studie gaat, demografische gegevens, het nut en risico besproken
worden.
4. Bij resultaten bevat een nauwkeurige en duidelijke weergave van alle relevante
positieve en negatieve resultaten, eventueel met tabellen en grafieken. Het verband
moet steeds duidelijk zijn, er is geen plaats voor verwijzingen, commentaar of
conclusies.
5. Discussie analyseert de resultaten van het onderzoek en interpreteert deze. Is de
vraagstelling beantwoord? Ook de geschiktheid van het materiaal en methode wordt
beoordeeld, en ten derde de vraag naar validiteit, betrouwbaarheid en
representativiteit. Ten vierde worden eigen resultaten vergeleken. Ook kunnen er
suggesties gedaan worden.
6. Bij de conclusie wordt het antwoord op de vraagstelling bondig geformuleerd. Heeft
het significant effect of niet?
7. De referenties laat zien waar de aangehaalde onderzoeksresultaten gevonden kunnen
worden.
8. Het dankwoord komt ten slotte geregeld voor en geeft een indruk van het netwerk
waar de auteur zich bevindt.
De algemene opbouw spiegelt de gedachte dat wetenschap een zuiver rationele
onderneming is. Ook stijl en taalgebruik ondersteunt. Wetenschappelijke artikelen hebben
een sobere, zakelijke stijl, eenduidig en precies taalgebruik en vertonen een nauwkeurige
weergave van de onderzoeksresultaten.
,Maar wetenschap is ook een proces waarbij interpretatie, toeval, creativiteit, praktische
vaardigheid, eergevoel, debat en het zoeken naar consensus een grote rol spelen.
Scientistische visie: Er is maar één vorm van kennis, namelijk wetenschappelijke kennis, en
dat alle andere vormen van kennis ofwel herleid kunnen worden tot wetenschap ofwel het
label kennis niet waard zijn. Als het niet wetenschappelijk onderbouwd is, dan zou het niet
bruikbaar mogen zijn. Alles is wetenschappelijk te onderzoeken, en datgene niet, kan niet
bestaan.
Traditionele visie: Er zijn vele vormen van kennis, dus ook kennis van goed en kwaad, van
genade en schoonheid, van ethisch en artistiek. Ook is er kennis van menselijke natuur niet
afgeleid van wetenschappelijke resultaten. Kennis verkregen door religie of meditatie.
Volgens Pasteur zijn wetenschappers nadrukkelijk onderworpen aan sturing en controle van
buitenaf. Onderzoeksgroepen richten zich meer en meer op speciale projecten gefinancierd
door externe fondsen met hun eigen doelstellingen en wensen. Er zijn gedragscodes
vastgesteld en ontwikkeld waar wetenschappers zich aan moeten houden. Een poging om
misverstanden te voorkomen.
Robert K. Merton ondernam in 1942 een poging om de ongeschreven regels van de
wetenschappelijke gemeenschap in algemene termen te vangen:
Communism betekent dat wetenschap gemeenschappelijk bezit is. De resultaten zouden dus
openbaar moeten zijn.
Universalism houdt in dat de wetenschappelijke uitspraken onderworpen dienen te worden
aan onpersoonlijke criteria zoals overeenstemming met observaties en reeds geaccepteerde
kennis. De beoordeling moet onafhankelijk zijn van ras, geslacht, sociale positie, nationaliteit,
religie.
Disinterestedness betekent dat de persoonlijkheid van de onderzoeker geen invloed mag
hebben op de resultaten van iemands onderzoek. Dus laten zien op welke wijze zij hun
resultaten hebben behaald, publicaties te verantwoorden.
Organized Scepticism gaat het om een basishouding van wantrouwen tegenover
wetenschappelijke resultaten. Gesystematiseerd en geïnstitutionaliseerd, peer review.
, College 1:
Vanuit de literatuur Koster H1:
Het common sense beeld van wetenschap, dat is vaak puur feitelijk. Standaard opbouw van
een wetenschappelijk artikel.
Scientistische visie → wetenschap is de enige vorm van kennis (schoonheid
is bv smaak).
Traditionele visie → wetenschap is maar één vorm van kennis
Wat houdt die mainstream-wetenschapsopvatting in en waar komt deze vandaag? In origine
heb je hiervoor de empirisch-analytische wetenschapsopvatting. Maar er zijn er natuurlijk
veel meer.
1. Positivisme, een idee over kennis, de filosofie achter deze opvatting.
a. Mill Comte, 19e eeuw, de wereld strikt op de feiten bekijken, dat is de
wetenschap volgens het positivisme. In de 20e eeuw kwam het logisch
positivisme. Zo zuiver mogelijk.
b. Vanuit het neutraliseren van feiten, dus objectief bekijken herleiden we dus
het positivisme. Alleen kale en objectieve feiten, geen verzinsels (metafysica),
alleen observaties en formele logica (wiskunde), meten is weten, empirisme
(waarnemingen).
c. meten=weten: gestructureerde observaties, kwantificering, doel om wetten te
vinden, correlaties te vinden. Dit noemen we ook wel de
natuurwetenschappelijke methode. Francis Bacon: Novum Organum (1620)
“Men of sharp wits, shut up in their cells of a few authors, chiefly aristotle, their
dictator.” Een mechanisering van het wereldbeeld, de wereld als een klok en
wiskunde als de taal van de schepper. De bijpassende methode vinden,
experimenteren en observeren.
2. Naïef Realisme, het de wereld is zoals ik haar zie en ervaar, en dat is helder en
duidelijk. Dit is de blindheid van het eigen perspectief- voor eigen gekleurde bril
staan. Wat ik zie is echt (de stoel, de boom). De gekleurde bril/perspectief heb je
zeker, gevormd door cultuur, doelen, interesses, maar ook door lichamelijke en
cognitieve zintuigen. Maar je kan ook niet anders en een morele tekortkoming (dit
betekent namelijk niet dat de ander dom kan zijn). Het benadrukken noemen we
subjectief, het neutraliseren benoemen we objectief.
3. In de politiek is de wetenschap leidend (technocratie)
4. Empirisme, alle kennis moet logisch te herleiden zijn tot zintuiglijke waarneming. Dit
moet dus betekenisvol zijn, ofwel operationaliseerbaar, op basis waarvan zeg je dit,
kan dit? Het komt dus voort uit de epistemologische denktraditie. Het leven van het
zijn ligt in het existentialistische.