Samenvatting van de Centraal Eindexamen onderwerpen Biologie 5 Havo.
Incl. handige schema's
Inhoudsopgave:
- B. Zelfregulatie
- B.2 Stofwisseling van de cel
- B2.1 Homeostase
- B2.2 Transport
- B2.3 Assimilatie en dissimilatie
- B3.2 Fotosynthese
- B3.1 Orgaan
- B3.6 Het hart
- B...
CE examenonderwerpen samenvatting
BIOLOGIE
B. Zelfregulatie
B.2 Stofwisseling van de cel
B2.1 Homeostase
Prokaryoten: eencellige organismen zonder kern, mitochondriën en ER. (bijv.
Bacteriën).
Voordeel: sneller delen.
Nadeel: het DNA kan snel beschadigen (en dus muteren).
Eukaryoten: organismen met kern, mitochondriën en ER. (bijv. Dieren en planten
cellen).
Bacteriën: prokaryoten
Kenmerken:
- Meeste soorten zijn heterotroof, enkele autotroof.
- Grootte: 1-10 m
- Geen kern(membraan) erfelijk materiaal ligt los in het cytoplasma.
o 1 groot chromosoom: een kringvormige streng DNA.
o Vaak ook enkele plasmiden: kleine kringvormige
chromosomen.
- Heeft een celwand.
Plantaardige cel
Tabel
staat in
BINAS
Blz 78
,Organisatie niveaus/biologische eenheden:
Molecuul Organel Cel Weefsel Orgaan Orgaanstelsel Organisme
Populatie Levensgemeenschap Ecosysteem Biosfeer.
*Houden zichzelf in stand door:
Stoffen/energie op te nemen.
Opgelopen schade herstellen.
Zich te verdedigen tegen belagers en schadelijke stoffen.
Het aanpassen/veranderen van de omgeving.
Molecuul: kleinste biologische eenheid. Bouwstenen van organellen en andere
celstructuren.
Organel: deel van een cel dat naar bouw en functie apart te onderscheiden is in
een cel. Bijv. Celkern, mitochondrium.
Organel Functie Vorm
Celkern Bevat DNA, hebben kern Een rondje in de cel.
poriën. Hierin worden
kopieën van het DNA
gemaakt.
Endoplasmatisch Transport van stoffen in Opgevouwen
reticulum (E.R.) de cel (alleen binnen de pannenkoek bij de
cel). celkern.
Mitochondriën (hebben een dubbel Gerimpelde boom.
membraan) Hier vindt
verbranding plaats m.b.v.
zuurstof komt er energie
vrij. (afhankelijk van het
type cel).
Ribosomen Maken eiwitten, aan de Kleine stippeltjes op
hand van DNA (maken het E.R.
nog niet af).
,Chloroplast (ALLEEN BIJ Maakt fotosynthese Ovaal groen boontje.
PLANTEN) mogelijk. En groen zijn.
Leukoplast/amyloplast Slaat zetmeel op. Kleurloos en rond.
Chromoplast Geeft kleur. Rood, oranje, geel.
Cytoplasma Vulling van de cel. Stroperig (aan de
binnenkant van de
cel).
Celwand Beschermt de cel en zorgt Dubbele laag rondom
voor transport. de cel.
Celmembraan Zorgt ervoor dat alles in Beschermingswand
de cel blijft en biedt aan de binnenkant
bescherming. van de cel ten
opzichte van de
celwand.
Golgisysteem Zorgt voor de Opeengestapelde
uiteindelijke vorm van platte blaasjes.
eiwitten (ze maken ze af).
Lysosoom (Vuilnisman) breken Ronde blaasjes die
afvalstoffen af. los liggen in de cel
Plastiden: (met pigment en/of reservestof) 3 typen die in elkaar over kunnen
gaan: Chloroplasten,
Chromoplasten en
Leukoplasten/amyloplasten.
Cel: kleinste zelfstandig
functionerende organisatie-
eenheid waaruit een
organisme bestaat. Hiervoor
is brandstof en zuurstof
nodig (chemische reacties).
Houdt zich in stand
door chemische
reacties uit te voeren bijv. assimilatie en dissimilatie.
Reguleert zichzelf en houdt daarbij een dynamisch evenwicht in stand
bijv. celdeling waar nodig is.
Homeostase: in de cel wordt door terugkoppeling gerealiseerd bijv. door
actief transport wordt de ionensamestelling binnen een cel constant
gehouden.
Weefsel: groep cellen met dezelfde vorm en functie. Bijv. spierweefsel,
dekweefsel.
, Orgaan: deel van een organisme met een specifieke bouw en functie. Bijv. het
hart.
Orgaanstelsel: groep van samenwerkende organen die samen een functie
uitvoeren. Bijv. ademhalingsstelsel.
Organisme: een levend wezen.
*Autotroof: zelfvoorzienende organismen bijv. planten, want ze doen aan
fotosynthese (ze nemen anorganische stoffen op).
*Heterotroof: organismen die andere organismen nodig heeft voor
voeding. Bijv. de mens. (Nemen organische stoffen op).
Populatie: groep individuen van dezelfde soort die in een bepaald gebied leven
en zich onderling voortplanten.
Levensgemeenschap: de populaties van verschillende soorten die binnen een
bepaald gebied samenleven.
Ecosysteem: een min of meer begrensd gebied met bepaalde eigenschappen,
waarbinnen de abiotische en biotische factoren een eenheid vormen. Bijv.
koraalrif, woestijn, naaldbos.
Biosfeer: het geheel van alle ecosystemen op aarde.
Biotische factoren: Levende factoren. Bijv. de aanwezigheid van roofdieren.
Abiotische factoren: licht, temperatuur, lucht, water, bodem. Niet levende
factoren die zo in de natuur te vinden zijn.
Trilhaar: beweegbaar klein uitsteeksel bij bepaalde cellen van o.a.
trilhaardiertjes, dekweefsel met trilhaar (trilhaarepitheel) in luchtwegen en
eileiders.
B2.2 Transport
Bepaalde stoffen kunnen membranen passeren door middel van passief- of actief
transport.
Turgor: cel neemt veel water op en is dus heel stevig. (De cel is in Turgor).
Plasmolyse: cel staat water af en wordt dus slap.
Endocytose: opname in de cel. Exocytose: afgifte van de cel.
Passief transport: kost geen energie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sashabunink1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.