Je lichaam handhaaft factoren zoals zuurstofconcentratie rondom een bepaalde waarde, dit
is de normwaarde. Je lichaamstemperatuur schommelt rond de 37 graden. Hier is sprake
van een dynamisch evenwicht die in stand wordt gehouden door een regelkring. Het in
stand houden van een dynamisch evenwicht noem je homeostase.
Wanneer een toename van het resultaat een remming van het proces veroorzaakt, spreek je
van een negatieve terugkoppeling. Bij een regelkring waarin een toename van het
resultaat het proces versterkt, spreek je van een positieve terugkoppeling.
Tussen de cellen van een weefsel bevindt zich weefselvloeistof. Samen met het bloed vormt
de weefselvloeistof het inwendige milieu van een organisme. Tussen het inwendige en
uitwendige milieu bevindt zich ten minste één cellaag. De inhoud van darmen, longen en
blaas horen bij het uitwendige milieu. Homeostatische regelkringen zorgen ervoor dat
omstandigheden in het inwendige milieu niet te veel veranderen. Homeostase is een
voorbeeld van zelfregulatie van een organisme.
2 Hormonale regulatie
In organismen vindt communicatie tussen cellen plaats via signaalmoleculen
(signaalstoffen). De signaalmoleculen die de cellen van hormoonklieren afgeven, zijn
hormonen. Je noemt hormoonklieren ook wel endocriene klieren. De afgifte van hormonen
door de hormoonklier heet secretie. Klieren met een afvoerbuis heten exocriene klieren.
De hormonen die getransporteerd worden door het lichaam via de
weefselvloeistof, zijn alleen werkzaam in organen waarvan de cellen
receptoren bezitten waaraan het hormoon kan binden: de
doelwitorganen. De mate van de reactie van een doelwitorgaan
wordt onder andere bepaald door de hormoonspiegel (concentratie)
in het bloed en het aantal hormoonreceptoren van een bepaald
hormoon op cellen in het doelwitorgaan.
Hormoon in cytoplasma → er ontstaat meestal een hormoon-
receptorcomplex. Dit complex gaat naar het kernplasma en kan dan
bepaalde genen in het DNA aan- of uitzetten. Hierdoor kan de cel
eiwitten maken die bijvoorbeeld als enzym kunnen dienen. Andere
hormonen binden aan een receptoreiwit op het celmembraan van de
cellen van een doelwitorgaan. Hier wordt vervolgens een
signaalmolecuul gevormd of geactiveerd: de second messenger.
Deze geeft het signaal in de cel door, bijvoorbeeld een enzym
activeren. Door het signaal binnen de cel door te geven van molecuul naar
molecuul, worden veel signaalmoleculen geactiveerd of geproduceerd.
Hierdoor kan een enkel signaal buiten de cel een enorme reactie binnen
de cel opwekken. Wanneer een signaal via meerdere schakels in de cel
wordt doorgegeven, spreek je van signaalcascade of kortweg
cascade.
, Het hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren:
De hypofyse bestaat uit de hypofysevoorkwab en de
hypofyseachterkwab. Het gedeelte net boven de hypofyse
heet de hypothalamus. Hormonen die de hypofyse produceert
zijn bijvoorbeeld LH en FSH. Het hormoonstelsel en
zenuwstelsel zijn via de hypothalamus en hypofyse met elkaar
verbonden. Sommige neuronen (zenuwcellen) in de
hypothalamus maken hormonen, dit heet neurosecretie. De
gevormde hormonen heten neurohormonen. Twee typen
neurohormonen die die de hypothalamus produceert
beïnvloeden de endocriene cellen in de hypofysevoorkwab: 1.
Inhibiting hormonen, deze zorgen ervoor dat de endocriene
cellen in de hypofysevoorkwab geen hormonen meer
produceren. 2. Releasing hormonen, deze stimuleren de endocriene cellen juist om
bepaalde hormonen te produceren.
Hormonen die bij de hypofyse horen: ADH, GH, ACTH, prolactine en oxytocine. Deze staan
allemaal in de Binas.
De schildklier ligt in de hals en produceert voornamelijk thyroxine. Deze beïnvloedt onder
andere de stofwisseling. Bij teveel aanmaak leidt dat tot gewichtsverlies, toename eetlust en
rusteloosheid. Te weinig aanmaak zorgt juist voor gewichtstoename en vermoeidheid. Vanaf
de geboorte te weinig kan zorgen voor dwerggroei.
Kliercellen in de alvleesklier en de maag- en darmwand produceren
spijsverteringshormonen die de spijsvertering beïnvloeden. Zo zorgt gastrine voor
maagsapproductie.
Verspreid tussen de cellen van de alvleesklier liggen groepjes cellen met een endocriene
functie: de eilandjes van Langerhans. Hierin komen α-cellen voor die het hormoon
glucagon produceren en β-cellen die het hormoon insuline produceren, deze zorgen
ervoor dat de glucoseconcentratie (bloedsuikerspiegel) in het bloed min of meer constant
blijft. Als je koolhydraten eet, zal de bloedsuikerspiegel stijgen. β-cellen produceren dan
meer insuline waardoor er meer glucosetransporteiwitten komen, hierdoor neemt het
transport van glucose toe. Cellen in de lever en in spieren zetten de glucose om in
glycogeen. Hierdoor zal de glucoseconcentratie dalen. Als je een tijdje niet hebt gegeten,
kan je bloedsuikerspiegel te laag zijn. De α-cellen produceren dan meer glucagon. Dit
stimuleert de omzetting van glycogeen in glucose waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 456vwosamenvattingen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.