Chemie overal, 5 VWO Hoofdstuk 9 Basen Uitwerkingen
9.1 Basen in water
A1
a Een ammoniak oplossing is een oplossing van een base. De pH van deze oplossing ligt dus
boven de 7.
b Het OH−-ion. Dit ion is in iedere basisch oplossing aanwezig.
B2
a F− (aq) + H2O (l) ⇄ HF (aq) + OH− (aq)
b KNH2 (s) → K+ (aq) + NH2− (aq)
c NH2− (aq) + H2O (l) → NH3 (aq) + OH− (aq)
Het NH3 molecuul is een zwakke base, maar dat laten we in deze opdracht verder buiten
beschouwing.
B3
a KOH (s) → K+ (aq) + OH− (aq)
b OH− (aq) + H2O (l) → H2O(l) + OH−(aq)
Voor en na de pijl staan dezelfde deeltjes! Er treedt een reactie op, maar netto verandert er dus niets.
B4
a Lithium is een metaal met een lading 1+, het hydride ion zal dus een lading hebben van 1−. De
formule van het hydride-ion is H−.
b LiH (s) + H2O (l) → Li+ (aq) + H2 (g) + OH− (aq)
B5
a C31H42N2O6 (s) + H2O ⇄ C31H43N2O6+ (aq) + OH-(aq)
b Het hangt van de dosis af. Bij een zeer lage dosis is de stof een medicijn.
c De molaire massa van C31H42N2O6 is 538,67 g. De dodelijke dosis is 200 µg per kg
lichaamsgewicht. De dodelijke dosis voor iemand van 75 kg (dit verschilt dus per persoon) is
200 75 = 15 000 µg = 15 mg.
Omgerekend naar mol wordt dit
0,015 g
= 2,8 10−5 mol.
538,67 g mol−1
2,8 10−5
Volume van het bloed is 5,0 L. De molariteit is dus = 5,6 10−6 mol L−1.
5,0
C6
a NaCN (s) → Na+ (aq) + CN− (aq)
b CN− (aq) + H2O (l) ⇄ HCN (aq) + OH− (aq)
c In de oplossing zitten de deeltjes: Na+, CN−, HCN, OH− en natuurlijk H2O.
d Cu2+ (aq) + 2 OH− (aq) → Cu (OH)2 (s)
e Door de neerslagreactie worden de OH− ionen aan de oplossing onttrokken. Hierdoor zal het
evenwicht bij b naar rechts aflopen. Er zullen dus heel weinig CN − ionen in de oplossing aanwezig zijn.
C7
a Het zuur geeft een H+ af aan het water. Water neemt dus een H+ op. Het opnemen van een H+ is
een eigenschap van een base.
b CH3-NH2 + H2O ⇄ CH3-NH4+ (aq) + OH- (aq)
, 9.2 Formules van basen
A8
a zwak
b zwak
c theoretisch
d sterk
e zwak
f zwak
g zwak
B9
a eenwaardig
b eenwaardig
c Het I− ion is een theoretische base en neemt dus geen H + ion op.
d Tweewaardig; het NH3 molecuul dat ontstaat als NH2− een H+ ion opneemt is een zwakke base
en kan dus ook een H+ ion opnemen.
e eenwaardig
f Driewaardig; het HPO42−−ion en het H2PO4−−ion zijn ook in staat om H+ ionen op te nemen.
g Eenwaardig; het HSO4−−ion is een theoretische base.
B10
a
a CN− (aq) + H2O (l) ⇄ HCN (aq) + OH− (aq)
b CH3NH2 (aq) + H2O (l) ⇄ CH3NH3+ (aq) + OH− (aq)
c I− geeft geen reactie met water, omdat het een theoretische base is.
d NH2− (aq) + H2O (l) → NH3 (aq) + OH− (aq)
e NH3 (aq) + H2O (l) ⇄ NH4+ (aq) + OH− (aq)
f PO43− (aq) + H2O (l) ⇄ HPO42− (aq) + OH− (aq)
g SO42− (aq) + H2O (l) ⇄ HSO4− (aq) + OH− (aq)
b Bij de onderdelen d, en f ontstaan zwakke basen, die in theorie verder reageren met water.
Omdat er al veel OH− -ionen in de oplossing zijn van de eerste reactie, liggen deze evenwichten ver
naar links, en laten we ze daarom meestal weg.
B11
a Natriumfluoride is een goed oplosbaar zout, het fluoride ion is een zwakke base. We maken dus
onderscheid tussen het oplossen van het zout en de reactie van de base met water.
NaF (s) → Na+ (aq) + F− (aq)
F− (aq) + H2O (l) ⇄ HF (aq) + OH− (aq)
b Natriumhypobromiet is een goed oplosbaar zout, het hypobromietion is een zwakke base. We
maken dus onderscheid tussen het oplossen van het zout en de reactie van de base met water.
NaBrO (s) → Na+ (aq) + BrO− (aq)
BrO− (aq) + H2O (l) ⇄ HBrO (aq) + OH− (aq)
c Magnesiumsulfaat is een goed oplosbaar zout, het sulfaat ion is een zwakke base. We maken
dus onderscheid tussen het oplossen van het zout en de reactie van de base met water.
MgSO4 (s) → Mg2+ (aq) + SO42− (aq)
SO42− (aq) + H2O (l) ⇄ HSO4− (aq) + OH− (aq)
d Calciumoxide reageert aflopend met water.
CaO (s) + H2O (l) → Ca2+ (aq) + 2 OH− (aq)
e Zilversulfiet is een slecht oplosbaar zout. De zwakke base (SO32−) reageert dus niet met water.
Ag2SO3 (s) ⇄ 2 Ag+ (aq) + SO32− (aq)
f Calciumchloride is een goed oplosbaar zout. Chloride-ionen zijn theoretische basen, er treedt dus
geen reactie op met water.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper samenvattingen1239. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.