OU experimenteel onderzoek
Thema 1: Experimentele designs en validiteit
1.1 Ethiek van experimenteel onderzoek
Leerdoelen van deze studietaak:
De belangrijkste ethische richtlijnen die in het bijzonder van belang zijn bij het
uitvoeren en opzetten van experimenteel onderzoek benoemen.
Ethische richtlijnen zijn er om psychologen te laten realiseren dat zij de plicht hebben
om de rechten en waardigheid van de deelnemers aan hun onderzoek te respecteren
en te bewaken.
Belangrijkste overkoepelende richtlijn voor experimenteel onderzoek is dat het
onderzoek zo opgesteld moet zijn dat het de proefpersoon zo min mogelijk belast,
minimized harm.
Informed consent
Het is niet geoorloofd om zomaar op mensen te experimenteren. Onderzoekers willen
de mensen zo natuurlijk waarnemen, dus zo onzichtbaar mogelijk blijven.
Onderzoekers moeten ernaar streven om vooraf toestemming te krijgen van hun
onderzoeksdeelnemers. Deelnemers moeten ja en nee kunnen beantwoorden en de
onderzoeker dient de deelnemers ook voldoende informatie.
Informed consent: combinatie van informatie verstrekken en toestemming vragen.
Active informed consent: als de deelnemer een handeling moet verrichten om
toestemming te verlenen. Bijv. ouders krijgen brief van school, kinderen uit de klas
gaan meedoen aan een onderzoek maar dat kan alleen als er een handtekening is
gezet door de ouders = active consent.
Passive informed consent: als de deelnemer een handeling moet verrichten om
niet deel te nemen aan een onderzoek, ‘wie zwijgt, stemt toe’. Bijv. deelnemer krijgt
een vragenlijst, eerste informatie geeft informatie over het hoe en waarom van de
vragenlijst. Als de deelnemer niet mee wil doen, vult de deelnemer de vragenlijst niet
in. Invullen vragenlijst = passive consent.
Vereiste informatie voor informed consent
Vrijwillige deelname: weigeren van deelname heeft geen negatieve
consequenties.
Recht op deelname beëindigen: ieder moment kan je de deelname staken. Er
moet worden toegelicht wat er gebeurt met eventuele verzamelde gegevens
tot het punt van stoppen. De gegevens hoeven niet te worden vernietigd,
zolang het maar duidelijk is.
Doel van onderzoek: in heldere termen toelichten wat het doel van het
onderzoek is. Deelnemers moeten weten wat het onderwerp is en wat in grote
lijnen de onderzoeker uit het onderzoek te weten hoopt te komen (hoeft niet
met jargon of hypothesen). Soms is de kennis van het doel van het onderzoek
een stoorzender voor de uitkomsten van onderzoek paragraaf bedrog.
Onderzoeksprocedure: deelnemers moeten van tevoren een overzicht hebben
of een helder beeld van de gevolgde onderzoeksprocedure (alleen
vragenlijsten of nog meer?)
Risico’s: alle voorzienbare risico’s en ongemakken. Zowel betrekking op
lichamelijke maar ook psychologische.
Maatschappelijk nut van onderzoek: duur van de belasting moet vooraf
bekend zijn.
Contactinformatie: consentinformatie moet de contactgegevens bevatten van
de persoon die benaderd kan worden voor eventuele vragen of in het geval
van letsel of noodgevallen.
, Anonimiteit: helder zijn hoe de gegevens worden verwerkt, anoniem? En zo ja
op welke manier?
Debriefing
Na afloop van het onderzoek geef je de deelnemers de gelegenheid om de
onderzoeksprocedure te kunnen bespreken of vragen te stellen. Deelnemers moeten
een algemeen idee krijgen van wat de onderzoeker wilde weten en waarom en wat
hun aandeel in het onderzoek was. Als zij in een van meerdere onderzoek condities
waren ingedeeld, dan is de debriefing het moment waarop de deelnemer dit
verneemt. Als de deelnemer werd voorgelogen, dan geeft de onderzoeker in de
debriefing openheid van zaken en legt de deelnemer ook de redenen voor die
deceptie uit. Vragen moeten zo openlijk en eerlijk mogelijk beantwoord worden.
De debriefing moet zo snel mogelijk en moet te begrijpen zijn.
Doel: wegenemen van misconcepties of onzekerheden die deelnemers kunnen
hebben over het onderzoek. Zorg ervoor dat de deelnemer de experimentele situatie
verlaat in een vergelijkbare stemming met hoe ze het experiment binnenkwamen.
Bedrog
Soms is het noodzakelijk om deelnemers voor te liegen over de inhoud van en reden
tot onderzoek. Als het niet mogelijk is om een experiment uit te voeren zonder
bedrog dan zal de onderzoeker een ethische commissie moeten overtuigen van de
noodzaak van het bedrog.
Het is ongeoorloofd om deelnemers te bedriegen, tenzij de onderzoeker aannemelijk
kan maken dat dit noodzakelijk is. Als deelnemers hoogstwaarschijnlijk aanstoot
zouden nemen aan het bedrog of geëmotioneerd gaan raken na debriefing dan is er
sprake van onacceptabel bedrog.
Sprake van bedrog als de deelnemer wordt voorgelogen, drie bekendste vormen:
1. Het gebruik van handlangers: de onderzoeker kan acteurs of
onderzoeksassistenten inzetten die zich voordoen als respondenten. Bekend
voorbeeld is het Asch-effect: proefpersonen lijnstukken van verschillende
lengte beoordelen, de proefpersonen dachten dat ze in een groep van zeven
proefpersonen samenwerkten. Handlangers waren geïnstrueerd om expres
foute antwoorden te geven, verleiden de proefpersonen zich dan om met de
meerderheid mee te gaan?
2. Staged manipulations in field settings: de omstandigheden waarin de
proefpersoon zich bevindt, kunnen gemanipuleerd worden, om zo een effect
op de proefpersoon te hebben. Bijv. negatieve terugkoppelingen van hun
prestaties na het maken van een puzzel om zo een laag gevoel van
zelfvertrouwen te induceren. Soms wordt bij proefpersonen ook de indruk
gewekt dat de deelnemers met andere deelnemers samenwerken door op het
computerscherm een nepcode te vertonen die de illusie moet wekken dat er
een connectie met andere computers wordt gelegd.
3. Misleidende instructies: de aard van het onderzoek kan van meet af aan
misleidend worden voorgesteld. Bijv. Milgram-experiment: respondenten
kregen te horen dat ze meededen aan een experiment waarbij ze werden
blootgesteld aan een kleine schok. In werkelijkheid werden er geen schokken
toegediend en ging het onderzoek over de bereidheid van de deelnemers om
gehoor te geven aan opgedragen taken van een gezaghebbende ook als die
strijdig waren met hun eigen geweten.
Het schrijven van de procedure in een methodesectie
In de proceduresectie informeert de schrijver de lezers over ethische aspecten van
de experimentele manipulatie. Het moet voldoende gedetailleerd zijn zodat andere
onderzoekers het experiment na zouden kunnen doen. De volgende informatie dient
in een goede proceduresectie te staan:
Experimentele design
Samenvatting van de instructies die de proefpersonen ontvangen hebben.
, Beschrijving van de specifieke experimentele manipulaties. Hoe zijn de
onafhankelijke variabelen in experimentele scenario’s geoperationaliseerd en
hoe zijn de proefpersonen hieraan blootgesteld?
Als er eventuele counterbalancing of andere methoden van experimentele
controle is toegepast dan wordt dit ook in de proceduresectie toegelicht.
Duur van het experiment.
Eventuele beloningen voor het participeren in het onderzoek.
, 1.2 Bedreigers van interne en externe validiteit
Leerdoelen van deze studietaak:
Het verschil tussen interne en externe validiteit beschrijven.
De bedreigers van de interne validiteit herkennen.
De bedreigers van de externe validiteit herkennen.
Kritisch reflecteren op de opzet van een onderzoek in termen van het type
validiteitsbedreiging.
Validiteit versus betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid: alle inconsistenties die in onze metingen ontstaan om puur
willekeurige redenen. In hoeverre zijn metingen vrij van error? Statistisch probleem.
Validiteit: systematische redenen waarom metingen van elkaar afwijken, we
spreken dan van bias. Meten we wat we willen meten? In hoeverre is het onderzoek
vrij van bias? Filosofisch probleem.
Interne validiteit
Betreft de vraag of er voldoende bewijs is dat X veranderingen op Y veroorzaakt: of
de causale relatie voldoende is aangetoond. Causale inferentie kan enkel bestaan als
er aan drie condities is voldaan:
1. Oorzaak doet zich voor voorafgaand aan het effect (tijdsvolgorde of temporeel
precedent).
2. De oorzaak en het gevolg zijn aan elkaar gerelateerd (covariatie).
3. Er zijn geen plausibele alternatieve verklaringen voor de geobserveerde
covariatie (geen schijnverband).
Onderzoekers proberen deze randvoorwaarden voor causale inferenties veilig te
stellen door zo veel mogelijk verstorende factoren onder controle te houden en puur
de experimentele (onafhankelijke) variabele te manipuleren om zo te zien wat het
effect ervan is op een afhankelijke variabele. Als de manipulatie zo is geïsoleerd dat
andere verklaringen of rivaliserende hypothesen worden uitgesloten, dan is de
causale inferentie intern valide.
Externe validiteit
Betreft de vraag in hoeverre resultaten gegeneraliseerd kunnen worden naar de
doelpopulatie:
1. De mate waarin situaties in het experiment gegeneraliseerd kunnen worden
naar real-life situaties: de generaliseerbaarheid tussen situaties = ecologische
validiteit.
2. De mate waarin de mensen die aan het onderzoek hebben deelgenomen een
weergave zijn van de doelpopulatie in het algemeen: de generaliseerbaarheid
tussen mensen.
Het generaliseren naar de populatie betekent niet dat er gegeneraliseerd moet
kunnen worden naar andere populaties, of de mensheid in het algemeen.
Experimenteel onderzoek is altijd op de een of andere manier onrealistisch. Als we
kijken naar de ecologische validiteit en we het hebben over een realistisch
experiment, dan gaat het over psychologisch realistisch = mate waarin
psychologische processen die door het experiment worden opgeroepen vergelijkbaar
zijn met hoe deze psychologische processen worden opgeroepen in het dagelijks
leven.
Bedreigers van de interne en externe validiteit in experimenteel
onderzoek
Onderzoekers moeten zorgen dat conclusies uit een onderzoek intern en extern
valide zijn. Sommige manieren om dat te waarborgen kunnen tegenstrijdig zijn. Dit
spanningsveld bestaat met name tussen de interne en externe validiteit. Hoe meer
onderzoekers een experiment dichttimmeren door externe factoren buiten te sluiten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noortjevanasten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,19. Je zit daarna nergens aan vast.