Paragraaf 1
Het beschikken over goederen en diensten voor de bevrediging van behoeften noemen we welvaart.
Om behoeften te kunnen bevredigen moeten mensen steeds kiezen welke middelen zij gebruiken. Er
moet altijd een keuze gemaakt worden over welke behoefte bevredigd wordt, er is dus altijd
schaarste. Het streven naar maximale welvaart met behulp van schaarse middelen wordt
economisch handelen genoemd en speelt zich af in en tussen diverse organisaties. In de algemene
economie zijn er verschillende niveaus van economisch handelen, namelijk:
Meso- en micro-economie. Dit gaat over de markten en bedrijfstakken van ondernemingen,
vraag en aanbod en de gevolgen van prijsveranderingen op vraag en aanbod.
Macro-economie. Dit geeft een beschrijving van en een analyse van verschijnselen voor een
land, zoals de consumptie.
Monetaire economie. Houdt zich bezig met geld en de rol van banken in de economie.
Internationale economische betrekkingen. Bestudeert de buitenlandse handel van landen.
Internationale kapitaalstromen en monetaire betrekkingen.
Paragraaf 2
Alle ontwikkelingen in de omgeving van een bedrijf die invloed hebben op de resultaten noemen we
de bedrijfsomgeving. De omgevingsfactoren die invloed hebben op de resultaten zijn:
Directe omgevingsfactoren. De directe omgeving bestaat uit marktpartijen van de
onderneming op haar in- en verkoopmarkten. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om
toeleveranciers. Ondernemers hebben voortdurend contact met deze partijen. Veel
afdelingen zijn betrokken bij de directe omgeving, Zo kan de onderneming deze omgeving
goed beïnvloeden. Elk bedrijf heeft een ingaande stroom van goederen en diensten en een
uitgaande stroom van producten en diensten op de markt. Voor elk bedrijf hebben deze
markten verschillende kenmerken wat de aard van de concurrentie en de afnemers betreft.
Indirecte omgevingsfactoren. Op de indirecte omgeving heeft de onderneming een geringe
invloed. Terwijl deze omgeving wel invloed heeft op de onderneming. De publieke opinie is
hier een voorbeeld van. Ook de sociale omgeving is een indirecte factor die de onderneming
beïnvloedt. Hierbij kan je denken aan de arbeidsomstandigheden binnen een bedrijf. Ook is
de invloed van technologie, werknemers- en werkgeversorganisaties en de overheid
belangrijk als je denkt aan de indirecte omgeving.
Of macro-omgevingsfactoren. De macro-omgeving bestaat uit conjuncturele ontwikkeling,
de ontwikkeling van wisselkoersen en prijzen van grondstoffen. En demografische
ontwikkelingen. Dit zijn factoren die vrijwel geheel onbeheersbaar zijn.
Duurzaamheid is een van de belangrijkste omgevingsfactoren van ondernemingen. De VN hebben in
2012 tijdens de Rio conferentie de vier basisaspecten van duurzaamheid vastgelegd. Deze
basisaspecten zijn:
Ecologische duurzaamheid
Inclusieve economische ontwikkeling
Vrede en veiligheid
, Inclusieve sociale ontwikkelingen
De VN vindt dat een duurzame ontwikkeling niet kan plaatsvinden zonder ook de armen te helpen.
Met ‘inclusieve’ wordt dan ook bedoelt dat de armen ook vooruitgang moeten boeken.
De basiswaarden zijn hierbij mensenrechten, gelijkheid en milieu. Zonder de basisaspecten zijn deze
waarden niet bereikbaar. In 2015 hebben de landen van de VN Sustainable Development Goals
vastgelegd. Dit zijn zeventien doelen die gebaseerd zijn op de vier elementen van duurzaamheid. De
SDG’s geven richting aan een duurzame ontwikkeling. Alle economische activiteiten zijn hierbij
gericht op het behouden van de aarde en het bevorderen van het menselijk welzijn. De SDG’s
worden ook wel ontwikkelingsdoelen genoemd. De ontwikkelingsdoelen hebben 169 subdoelen.
Soms beschouwen managers omgevingsvariabelen als onveranderlijk. Ze doen dan alsof er geen
verandering is plaatsgevonden in de omgeving. In werkelijkheid vinden er wel veranderingen in deze
variabelen plaats en moet er dus een voorspelling worden kunnen gemaakt.
Paragraaf 3
Absolute variabelen zijn getallen, zoals 200 x 50. Onder relatieve veranderingen verstaan we de
procentuele ontwikkelingen van de getallen, bijvoorbeeld periode 1 ten opzichte van periode 0.
De waarde = hoeveelheid x prijs. Stel dat de hoeveelheid met 1% verandert en de prijs met 2% dan
verandert de waarde met 3%. Soms kom je dan uit op een nieuwe waarde die iets kleiner of groter is
dan de eigenlijke waarde. Dit is te verwaarlozen.
De productie= arbeidsvraag x arbeidsproducten
Loonsom= loon per werknemer x arbeidsvraag
Loonkosten per eenheid product= loon per werknemer/ arbeidsproductiviteit
Arbeidsinkomensquote geeft het aandeel van het loon weer in het nettobinnenlandsproduct. AIQ=
loon per werknemer – prijzen – arbeidsproductiviteit.
Reële stijging= volumestijging
Nominale stijging= waardestijging van de productie
2
, Hoofdstuk 2
Paragraaf 1
De markt is de plaats waar vraag en aanbod van een product elkaar ontmoeten. Het begrip markt is
niet makkelijk te omschrijven. Dit komt doordat de definitie van een product niet duidelijk is of de
geografische grenzen zijn niet duidelijk. Voor sommige producten is er een wereldmarkt en voor
andere producten een lokale markt. Voor weer andere producten zijn er nationale markten of
markten die zich beperken tot een bepaalde groep landen. De relevante markt is de belangrijkste
markt voor een onderneming.
De belangrijkste functie van markten is prijsvorming prijzen hebben een belangrijke signaalfunctie
voor vraag en aanbod. Consumenten bepalen aan de prijs waar ze inkopen doen voor hun
behoeften. Hoe hoger de prijs, hoe minder de vraag. Ondernemers kunnen aan de hand van
marktprijzen bepalen welk product zij zullen maken. Aanbieders en vragers communiceren met
elkaar. Dit kan direct, maar ook indirect, zoals op de effectenmarkt. Het verloop van vraag en
aanbod ziet er als volgt uit:
Hoe hoger de prijs hoe
meer aanbod
Hoe lager de prijs hoe
meer vraag
Paragraaf 2
De bedrijfstak bestaat uit ondernemingen die een groep van producten voortbrengen met dezelfde
grondstoffen en productieprocessen. Een bedrijfstak produceert meestal voor een groep van
markten. Voor de analyse van de kracht in een bepaalde bedrijfstak is de ondernemingsgrootte van
belang.
De classificatie van bedrijven gebeurt door de statistische bureaus van de EU op een bepaalde wijze.
Hiervoor is een systeem ontwikkelt waarbij bedrijven worden ingedeeld naar de hoofdactiviteit die
zij uitvoeren. Het systeem heet de NACE. De classificatie begint met de zogenoemde sectie, die is
ingedeeld volgens 1 van de letter a Tm u uit het alfabet. Dan wordt de afdeling van de sectie
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noerabdou. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.