Theorie-examen rijbewijs B
Inhoud
Hoofdstuk 1: Verkeersdeelnemers.........................................................................................................3
Hoofdstuk 2: Voertuigen, begrippen......................................................................................................3
Hoofdstuk 3: Wegen, begrippen.............................................................................................................4
Hoofdstuk 4: Algemene gedragsregels...................................................................................................7
Hoofdstuk 5: Plaats op de weg...............................................................................................................8
Hoofdstuk 6: Kijktechniek.....................................................................................................................10
Hoofdstuk 7: Tegemoetkomen, inhalen, file........................................................................................12
Hoofdstuk 8: Voorrang.........................................................................................................................13
Hoofdstuk 9: Afslaan............................................................................................................................15
Hoofdstuk 10: Snelheid........................................................................................................................16
Hoofdstuk 11: Stiltaan..........................................................................................................................18
Hoofdstuk 12: Parkeren........................................................................................................................19
Hoofdstuk 13: Verlichting en signalen..................................................................................................21
Hoofdstuk 14: Autoweg en autosnelweg..............................................................................................23
Hoofdstuk 15: Erf..................................................................................................................................25
Hoofdstuk 16: Rotonde........................................................................................................................25
Hoofdstuk 17: Verkeerstekens op borden............................................................................................26
Hoofdstuk 18: Verkeerstekens op wegdek...........................................................................................28
Hoofdstuk 19: Verkeerslichten.............................................................................................................30
Hoofdstuk 20: Aanwijzingen.................................................................................................................32
Hoofdstuk 21: Diverse weggebruikers..................................................................................................33
Hoofdstuk 22: Diverse gedragsregels...................................................................................................38
Hoofdstuk 23: Rijden onder invloed.....................................................................................................41
Hoofdstuk 24: Verkeersongeval............................................................................................................43
Hoofdstuk 25: Documenten.................................................................................................................46
Hoofdstuk 26: Afmetingen en lading....................................................................................................48
Hoofdstuk 27: Voertuigeisen bij gebruik..............................................................................................51
Hoofdstuk 28: Mobiliteit en milieu.......................................................................................................57
,Leer tips:
Leer 1 à 2 hoofdstukken per dag (1 uur). Zo onthoud je informatie beter in plaats van dat je
meteen 4 à 5 hoofdstukken leert.
Begin op tijd met leren! Er zijn 28 hoofdstukken. (2 hoofdstukken per dag = ±14 dagen leren)
Maak oefenexamens! Sommige vragen uit oefenexamens komen terug in het theorie-
examen. Daarnaast krijg je een idee hoe je examen eruit zal zien en hoe de vragen eruitzien.
(Ik heb oefenexamens gemaakt op leerhetverkeer.nl. Hier kun je credits kopen om online
examenvragen te maken. (1 credit = 1 vraag).
Download de gratis bordentrainer app om borden en dashboardsymbolen te oefenen.
,Hoofdstuk 1: Verkeersdeelnemers
Verkeer → alle weggebruikers
Weggebruikers → iedereen die gebruik maakt van de weg:
- Voetgangers
- Bestuurders:
Fietsers, snorfietsers
Bromfietsers
Bestuurders van een brommobiel
Bestuurders van een gehandicaptenvoertuig
Bestuurders van een motorvoertuig
Bestuurders van een tram
Ruiters
Geleiders van rij- of trekdieren of vee
Bestuurders van een bespannen wagen
Bestuurders van een onbespannen wagen
Voetgangers → personen te voet. Regels voor voetgangers zijn ook van toepassing op:
- Personen te voet die een fiets, snorfiets, bromfiets, motorfiets, kinderwagen of een klein
voertuig zoals kruiwagen of driewieler aan de hand meenvoeren.
- Personen die zich voortbewegen door middel van een skateboard, step.
- Bestuurders van gehandicaptenvoertuigen als zij van een voetpad of trottoir gebruikmaken
of oversteken van het ene naar het andere voetpad of trottoir.
Groepen voetgangers → groepen voetgangers (bv. kolonnes, optochten en uitvaartstoeten) die de
rijbaan gebruiken volgen de regels die gelden voor bestuurders van wagens.
Bestuurders → alle weggebruikers, behalve voetgangers
Bestemmingsverkeer → bestuurders die als eindbestemming de straat of directe
omgeving hebben waar dit bord staat mogen deze weg inrijden. Voor alle andere
bestuurders verboden. Gebruik om file te ontwijken ook niet toegestaan.
Hoofdstuk 2: Voertuigen, begrippen
Voertuigen → fietsen, bromfietsen, snorfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, trams,
aanhangwagens & wagens. Type voertuig staat vermeld in het kentekenbewijs.
E-bike → fietsen voorzien van elektrische hulpmotor. Blijven trappen om hulpmotor te laten werken.
Tot snelheid van 25km/h, volgen dezelfde regels als fietsers.
Motorrijtuigen → bromfietsen, snorfietsen, brommobielen, gehandicaptenvoertuigen met motor &
alle motorvoertuigen.
Snorfiets → te herkennen aan blauw kentekenplaat aan achterkant.
Bromfiets → te herkennen aan gele kentekenplaat aan achterkant.
Speed-pedelec → ziet eruit als e-bike, voorzien van hulpmotor met trapondersteuning, tot 45km/h.
zelfde regels als bromfietsers. Zij hebben geel kentekenplaat en bestuurder moet helm dragen.
Brommobiel → bromfiets op meer dan 2 wielen voorzien van carrosserie. Geen
gehandicaptenvoertuig, want is breder dan 1,10m. herkenbaar aan ronde plaat met rode rand en 45.
Geel kentekenbord en zelfde regels als personenauto’s
, Gehandicaptenvoertuig → is ingericht voor vervoer van gehandicapte en is niet breder dan 1,10m.
kan uitgevoerd zijn zonder of met motor, maar mag niet harder kunnen dan 45km/h. Is géén
bromfiets.
Bijzondere snorfiets → bv. segway of buszy. Bestuurder moet zich gedragen als bestuurder snorfiets.
Geen rijbewijs nodig. Helm niet verplicht, wel verstandig. Geen blauwe kentekenplaat. Je moet
minimaal 16 jaar zijn. Kan ook worden gebruikt als gehandicaptenvoertuig. Bestuurder moet dan
over kaart beschikken waarop staat dat hij als gehandicapte een bijzondere snorfiets mag besturen.
Mag dan jonger dan 16 zijn, moet voetpad of trottoir gebruiken, maximaal 6 km/h.
Motorvoertuigen → gemotoriseerde voertuigen, uitgezonderd bromfietsen, brommobielen,
snorfietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan over
spoort te worden voortbewogen. Ook: trolleybussen, tractoren, motorgrasmaaiers en
motorwinkelwagens.
(Personen)auto → motorvoertuig op 4 of meer wielen, gebouwd en ingericht voor vervoer personen
met niet meer dan 8 zitplaatsen (bestuurder niet meegerekend). Voertuig altijd personenauto als dit
op kentekenbewijs staat.
Voorrangsvoertuig → alle motorvoertuigen die de optische en geluidssignalen voeren:
- Optisch signaal → blauw zwaai-, flits- of knipperlicht, aanvullend mogen knipperende
koplampen worden gevoerd.
- Geluidssignaal → tweetonige hoorn.
(politie, Koninklijke Marechaussee, brandweer, ambulance, bloedbank, Rijkswaterstaat of andere
hulpdiensten door Minister aangewezen)
Vrachtauto → motorvoertuig niet ingericht voor vervoer van meer dan 8 personen, toegestane
maximummassa meer dan 3500kg
Motorfiets (motor) → motorvoertuig op 2 wielen met of zonder zijspan of aanhangwagen. Gele
kentekenplaat met Euro-logo.
Autobus → motorvoertuig wel ingericht voor vervoer van meer dan 8 personen, exclusief bestuurder
Lijnbus → motorvoertuig in gebruik voor verrichten van ov.
Aanhangwagen → voertuig dat door ander voertuig wordt voortbewogen. Bestemd om aan
motorrijtuig te worden gekoppeld, afsleepdolly, oplegger.
Hoofdstuk 3: Wegen, begrippen
Tot wegen behoren:
- Alle voor het openbare verkeer openstaande wegen of paden.
- In de weg liggende bruggen en duikers
- Tot de weg behorende paden, bermen en zijkanten.
Autowegen Autosnelwegen