Aardrijkskunde
Global village Mondiaal dorp door ICT en wereldwijde sociale netwerken
Globalisering De toename van sociale, economische, culturele en politieke relaties
Cultuurgebieden Regio’s met gemeenschappelijke cultuurkenmerken waarbij alle door de menselijke geest
voortgebrachte elementen worden meegerekend, grote gebieden heten macroregio’s
Overgangsregio’s Grensgebied Noord- en Zuid-Amerika, landen tussen Noord- en Sub-Sahara-Afrika,
gebied tussen Europa en het oosten, zone tussen Rusland en Oost- en Zuid-Azië
Identiteit De eigen taal en religie (normen en waarden) van een land
Lingua franca Een derde taal nodig om te communiceren met andere landen
Democratisch gehalte Spreiding politieke macht, kenmerken als vrije verkiezingen
Mensenrechten Rechten die iedere wereldburger heeft
Bbp / inw Bruto binnenlands product per inwoner, waarde van alle goederen of diensten in een
land gedeeld door aantal inwoners
Brp/inw Bruto regionaal product per inwoner
Nadelen bbp Niet altijd betrouwbaar, informele sector en zelfvoorziening telt niet mee, koopkracht,
ongelijke verdeling niet te zien, wisselkoers met valuta
Regionale ongelijkheid Onrechtvaardig grote welvaartsverschillen tussen gebieden
Sociale ongelijkheid Grote inkomensverschillen tussen de sociale groepen
Beroepsbevolking Primaire, secundaire en tertiaire sector
Bevolkingsspreiding
Bevolkingsdichtheid Gemiddelde aantal inwoners per km2
Verstedelijkingsgraad Ook wel urbanisatiegraad, hoeveel mensen er in steden leven
Verstedelijkingstempo Snelheid waarmee het percentage stadsbewoners toeneemt
Transsporttheorie Ullman Complementariteit, transporteerbaarheid en afwezigheid tussenliggende mogelijkheden
§1.2
Diffusie Het verspreiden van talen in de vorm van expansie (verspreidt zich vanuit één plaats),
relocatie (komt vanuit een brongebied en migreert), contactdiffusie (door directe
contacten) en hiërarchische diffusie (via geordend netwerk)
Geopolitiek Machtsverhoudingen tussen (groepen) landen
Natievorming Het bevorderen van de samenhang van een land
Regionalisme Streven naar een vorm van zelfbestuur
Separatisme Als een gebied werkelijk een staat verkrijgt
Blokvorming Het vormen van een machtsblok om een sterke positie te verkrijgen
Demografische transitie Overgang van een hoog geboorte- en sterftecijfer naar een lage
Fase 1: geboorte- en sterftecijfers zijn hoog, trage natuurlijke groei
Fase 2: sterftecijfer begint te dalen
Fase 3: geboortecijfer begint te dalen samen met vruchtbaarheid en kindersterfte
Fase 4: cijfers zijn laag, groei stagneert door lage vruchtbaarheid en klein aandeel jonge
vrouwen
Fase 5: stijgend sterftecijfer door vergrijzing en laaggeboorte
Levensopbouw Vorm in bevolkingsdiagram is piramide, granaat of urn
Demografische druk Percentage mensen van de niet-actieve bevolking (jonger dan 20 of ouder dan 65)
Politiek-ruimtelijke organisatie Indeling in gebieden met een eigen structuur
Volk Etnische groep, mensen met een gevoel van gebondenheid op grond van ras, taal,
cultuur en gemeenschappelijke geschiedenis
Staat Organisatie met soevereine macht over een bepaald gebied
Natie Volk dat soevereine macht heeft / wilt bereiken over zijn territorium
Grens Bakent politiek-ruimtelijke eenheid af
Natiestaat Bevolking behoort tot één volk / etnische groep
Invloed Rusland Op Wit-Rusland en Oekraïne door niet horen bij NAVO en EU
§1.3
Soennieten Geloven dat Mohammeds schoonzoon zijn opvolger is, Saudi-Arabië
Sjiieten Geloven dat Mohammed zijn neef aanwees als opvolger, Iran
, Arabische lente Protesten en opstanden tegen de grote sociale ongelijkheid
Oorzaken conflicten Machtsverhoudingen, massale onvrede, machtsstrijd tussen stammen en geopolitieke
verhoudingen
Libanon 3 miljoen vluchtelingen, elke stam vertegenwoordigd zodat er geen samenwerking is
Territoriaal conflict Omdat grondgebied van de staat niet samenvalt met territorium van volk en natie in de
staat
Gevolgen conflict Zonder wijziging politiek-ruimtelijke organisatie
-onderdrukking minderheidsgroepen met mogelijke deportatie
-goede omgang minderheden voor versterken regionaal bewustzijn
Met wijziging
-staatsvorm die rekening houdt met minderheden door regionalisme en federalisme
(eigen staat)
-seperatisme
-annexatie
Annexatie Aanspraak op grondgebied andere staat
Irredentisme Streven naar annexatie
§1.4
Politieke partijen Een partij is verbonden met één etnische groep, worden aangesteld in plaats van
gekozen
Afrikaanse leeuwen De landen met de grootste groei in bbp in %
Landlocked Het land ligt niet aan de zee
Economie Eenzijdig gericht op land- of mijnbouw, zeer kwetsbaar voor veranderingen,
ruilvoetverslechtering en eenzijdige export
Ruilvoetverslechtering Om dezelfde hoeveelheid industrieproducten te kunnen invoeren moeten arme landen
steeds meer exporteren
§1.5
Oost-Azië China, Japan, Mongolië, Taiwan en Noord- en Zuid-Korea
Godsdiensten Boeddhisme met confucianisme en taoisme in China, met shintoïse in Japan
NIC’s Newly Industrialized Countries, Zuid-Korea, Singapore, Hongkong en Taiwan, snelle
industrialisatie door importsubstitutie, exportvaloratie en Doi Moi wat zorgt voor
regionale ongelijkheid
Vrijemarkteconomie Prijzen van goederen en diensten zijn van invloed op de productie en consumptie van
een land
Spanningen Korea, China en Taiwan, rondom Tibet en Xinjiang, Spratley-eilanden door olie- en
gasvelden, visgronden en handelsroute, China spuit eilanden op en vestigt militairen
Importsubstitutie Eenvoudige producten zelf maken
Exportvaloratie Bewerkingen op grondstoffen of landbouwproducten
Doi Moi Buitenlandse investeringen aantrekken, Foreign Direct Investments
§1.6
Dekolonisatie In Zuidoost Azië ging het soms gepaard met langdurig geweld, invloed koloniale verleden
zichtbaar in opbouw steden en het productie- en onderwijssysteem
Keerzijden groei economie Arbeidsomstandigheden, regionale ongelijkheid wat zorgt voor overurbanisatie,
milieuproblemen
Handelsbalans veranderen Importsubsidie door protectionisme met ook importsubstitutie, exportvalorisatie en
exportgeoriënteerde industrie
Singapore model Vrijemarkteconomie extreem uitgevoerd, omscholing, rustpunt in Azië, flexibiliteit,
hoogwaardige dienstverlening, inzet op onderwijs (andere talen leren), gelijke kansen
met goed onderwijs, zorg en een huis, geen banen weigeren
§2.1
Wereldsysteem (Wallerstein) Een systeem met verschillende elementen met onderlinge relaties, ingedeeld op basis
van de soort economische activiteiten en de omvang ervan en de soort relaties
Centrumlanden Economisch hoogontwikkeld, productie gebaseerd op wetenschappelijke kennis en
geavanceerde technologie, hoge arbeidsproductiviteit, hoog bbp/inw, hoofdkantoren
MNO’s, R&D
Intensieve handels- en kapitaalstromen en veel politieke macht