Periode 2
Pedagogiek
Hoorcollege 1
Beroepstaak Pedagogisch Beleid
Wat is pedagogische kwaliteit?
o = Wat is goed voor kinderen, en hoe bepaal je dat?
Wat is een goede pedagogische relatie?
o =
Wat zijn goede pedagogische groepsactiviteiten?
o =
Aankomende weken aan de slag met ‘’Vaststellen Pedagogische kwaliteit’’
Pedagogische werkvelden (buiten het gezin)
I. Gezin
II. Kinderopvang (kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, bso)
III. School (brede school, integraal kindercentrum)
IV. Jeugdwerk (sportclub, buurthuis, scouting, kerk)
V. Straat / Publieke ruimte (straat, speeltuin, buurt, bos)
VI. Media (tv, computer, tijdschrift, boek)
Welke vormen/soorten, functies, ontwikkelingen?
Welke pedagogische visies / Welke opvattingen … ?
Welke taak hebben HBO-pedagogen?
Wat is goed voor kinderen?
B. van Oers (2010) stelt: Opvoeders moeten rekening houden met de leefwereld en inspelen op de
belevingswereld van kinderen.
B. van Oers:
Leefwereld = Verzameling concrete situaties waarin iemand leeft (zintuiglijk
waarneembaar, publiek).
= Iedereen kan het zien. Ieder kind / Mens leeft in een waarneembare
leefwereld (omgeving). Voor iedereen hetzelfde.
= Tegemoet treden (kinderperspectief / betekenisverlening)
Verwerken (overdenken, dromen, verheugen, vrezen, betreuren)
Belevingswereld = De manier waarop een kind zijn leeftijd cognitief (denken – gedachte) en
emotioneel tegemoet treedt en verwerkt. Voor iedereen uniek en anders.
,Nog een voorbeeld - Sinterklaas op bezoek!
Leefwereld (publiek) = Man met lange baard, rode mantel
Belevingswereld (privé) = Gevoelens bij deze man die cadeautjes geeft
(Wat denken/voelen/willen kinderen)
Goede pedagoog heeft zicht over de verschillen tussen de leefwereld en de belevingswereld van een kind.
Ecologisch model
Van Bronfenbrenner
4 systemen – voor het beschrijven en analyseren van (omgevings)invloeden op kinderen/jongeren.
Invloeden = Microsysteem = Relaties / Interacties tussen een kind en zijn directe omgeving (leefwereld)
die bestaat uit fysieke en sociale aspecten = proximale processen (dichtbij)
Verbindingen = Mesosysteem = Connecties tussen de onderdelen van het microsysteem (settingen)
soms botsen de settingen (thuis hoef ik niks te doen en op school moet ik
werken) zorgt voor problemen/stress/verwarring/angst
,Indirecte invloed vd omgeving = Exosysteem = Steun vanuit de omgeving voor de ouder - hoe helpt de
omgeving de ouder(s) = distale processen (afstandelijke interactie)
concrete structuren rond het microsysteem die de
opvoeders/settingen beïnvloeden.
Invloeden samenleving = Macrosysteem = Abstracte structuren rond het micro-, meso-, en exosysteem
I. Microsysteem = Dichtbij = Buurt/School/Straat/Speelplaats/KOV/School/Gezin
II. Mesosysteem = Nadere omgeving =
III. Exosysteem = Steun ouder(s) = Concrete structuren - Sociale netwerk van de ouders
IV. Macrosysteem = Heel de omgeving = Abstracte structuren
(Van Oers, 2010) Pedagogische missie
Taak van opvoeding en onderwijs = kind helpen bij het opbouwen van een betekenisvolle belevingswereld
= veilig prettig, constructief door: uitleggen, geruststellen, afschermen,
orde scheppen, buffers helpen ontwikkelen …
, Hoorcollege 2
Pedagogische kwaliteit
Gitty Feddema (gezinstherapeute): “de kov lijkt met die grote groepen en onervaren krachten soms toch al
eerder op gesubsidieerde kinderverwaarlozing”
Werkveld kinderopvang: vormen, functies, ontwikkelingen
Vormen kov
formeel:
- kinderdagverblijf (crèche)
- peuterspeelzaal
- buitenschoolse opvang (voor/tussen/na)
- gastouderopvang
informeel:
- oppas (bv. bij opa/oma)
Functies van kov
economische werk ouders (vrouwen)
sociaal-maatschappelijke democratisch samenleven
ondersteuning/preventie
gelijke kansen
pedagogische opvoeden (naast: enkel opvangen)
Ontwikkelingen
- integrale kindercentra 0-13 (bv. in Den Bosch)
- meer VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie)
- meer marktwerking (goedkoper/meer kwaliteit?)
- meer invloed van ouders (OC: beleid en prijs) = Oudercommissie
- meer hbo’ers?
Kwaliteit van de kov
Pedagogische kwaliteit is mate waarin het bepaalde doel wordt behaald.
2005 wet-kov: zelf kwaliteitsregels opstellen
(in de vorm van een convenant, een overeenkomst), artikel 47:
Vier pedagogische doelen (volgens de overheid en de kinderdagverblijven zelf)
Geen opvoedingsdoelen maar doelen van de kinderopvang
- bieden van een emotioneel veilige omgeving
- stimuleren van persoonlijke competenties (opvoedingsmiddel)
- stimuleren van sociale competenties
- overdragen van cultuur, waarden en normen